22

Rouw en verlies Omgaan met rouw en verlies bij NAH Bij rouw denken we vaak aan het verliezen van een dierbare. Maar als je te maken krijgt met niet-aangeboren hersenletsel, krijg je ook te maken met rouw en verlies. Mensen met NAH ervaren hun leven vaak als in tweeën gedeeld: een leven vóór en een leven na het hersenletsel. Veel mensen met NAH zeggen zelfs dat ze zichzelf niet meer herkennen. Ze voelen zich een ander persoon. Dat maakt vaak verdrietig. Liefde die zijn adres kwijt is “Rouw is liefde die zijn adres kwijt is”, stelt Roel, cognitief trainer en rouwbegeleider bij InteraktContour. “Bij NAH gaat het niet alleen om het verlies van een persoon, maar om het verlies van wie je was.” Roel werkt sinds 2007 bij InteraktContour. In zijn rol biedt hij zowel cliënten als collega’s handvatten om beter om te gaan met verlieservaringen, die vaak deel uitmaken van het leven met NAH. Hij geeft onder andere workshops op het gebied van rouw, verlies en zingeving. “Ik zie elke dag veel verschillende soorten verlies. Die hebben vaak met elkaar te maken. Het grootste verlies is vaak dat van de eigen identiteit: ‘Wie ben ik nog, nu ik niet meer kan wat ik vroeger kon?’ Dat raakt mensen met NAH diep. Ze moeten opnieuw nadenken over wie ze zijn, wat ze voor anderen betekenen en wat hun plek is.” Rouw ziet er anders uit Roel: “Rouw bij mensen met NAH uit zich vaak anders dan we gewend zijn bij verlies. Door schade aan de hersenen werken emoties en gedrag anders. Hierdoor herkennen we rouw niet altijd. Ook de persoon met NAH zelf merkt het niet altijd op. Je ziet vaak geen tranen, maar wel gedrag dat voortkomt uit verdriet.” Voor naasten én voor mensen met NAH zelf is het daarom belangrijk om te beseffen dat rouw zich dus op unieke manieren kan uiten. Signalen van rouw bij mensen met NAH kunnen zijn: • Snel boos worden of geïrriteerd zijn. • Zich terugtrekken of geen zin hebben in activiteiten. • Moeite hebben met concentreren of snel moe worden. • Vaker ontevreden, gefrustreerd of wanhopig zijn. • Geen interesse meer hebben in sociale contacten. • Regelmatig zeggen: “Waarom ik?” of “Het komt nooit meer goed.” 22 verder met hersenletsel

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication