34

Over Informatie Gesproken Het is niet haalbaar om een volledig overzicht te maken van alle gegevens die de overheid precies allemaal heeft waarmaken? En tegen welke kosten - niet alleen financieel maar ook qua prioriteit: wat doe je dan niet?” Een representatie Meer realisme in ambities kan leiden tot andere keuzes. Informatiehuishouding is niet altijd het meest tot de verbeelding sprekende onderwerp, maar in het verbeteren daarvan ligt de basis van veel andere ambities. Klievink geeft een voorbeeld. “Neem de ambitie om de burger inzicht geven in de gegevens die overheid van burgers heeft. Het is niet haalbaar om een volledig overzicht te maken van alle gegevens die de overheid precies allemaal heeft, met alle kopieën ervan. En in welke processen die gegevens precies worden gebruikt binnen al die overheidsorganisaties. Wanneer we burgers inzicht willen geven met een portaal waar die gegevens staan, is dat een representatie, maar niet dé representatie. We hebben daar immers niet de informatiehuishouding voor.” Dat betekent overigens niet dat je dit niet moeten doen, benadrukt hij. “Je kunt beginnen met de gegevens die je wel hebt. Maar de vraag is wel: is de burger daarmee het beste gediend? Misschien kun je een stap eerder zetten, in de kwaliteit van je informatiehuishouding. Door data die je niet mag of niet zou moeten willen hebben gewoon weg te gooien?” Gematigdere ambitie Klievink denk dat de maatschappelijke coalitie kan bijdragen aan meer realisme. Dat vraagt wel dat de overheid op de een of andere manier meedoet. “Met het maatschappelijk middenveld, de wetenschap, vertegenwoordiging van cliëntraden en burgergroepen, en vertegenwoordigers van de overheid samen een plan maken. Anders wordt het weer een vraag van buiten aan de overheid. Een gematigdere ambitie en een realistischer plan gaan veel meer bijdragen dan een hele scherpe probleemanalyse - hoe waar die ook kan zijn - als deze alleen van ‘buiten’ de overheid is.” Hollen en stilstaan ‘Hollen én stilstaan; hoe data en digitalisering de overheid veranderen’, is de titel van Klievinks oratie. Het ‘en’ in de titel is belangrijk, benadrukt hij. De overheid moet zich voor datagedreven werken zowel revolutionair (hollen) als evolutionair (stilstaan) verbeteren. En dat bovendien tegelijkertijd. Hij doet onderzoek naar hoe dat gaat bij AIinnovaties. “We zien dat organisaties op een paar manieren innovatie vormgeven. Enigszins gechargeerd: óf je maakt er iemand van - bijvoorbeeld een innovatieafdeling - óf je stimuleert innovatie binnen bestaande afdelingen en zelfs bij individuen.” Aparte innovatieafdelingen blijken beter 34 in staat om grootschalige, geavanceerdere innovaties te bedenken en maken. Toch levert incrementele verbetering in alles wat je doet uiteindelijk meer verandering op. Omdat adoptie in het primaire proces al is ingebakken in die innovatiebenadering. Maar er zit een grens aan hoeveel je daarmee kunt bereiken. De hamvraag: hoe krijg je allebei gedaan? “Daar kunnen pilots en dergelijke bij helpen. Toch zijn het uiteindelijk gewoon keuzes van organisatie en politiek. Is er budget en capaciteit? En we moeten steeds de vraag stellen of we bepaalde innovaties willen, en niet alleen hoe we die gerealiseerd krijgen.”

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication