Maar ook door deze stam werd hij na een bepaalde tijd achtergelaten. Het was een nomadische stam en na een tijdje waren ze hem zat en trokken verder, hem achterlatende. Hij wilde dood. Zo wilde hij niet leven. Hij wist niet of hij blij moest zijn of niet dat ze hem hadden achtergelaten. Hij vond ergens een tunnel die onder de grond leidde. Hij merkte dat er hier veel honden waren. Hij hoorde geblaf onder de grond. Daarom wilde hij weer terug uit de tunnel. Hij kon zich nog steeds niet goed bewegen zonder dat het verschrikkelijk pijn deed. Opeens stond er een man voor hem toen hij zich omdraaide. De man had een zwart gewaad aan. 'Laat me er langs,' zei de jongen, 'ik moest van Auschwitz hier zijn.' De jongen dacht dat hij met deze naam zijn woorden weer extra kracht kon bijzetten, zoals de vorige keer. 48
49 Online Touch Home