44

sel. Die afspraken gaan weliswaar over technische zaken zoals gedeelde API’s, open standaarden, algoritmes en datasets. Maar de essentie van een platform is volgens die definitie toch een kader voor conventies. Tot slot zijn er auteurs die een platform niet tot één betekenis beperken. Integendeel, zij zien een platform als een samenstel van een aantal bouwstenen. Voor Maurits Kreijveld bijvoorbeeld is een dataplatform niet alléén een infrastructuur, maar juist een combinatie daarvan met data en interacties. Die laatste vinden in een community plaats. Daarmee kan een platform volgens hem ook als een organisatiemodel worden gezien. Ook Albert Meijer en Wouter Boon positioneren zich in deze richting. Platforms combineren een technische architectuur, governance, prikkels voor gebruikers en maatschappelijke waarde. En toen? Wat moet een overheid hier nu allemaal mee? In zijn boek onderscheidt Arets drie manieren waarop overheden zich tot platforms kunnen verhouden: grip op platforms, platforms voor de overheid en de overheid als een platform. De eerste verhouding is er één van reguleren: hoe kunnen overheden platforms ‘in de tang houden’? Het meest bekende voorbeeld is de gemeente Amsterdam die de ongewenste effecten van de diensten van Airbnb wil beperken. Het werk van José van Dijck, Thomas Poell en Martijn de Waal laat zien 44 waarom overheden nog meer tot regulering zouden kunnen overgaan: platforms handelen soms in strijd met publieke waarden. Platforms voor de overheid gaat over een instrumentele verhouding: hoe kunnen overheden platforms inzetten voor het realiseren van hun doelstellingen, bijvoorbeeld de verbetering van de dienstverlening? De overheid als platform tot slot refereert aan de wens om zelf platform te kunnen zijn. Platform als identiteit dus. Bij deze drie verhoudingen valt iets op. Platforms voor de overheid en de overheid als platform gaan over de overheid zelf. Grip op platforms heeft juist betrekking op platforms van derden. Aan die laatste overheidsrelatie kunnen nog twee modaliteiten toegevoegd worden. Allereerst is het denkbaar dat een overheid tot een bestaand platform van andere partijen toetreedt. Waarom zou een overheid bijvoorbeeld zelf een platform starten voor een relatief nieuwe tak van sport als circulaire economie, als hiervoor reeds een platform van jonge bedrijven bestaat? De overheid kan dus ook in haar platformstrategie aansluiten bij de energie in de samenleving. Ook kan een overheid een bestaand platform faciliteren. Met kennis of financiële middelen bijvoorbeeld. Op zoek naar GaaP met publieke waarde Misschien dat het de lezer duizelt. Zoveel verschijningsvormen van een platform, zoveel verschillende manieren waarop een overheid zich tot een platform kan verhouden. De matrix

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication