35

boekenkast. Toen zijn ze naar de patatkraam gegaan. Hij vroeg de patatboer om hem te helpen. Maar toen werd ook deze wereld in diggelen geslagen, of deed de tijdmachine dat ? Hij werd weer weggetrokken en was in een zware stroom, alsof deze duistere zee de tijdmachine was. De golven waren zo hoog, en hij werd de diepte in getrokken, gezogen, en hij kon er niets tegen beginnen. Hij spoelde even later aan op een eiland. Een donker meisje met een rieten rokje staarde hem aan. 'Sobibor zei dat je kwam,' zei het meisje. 'Ben ik al op de planeet Sobibor ?' vroeg de jongen. 'Ja,' zei het meisje, 'maar mijn moeder is Sobibor. Ze zei dat je door een zwarte hond was verslonden.' 'Neem me naar je moeder,' zei de jongen. Achter hen was het oerwoud. Daar liepen ze samen in. Bij een hut stond een vrouw achter een voorhangsel wat het 35

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication