6

INTER VIEW DOOR ELODIE FOULON VOOR BLITS MAG A ZINE “IEDEREEN UITNODIGEN OM NAAKT TE GAAN” Ze is een dame waar onmogelijk één etiket op te kleven valt. En gelukkig maar, want zelf heeft ze een afgrijzen van hokjesdenken. Ze is wie ze is, zich anders voordoen dan hoe ze in mekaar zit, heeft geen enkel nut, zo heeft ze op haar zesenveertigste geleerd. Dat en nog veel andere dingen, met dank aan onder meer Charlie Chaplin. Het werd een bijzonder gesprek met Isabelle Beernaert, internationaal bekend als choreografe en bij het grote publiek natuurlijk van het VTM-programma ‘So You Think You Can Dance’. Alhoewel je accent het allerminst verraadt, ben je een rasechte West-Vlaamse. Vertoef je nog vaak in Kortrijk, waar je bent geboren en getogen? Mijn vader (jazzmuzikant Geert Beernaert, n.v.d.r.) woont er nog steeds, dus ik kom er minstens maandelijks nog even langs. Al moet ik toegeven dat de stad zo enorm veranderd is dat ik die nauwelijks nog kan vergelijken met het Kortrijk dat ik me herinner uit m’n jeugd. Het was fantastisch opgroeien in Kortrijk. Ik denk met veel plezier terug aan de tijd dat we als kind speelden in de straten, aan de Kabouterstoet, aan de mooie, kleine steegjes met winkels. Toen iedereen mekaar nog kende, toen mijn opa nog zijn kapperszaak had en mijn ouders hun muziekwinkel. Heerlijk was dat. Was je toen reeds gefascineerd door dans en beweging? (knikt) Mijn eerste herinnering daaromtrent dateert van toen ik een jaar of vier was en we met de kinderen van de plaatselijke middenstand op kinderkamp mochten. Daar ontmoette ik een Russische lerares naar wiens verhalen over muziek ik eindeloos kon luisteren. Ik kan me die plek nog perfect voor de geest halen: de geur, hoe het eruitzag en de onvergetelijke momenten die we daar beleefden. Eigenlijk heb ik altijd al de behoefte gehad om me te uiten op andere manieren dan de meeste mensen. Als kind was dat bijvoorbeeld door shows te geven op familiefeestjes, waarbij ik toen al de choreografe was en mijn neefjes en nichtjes dirigeerde wat ze moesten doen. Wat overigens niet vreemd is, gezien ik ben opgegroeid boven een muziekwinkel en er van jongs af aan al mee bezig was. Is het daardoor dat je weinig woorden nodig hebt om je uit te drukken? Vroeger was ik absoluut niet communicatief aangelegd, waardoor dans en beweging voor mij een gemakkelijker medium waren. Maar hoe ouder ik word, hoe minder moeilijk dat lijkt te zijn. Met ‘Laat me’ (voorstelling uit 2019, n.v.d.r.) heb ik voor het eerst woorden en dans gecombineerd en heb ik gemerkt dat mijn boodschap er nog sterker door werd overgebracht. Het is immers een feit dat de danstaal een gegeven is dat niet iedereen ligt. Door er gesproken woorden aan toe te voegen, werd de voorstelling opeens toegankelijk voor een pak meer mensen. Je noemt theater wel eens ‘de meest magische plek op aarde’. Vanwaar komt dat gevoel? Zelf merk ik dat ik een enorme interne wereld met me meedraag, die vaak erg verschilt van de wereld in de realiteit. In theater kan ik dat instinctieve dat ik voel, vertellen op mijn eigen manier. Alles wat ik voel, probeer ik om te zetten in theater, in de hoop het publiek ook iets te laten voelen. Dat hoeft niet per se hetzelfde te zijn als ik, het leuke eraan is dat het verhaal open is voor ieders eigen interpretatie. Maar een publiek dat verwonderd is, dat zich laat betoveren door licht, door muziek en door beweging, door wat ik via mijn buikgevoel heb gecreëerd, dat is wat ik wil bereiken. Wat mogen we verwachten van ‘Naakt’, je nieuwe voorstelling die op 24 oktober in première gaat in Casino Kursaal in Oostende? Onbewust is het een vervolg geworden op Laat

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication