regio in beeld spiraal. Juist om dat te voorkomen, is ontwikkelruimte nodig.” Arda Riedijk vertelt dat ze bij het lezen van het ontwerp van de Herziening Omgevingsbeleid 2024 meteen in de activistische modus schoot. “Ik snap dat sommige dingen niet kunnen, maar schrijf dan vooral op wat wél kan. Dan geef je richting aan en daarmee kunnen we als ondernemers verder. Een ja-mits verhaal is beter dan een nee-tenzij verhaal. Dan krijg je een beeld van de mogelijkheden. Dat is ook de intentie van de nieuwe Omgevingswet.” Riedijk benadrukt dat het ontwerp van de Herziening Omgevingsbeleid 2024 van de provincie slechts één van de vele donkere wolken is die opdoemen voor de sector. “Tussendoor speelt natuurlijk ook de btw-verhoging, de energietransitie en sinds kort ook de uitbreidingsplannen van het ministerie van Defensie. Dat heeft meer ruimte nodig om te kunnen oefenen. Maar laagvliegende helikopters en rondrijdende amfibievoertuigen in een natuurgebied zijn niet bepaald bevorderlijk voor de vakantie- en natuurbeleving van onze gasten.” Beperkte ruimte Natuurlijk is de ruimte voor uitbreiding en ontwikkeling beperkt. Zeker in een dichtbevolkte provincie als Zuid-Holland, waar ook veel woningen gebouwd moeten worden. Schutz wijst in dit verband echter op de brede welvaart. “Ruimte voor ontspanning en natuur is belangrijk voor de volksgezondheid. Van bakstenen en beton word je niet gelukkig. Als het toch al redelijk volgebouwde Zuid-Holland nog meer bouwt, groeit ook de behoefte aan vrije ruimte. Zowel voor de Zuid-Hollander als voor de gasten in de provincie. De provincie staat al onderaan in de landelijke lijst voor vrije ruimte. In Zeeland beschikt een bewoner over 74 vierkante meter voor dag- en verblijfsrecreatie. In Drenthe is dat 55 vierkante meter per persoon. Bewoners van Utrecht, NoordBrabant en Zuid-Holland moeten het doen met een schamele 11 tot 15 vierkante meter per inwoner.” ‘De banden tussen provincie en recreatiesector mogen wel wat inniger worden’ Naast de vage bewoordingen en de onduidelijke voorwaarden die worden verbonden aan uitbreiding en nieuwvestiging, heeft HISWA-RECRON nog een derde bezwaar aangegeven in de zienswijze. “We willen geen hinderlijke, grote windturbines of grootschalige settings (anders dan voor eigen elektriciteitsvoorziening voor het eigen park) in de directe omgeving van verblijfsrecreatieterreinen”, schrijft de branchevereniging. “Gasten komen voor hun plezier of rust en wij zouden graag zien dat u dat laat prevaleren in uw beleidsdocument. Ook voor bebouwing in de buurt van verblijfsrecreatieterreinen is een MER gewenst, waarin de recreatie als belang wordt meegenomen.” Omgevingsbeleid voor de toekomst In het ontwerp van de Herziening Omgevingsbeleid 2024 biedt het provinciebestuur van Zuid-Holland een strategische blik voor de komende jaren op de gehele fysieke leefomgeving in de provincie. Op het ontwerp zijn diverse zienswijzen ingediend, onder meer door HISWA-RECRON. Naar verwachting buigen Provinciale Staten zich dit najaar over het ontwerp, waarna het als visie wordt vastgesteld. Het is vervolgens aan de politiek welke onderdelen uit die visie uiteindelijk worden opgenomen in de Omgevingsverordening Zuid-Holland. ‘Gevoelig object’ De regiomanager licht toe: “Je ziet vaak dat de recreatiefunctie niet als gevoelig object in een milieueffectrapportage wordt meegenomen. Dat vinden we onterecht. Als je zo’n molen tegen je park aan hebt staan, met slagschaduw en geluid, wordt de beleving van je gasten daar niet beter van. Wij zeggen vooral: vergeet ons niet. Hou Zuid-Holland aantrekkelijk. Laat de recreatiesector ook een afweging zijn in zo’n milieueffectonderzoek. Natuurlijk ondersteunen en erkennen we de noodzaak van de energietransitie. Daarin kunnen wij zelf ook een belangrijke rol spelen, door verduurzaming van de recreatieparken. Dat proces is al gaande en kan worden versneld met cofinanciering of subsidiëring van de provincie.” Dat laatste onderstreept nogmaals dat recreatiesector en provincie gedeelde belangen hebben. Als het aan Björn Schutz ligt wordt de relatie tussen beide partijen dan ook wat inniger. “Het is echt niet zo dat we langs elkaar heen werken of tegenover elkaar staan. Het is wel zo dat we nog te vaak ‘vage bekenden’ zijn van elkaar. Wat mij betreft gaan we ‘goede vrienden’ worden.” 06-2024 | Recreactie 23
24 Online Touch Home