7

g ICT als geheel goedkoper wordt. Sterker nog, ICT zal in eerste instantie meer geld kosten. Zo lang deze investering zich vertaalt in hogere kwaliteit en lagere kosten per eenheid product, is dat goed te verantwoorden. Een acceptabele prijsbepaling is geen one size fits all. Dat moet je voor elk onderwerp specifiek bepalen. Het is aan de politiek om te bepalen welke prijs per eenheid product acceptabel is.” E E Wat verwacht u dat de Ministeriële Commissie Digitalisering de komende jaren voor elkaar gaat krijgen? Van Zwol: “Het instellen van een dergelijk commissie is een advies en is er nu nog niet. Signaal dat wij willen afgeven is dat digitalisering Chefsache is, dat op het hoogste politieke niveau moet worden aangepakt. Ministers buigen zich al jaren over wetten en begrotingen, maar zij horen zich dus ook te buigen over digitale vraagstukken. Dat dient deze commissie te benadrukken en waar te maken.” Wordt het geen tijd voor een ministerie van ICT of op zijn minst een staatssecretaris van digitalisering? Van Zwol: “Nee, dat is kansloos. Net zomin als dat de minister van Justitie niet besluit over alle wetgeving en de minister van Financiën niet besluit over de besteding van alle budgetten, kan een staatssecretaris ICT geen besluiten nemen over alle digitalisering van de overheid. Wat weet een staatssecretaris ICT nou van de ICT-systemen die op de nieuw aan te schaffen tanks van defensie worden vereist? Daarvoor staat deze te ver af van het primaire proces binnen de afzonderlijke ministeries. Je wilt voorkomen dat dit een staatssecretaris Sodexo wordt die alleen in de kantlijn iets over de generieke bedrijfsvoering en facilitaire zaken mag vinden. Nee, zo’n functie zou een majeure blunder zijn. Digitalisering is inherent aan het primair proces van elk tale Infrastructuur) wordt steeds groter, dus de organisatie die dat uitvoert groeit mee. Maar ik denk dat we een niveau verder moeten gaan. Uitvoeringsorganisaties moeten ook een belangrijke rol spelen op het gebied van innovatie. Daarmee bedoel ik trouwens niet dat zij rapporten en adviezen moeten maken, maar dingen echt gaan doen. Dus experimenteren en aan de slag gaan. Als een digitaliseringsslag een keertje mis gaat, is dat helaas pindakaas. De afrekencultuur die dat afstraft, is oud denken. We moeten permanent in ontwikkeling zijn en dat vergt een gedragsverandering.” De huidige digitalisering vindt veelal plaats binnen oudere legacysystemen. In hoeverre pleit de studiegroep voor de overheid als een platform? Van Zwol: “Ik vind het idee dat we alle legacysystemen zo snel mogelijk moeten vervangen door een platformbenadering, te ver doorgeschoten. De oude legacysystemen disfunctioneren niet per se. Legacy is een begrip dat te gemakkelijk op zaken wordt geplakt. De vervanging van die systemen hoeft niet met een big bang. Big bangs bestaan niet in het leven. We tekenen de digitale overheid wel opnieuw in en verkennen alle opties, waaronder digitale platformen. Dat past ook bij de ambitie om internationaal goed mee te blijven doen. Wij zijn een klein land, maar behoren wel tot de grootste economieën van de wereld. Wij kunnen onze ambities blijven waarmaken als we daarop inzetten.” ministerie afzonderlijk en vergt specifieke kennis en uitvoeringskracht per domein.” Er wordt nogal wat verbetering verwacht van uitvoeringsorganisaties, zoals ICTU en Logius. Welke veranderopgave krijgen zij van u mee? Van Zwol: “Je ziet momenteel dat deze organisaties basisvoorzieningen beheren en ontwikkelen. De GDI (Generieke DigiGaat de overheid als werkgever een voortrekkersrol spelen en nieuwe competente ICT’ers aantrekken en vasthouden voor de publieke zaak? Van Zwol: “Dat zal wel moeten. Daniel Ropers van Bol.com (lid van de studiegroep) pleit ervoor dat minimaal 10 procent van de ambtenaren ICT’er zou moeten zijn. Ik onderschrijf dat idee. Ik vind 10 procent zelfs een bescheiden doelstelling. Natuurlijk is het opleiden en aantrekken van medewerkers uit de arbeidsmarkt een grote opgave. Maar de vraag is niet: de opgave is te groot, laten we die ambitie maar niet uitspreken. Personele transformatie is noodzaak. De Rijksoverheid moet niet als de V&D op een dag wakker worden en zeggen: het klopt niet meer wat we doen, we zijn failliet. Het ministerie van BZK zal het voortouw nemen en een Rijksacademie voor digitale overheid oprichten. We verwachten dat deze academie een positief effect zal hebben op het personeelsbeleid. Aandacht voor digitalisering moet integraal onderdeel van ons personeels- en arbeidsmarktbeleid zijn. Het lijkt mij verstandig dat wij in de cao afspreken dat ICT’ers bij de Rijksoverheid iets extra aan opleiding krijgen en dat we aanvullende arbeidsvoorzieningen aanbieden om werken bij het Rijk voor ICT’ers aantrekkelijk te maken.” Van Zwol: “Ten slotte wil ik benadrukken dat digitalisering van de overheid wat ons betreft een gezamenlijke opgave is die overheidsbreed opvolging vergt. Ministeries, gemeenten, provincies, waterschappen, ZBO’s moeten hierin samen optrekken. Het interbestuurlijke karakter van ons rapport is serieus gemeend. De Algemene Rekenkamer stelt zelfs dat er een digitale eenheidsstaat moet zijn. Ik snap wel dat zij dat zeggen. Wij hebben pas sinds de negentiende eeuw in Nederland een uniforme tijdszone die versnipperde tijdszones ophief. In die zin spreek ik de Rekenkamer graag na. Het werken aan een digitale overheid is een gezamenlijke opgave met een gemeenschappelijk doel.” Meer weten? Het volledige adviesrapport Maak Waar! is te lezen via tinyurl.com/lq4a3al

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication