41

3e uitgave 2016 Lijkvinding Het kan voorkomen dat men thuis, in het verpleeghuis of verzorgingshuis onverwacht een overledene aantreft, in de volksmond is er dan een lijk gevonden. Wezenlijk anders is het als er een lijk in de openbare ruimte gevonden wordt of uit zee of binnenwater is aangebracht. Dan is er sprake van juridische lijkvinding. Dit is niet geregeld in de Wet op de Lijkbezorging (Wlb) maar in het Burgerlijk Wetboek7. De essentie is dat als de plaats, de dag en het tijdstip van overlijden niet voldoende nauwkeurig kan worden vastgesteld, er geen verklaring van natuurlijk overlijden door de behandelend arts mag worden afgegeven. Thuis en in een zorginstelling is dit meestal wel redelijk vast te stellen. Mocht dit niet zo zijn, dan is ook daar sprake van juridische lijkvinding en moet de gemeentelijk lijkschouwer worden ingeschakeld. Voorwaarden vooraf aan de lijkschouw Voordat je aan de lijkschouw kan beginnen gelden deze voorwaarden: • Ben je behandelend arts/waarnemer? • Staat de identiteit van de overledene vast? • Is er geen bloedverwantschap tussen arts en overledene? • Is het inschrijfadres bij de burgerlijke stand bekend? • Is de datum van overlijden zeker? • Is de overledene niet minderjarig?8 Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de schouw plaatsvinden. Zo niet, dan dient er minimaal overleg te zijn met de Gemeentelijke lijkschouwer. De schouw start met het controleren van het overlijden. Normaal gesproken is dat geen probleem, al moet je extra attent zijn bij onderkoeling, verdrinking of intoxicatie9 zodat je geen schijndood mist. Daarna begint de eigenlijke schouw en worden de volgende zaken gecontroleerd; • Onderzoek naar medische voorgeschiedenis10 • Onderzoek naar omstandigheden waaronder de dood intrad11 • Lichamelijk onderzoek, inspectie, zonodig palpatie, percussie en temperatuur12 • Vaststellen datum, tijdstip, doodsoorzaak en aard overlijden • Afgeven van A en B formulier bij natuurlijk overlijden Natuurlijk overlijden Van natuurlijk overlijden is sprake als het overlijden het gevolg is van een natuurlijke oorzaak, een spontane ziekte, inclusief een complicatie13 van een lege artis14 uitgevoerde medische handeling. Als de doodsoorzaak onduidelijk is, mag tot ‘natuurlijk overlijden’ besloten worden als de aanwijzingen voor ‘niet-natuurlijk overlijden’ ontbreken (vaak bij ouderen met meerdere chronische ziekten). Ouderdom is als doodsoorzaak uit de Wet15 verdwenen, en kan niet meer als doodsoorzaak opgegeven worden. Bij ouderen met meerdere chronische kwalen, kiest men dan als oorzaak het meest waarschijnlijke falende orgaan/systeem, of multi organ failure. A en B Formulier en patiëntendossier Als aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan, worden door de behandelend arts het A en het B formulier ingevuld en de bevindingen van de lijkschouw in het patiëntendossier genoteerd. Niet-natuurlijk overlijden Er is sprake van niet-natuurlijk overlijden als het overlijden een direct of indirect gevolg is van: • Ongeval, geweld of van buiten komende oorzaak • Schuld of opzet van een ander • Zelfmoord • Verdrinking • Verstikking • Geweld (moord, doodslag, mishandeling) • Vergiftiging ( interactie medicatie) • Overdosis, zelfdoding • Euthanasie16 • Actieve levensbeëindiging zonder verzoek • Abortus na 24 weken • Door een medische of paramedische calamiteit17 In al deze gevallen schakelt de behandelend arts de gemeentelijk lijkschouwer in. Aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood Soms is het niet zo duidelijk hoe of waaraan iemand is overleden, met name als het niet een eigen patiënt betreft in een waarneemsituatie. Aanwijzingen voor een nietnatuurlijk overlijden kunnen komen vanuit de omstanders, omgeving of het stoffelijk overschot. Omdat het niet mogelijk is om alle aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood uitputtend te behandelen, volgt hieronder een klein overzicht van typerende situaties18, met name omdat de kritiek dat behandelend artsen niet goed schouwen zich hier op richt. Omstanders • Vreemd gedrag van omstanders • Mededelingen van omstanders die niet rijmen met omgevingsfactoren of postmortale veranderingen • Medici, paramedici of verpleegkundigen melden dat een handeling onjuist dan wel door onbevoegden is uitgevoerd. Er is dan sprake van een calamiteit die ook aan de IGZ moet worden gemeld. Omgeving • Sporen van inbraak in de woning of wanordelijkheid op de plek van overlijden • Ligging van de overledene onderaan een trap • Sporen van drank-, drugs- of medicijngebruik • Sporen van bloed 41 op één lijn 56

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication