31

woningbouwopgave maar op een paar schouders. In de grote steden is meer behoefte aan hulp om in contact te komen met de juiste mensen van andere partijen.” Marcel de Rouw: “Na het afsluiten van de eerste woondeal merkte ik al verschil in het contact met de andere partijen. Daarvoor sprak ik nooit zoveel met de provincie over Wonen, maar nu heel regelmatig. Van sommige mensen weet ik bijna de verjaardagen! Maar serieus, in Zuid-Holland was er toch sprake van een soort spanningsveld met twee grote steden aan de ene kant en de andere gemeenten aan de andere kant. Na de ondertekening van een officieel document is er minder spanning en heeft de samenwerking een positieve impuls gekregen.” Isabel van de Geer: “Er is in zo’n korte tijd zo’n groot netwerk ontstaan van mensen die gezamenlijk aan hetzelfde doel werken van voldoende woningen voor iedereen, op de juiste plek en betaalbaar. Het is een cliché, maar ‘zonder aandacht, geen groei’. Dit genereert een beweging die echt noodzakelijk is voor het versneld realiseren van de woningbouwopgave.” 14 woningbouwlocaties van nationaal belang Ruim 200.000 van de 900.000 woningen die gebouwd worden, staan gepland in 14 locaties die aangewezen zijn als grootschalige projecten van nationaal belang. Het gaat om gebieden binnen steden, waar grote vraagstukken als mobiliteit, leefbaarheid, veiligheid, bereikbaarheid, duurzaamheid bijeenkomen. Daarnaast zijn het gebieden waar wonen, werken, recreëren, leren, winkelen en zorgen allemaal bij elkaar komen, met grote stromen van bewoners en bezoekers door elkaar. Marianne Betten is programmamanager van deze 14 gebieden: “Er zijn daar heel veel mensen en investeringen nodig, meer dan de regio alleen kan dragen. Samen met de gemeenten hebben we voor deze gebieden business cases opgesteld om inzichtelijk te maken waar we het concreet over hebben. Welk gebied is het precies, hoeveel woningen, wat voor soort woningen, welke randvoorwaarden zijn nodig, aan welke eisen gaat het voldoen en welke investeringen heeft het nodig? We hebben heel veel zitten rekenen!” Twee van de 14 gebieden liggen in Den Haag. Marcel de Rouw is blij met de prioritering die het Rijk heeft gegeven. “Zonder dat, bestaat het risico dat de focus bij je eigen organisatie en de andere partijen verloren gaat. Mijn ervaring is dat als een gebied niet genoemd wordt in een beleidsnota, dat je dan nog zo’n goed verhaal kan hebben, maar dan krijg je moeilijker de aandacht.” Joris van Soest werkt fulltime aan de gebiedsontwikkelingen van één van de gebieden, het Central Innovation District (CID, v/h ‘De Binckhorst’): “Omdat ook de Rijksoverheid onderstreept, dat deze gebiedsontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van onze stad voor de Hagenaar, is het makkelijker om de lokale politiek en de samenwerkingspartners te blijven overtuigen. Want het wordt ook beter door de samenwerking. Je kan hier niet zomaar 10.000 huisjes erbij prikken. Die bewoners willen daar leven, naar school, wandelen, winkelen, noem maar op.” Een woningbouwimpuls van 1 miljard euro Louter aandacht is niet voldoende. Het Rijk heeft in de afgelopen kabinetsperiode één miljard euro beschikbaar gesteld om projecten ook financieel te ondersteunen. Gemeenten kunnen een aanvraag doen voor de realisatie van betaalbare woningen, voor starters en middeninkomens, die binnen 3 jaar van start gaat. De eerste twee aanvraagrondes van de woningbouwimpuls (WBI) zijn geweest en op 1 september jl. is de derde ronde geopend. Isabel van de Geer: “De WBI is geëvalueerd en over het algemeen heel positief ervaren. Het heeft veel opgeleverd, tot nu toe circa 95.000 woningen waarvan 65% betaalbaar.” Joris van Soest: “Wat knap is van de WBI is dat je ondanks de voorwaarden toch dat geld breed kon inzetten. Wij hebben bijvoorbeeld dat geld gebruikt om een asfaltcentrale te kunnen uitkopen. In Zuidwest, een wijk die we willen herstructureren, hebben we de waarde van de oude woningen kunnen compenseren. En op een derde locatie hebben we het tekort voor de ontwikkeling van groen, veilige fietskruispunten en verbetering van de infrastructuur kunnen oplossen: het budget voor die voorzieningen komt eigenlijk uit een percentage van elke nieuwe woning. Vastgoedbedrijven die konden aantonen dat ze dat geld niet konden bijdragen, hebben we gecompenseerd met de WBI.” Zijn collega Marcel de Rouw: “Toch had ik liever een andere regeling gehad. In de regio werken we veel met andere gemeenten samen en dat wordt ook gestimuleerd, maar met de aanvraag van de WBI zijn we ineens concurrenten. En, het kost ook nog eens veel capaciteit, aan onze kant maar ook aan die van het Rijk. We huren allemaal dezelfde adviesbureaus in!” Belofte voor de volgende kabinetsperiode Allen kijken uit naar voortzetten van de samenwerking, want er is meer nodig. Marcel de Rouw: ‘Ik hoop dat we de komende jaren kunnen voortzetten wat we nu hebben opgebouwd. Dat we wederkerigheid en commitment vastleggen in afspraken over de rolverdeling. En dat de financiën minder onzeker worden.’ Marianne Betten: “Op basis van de business cases van de 14 grootschalige woningbouwgebieden hebben we berekend dat in de periode tot 2040 nog grote investeringen, van miljarden, nodig zijn.” Joris van Soest: “We hebben suggesties gedaan. Het is afwachten wat het nieuwe kabinet er mee doet.” Isabel de Geer is er positief over: “De woningbouwopgave is en blijft topprioriteit. Door het opbouwen van goede samenwerkingen en ervoor te zorgen dat partijen elkaar snel kunnen vinden als ze elkaar nodig hebben, is gebleken dat we de woonopgave vlot kunnen trekken. Geen van allen wil dat nu laten schieten. Dit is dé manier om die 900.000 woningen te realiseren. En dat gaan we doen.” << Lees meer www.woningmarktbeleid.nl Stationslocaties 2021/2022 - 31

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication