3e uitgave 2012 Huisartsen doen een boekje open ‘Veer zólle éns kieke…’ DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIE Kleine annonce in de Limburger Koerier van zaterdag 16 maart 1940: Heeft zich gevestigd in de practijk van wijlen Dr. J. Meuwissen, St. Odiliënberg H.H.C. Stapert, arts Alleen het woordje ‘wijlen’ doet vermoeden, dat er een verhaal schuilt achter deze korte, zakelijke mededeling. En inderdaad: op 10 maart 1940 zag men de bui uit het oosten al hangen, en de grens met Duitsland werd streng bewaakt. Huisarts Meuwissen uit St. Odiliënberg was echter gewend om zonder formaliteiten de grens bij Vlodrop te passeren om zijn patiënten aan de andere kant te bezoeken. Die dag was zijn vrolijke zwaai naar de grenswacht niet afdoende, en hij werd door een Nederlandse soldaat doodgeschoten. De op 16 februari net in Utrecht afgestudeerde en dus nogal onervaren arts Harry Stapert nam, onder stevige druk van enkele collega’s, de zorg voor de 8000 (!) patiënten over. Dat werden moeilijker tijden dan hij ooit had kunnen voorzien, want, zoals bekend, veranderde de wereld nogal na 10 mei van dat jaar, en dat veranderen ging 5 jaar door. Kort na de bevrijding verliet Stapert de huisartsenpraktijk om Inspecteur voor de Volksgezondheid te worden, en in 1953 werd hij adviserend arts van de Algemene Mijnwerkersbond. Maar de belevenissen en ervaringen, opgedaan in de oorlogsjaren, lieten Stapert niet los, en begin jaren tachtig zette hij zich aan het schrijven. Omdat, in zijn eigen woorden: ‘het samenhangt met ervaringen die de mens voor opgaven hebben gesteld die hij op het moment van het gebeuren geestelijk onvoldoende kan verwerken. Er blijft dan in het onderbewustzijn een onafgewerkt geestelijk proces achter, dat om een oplossing vraagt. Die oplossing schuilt dan in het opnieuw beleven van de gebeurtenissen door ze zo nauwkeurig mogelijk te vertellen of te beschrijven. Zodoende wordt een stukje onrust uit het onderbewustzijn opgeruimd.’ Het resulteerde in een reeks korte verhalen die als feuilleton verschenen in het dagblad De Limburger. In 1984 werden er 43 gebundeld in het boekje ‘Huisarts in de Frontlinie’. In 2008 kostte het mij 60 eurocent in de kringloopwinkel van Montfort, en de volgende dag had ik het uit. De verhalen schetsen een totaal ander beeld van huisartsgeneeskunde dan wat wij onze aios trachten mee te geven, hoewel de oorlogsomstandigheden daar natuurlijk een schepje bovenop doen. Het basistakenpakket schijnt eindeloos, inclusief verloskunde natuurlijk. Hij had te maken met ziektes die wij voor de vorm nog moeten leren, maar daarna weg mogen zakken in de krochten van ons brein. Difterie bijvoorbeeld: ik was vergeten, dat het gevaarlijkste de cardiotoxische effecten van het toxine zijn, totdat ik in één van Stapert’s verhalen las: ‘difterie likt in de keel, maar bijt in het hart’. Een wijsheid die uit ons curriculum is verdwenen. Het therapeutisch arsenaal lijkt in onze ogen volledig ontoereikend en primitief. Hoewel Stapert een patiënte met waterzucht succesvol behandelt met ‘vingerhoedskruid’, nog steeds onmisbaar bij de behandeling van hartfalen. Maar antibiotica had hij nog echt niet tot zijn beschikking, en de rozenkrans is dan ook een regelmatig terugkerend therapeuticum. Ook, en dat is aardig om al lezend te ontdekken: de nauwe band en innige samenwerking met allerhande religieuzen, priesters en nonnen bij het verlenen van gezondheidszorg, die nu, 65 jaar later, marginaal is geworden. 33 op één lijn 44
34 Online Touch Home