AR J AN E L FA SSE D NIETS BEREIKT IN TIEN JAAR? TOCH WEL! De afgelopen tien jaar heeft de open data gemeenschap overheden en ambtenaren verteld dat het ontsluiten van overheidsinformatie als open data goed is voor de economie, de maatschappij en voor de overheid zelf. Het gaat om informatie die toegankelijk is en door iedereen vrij gebruikt, hergebruikt en gedeeld kan worden. Na tien jaar is het makkelijk om te stellen dat die belofte niet is waargemaakt. De waarheid is echter dat er nog maar zeer weinig empirisch, kwalitatief en kwantitatief onderzoek mogelijk is omdat er (nog steeds) vele drempels zijn. De open data gemeenschap, maar ook overheden, dachten dat die hordes vanzelf zouden verdwijnen. Eén daarvan is cultureel. Dat kost tijd, maar gaat niet vanzelf. Al meer dan vijftien jaar wordt bijna jaarlijks in allerlei rapporten en door verschillende commissies aandacht gevraagd om de informatiehuishouding van de overheid te verbeteren en aan te passen aan de digitale tijd. Recent nog concludeerden topambtenaren van de Algemene Bestuursdienst dat de door de Tweede Kamer aangenomen Wet open overheid niet kan worden uitgevoerd vanwege de verontrustende staat van die informatiehuishouding en hardnekkige ICT-problemen bij de overheid. Dit werd ook eerder geconstateerd door de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor Cultuur. Niet alleen hebben overheidsorganisaties daar zelf last van, ook burgers zijn hiervan de dupe. Al in 2001 gaf de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie in haar rapport ‘In dienst van de democratie’ het sein dat veel meer ingezet zou moeten worden op actieve digitale openbaarheid. Destijds werd al geconstateerd dat de snelle technologische veranderingen van invloed zouden zijn op de interactie tussen overheid en burgers. Transparantie zou een grote stap voorwaarts betekenen, maar omgang ermee binnen de overheid bleef veelal defensief van karakter. Wat verder speelt is dat de vraagzijde nog altijd niet goed wordt gezien. Daar waar open data inmiddels vanzelfsprekend is, bijvoorbeeld op het gebied van meteorologische data of verkeersinformatie, wordt het niet als zodanig herkend. De echte waarde van open data blijft daarmee buiten het zicht. 30 Neem route-apps of Buienradar. Niet iedereen realiseert zich dat deze apps grotendeels worden gevoed met overheidsinformatie. Zo hoort het eigenlijk ook. Of neem informatie over het openbaar vervoer of van het CBS. Ook die informatie is inmiddels ‘open’ en wordt dagelijks door miljoenen mensen dagelijks gebruikt. Weinigen zullen beseffen dat hiervoor een enorme beweging nodig is geweest om daar te komen. Nog zoiets. Onlangs werd een API gelanceerd met open data van de Tweede Kamer. Dat is goed nieuws, maar weinigen weten dat de open data beweging daarvoor sinds 2008 heeft geijverd. De inspanningen die nodig zijn om data echt herbruikbaar te maken, kost organisaties en bedrijven nog altijd (te) veel tijd en geld. Dat betekent dat data vaak niet actueel, volledig of historisch is. Vaak worden datasets eenmalig ad hoc ontsloten, laat staan in real time. En dan kost het nog veel moeite om goede data te vinden. Daarbij gebruiken nog lang niet alle overheden die datasets beschikbaar stellen, die data zelf. Hierdoor missen ze de voordelen van het ‘eten’ van de eigen data. Arjan El Fassed is directeur van Open State Foundation Foto: Sebastiaan ten Burg
31 Online Touch Home