0

Stationslocaties Nederland 2021/2022

Voorwoord We zitten in een dynamische tijd. De reizigersaantallen ontwikkelen zich gestaag, maar zijn nog lang niet op het niveau van 2019. Tegelijkertijd weten we dat het aantal reizigers verder in de toekomst juist flink zal toenemen. Er liggen drie grote dossiers die vragen om een oplossing: de woningnood, de stikstofcrisis en het klimaatprobleem. Het openbaar vervoer en de ontwikkeling van stationsgebieden spelen een belangrijke rol in het oplossen van deze vraagstukken. Bij reizen gaat het niet alleen om de trein en de bus, maar ook om het station en zijn omgeving én het voor- en natransport. De reiziger wil een seamless journey, waarbij ook voorzieningen op het station steeds meer vanzelfsprekend zijn. Een schone toiletruimte, een fijne plek om te wachten en een aanbod aan warme dranken of iets te eten. Onze ambitie is om reizigers een gevoel van thuiskomen te bieden op hun station. Dankzij de Stationsbelevingsmonitor (SBM), een kwartaalmeting onder reizigers, weten we wat reizigers vinden en wat ze nodig hebben. Samen met de reizigers en alle andere stakeholders, zoals gemeenten, het Rijk en in nauwe samenwerking met ProRail, werken we samen aan een duurzaam bereikbaar Nederland. Dat het Rijk het initiatief nam tot de gezamenlijke Stationsagenda toont het belang van de stations aan. Het is een erkenning van onze rol en van onze inspanningen en benadrukt tegelijkertijd de urgentie om samen aan de slag te gaan. Die urgentie betekent dat we samen verantwoordelijkheid moeten nemen, nog meer moeten samenwerken, en dat er ook financiering moet komen. De fietsenstallingenproblematiek is hiervan een voorbeeld: een complex dossier waarin veel partijen samenkomen. Mijn boodschap is: laten we ons verenigen en aan de slag gaan. Met mooi geformuleerde ambities alleen komen we niet op onze bestemming: een duurzaam bereikbaar Nederland, met stations en stationsgebieden die een bijdrage leveren aan het oplossen van de woningnood, het stikstofdossier en de klimaatproblematiek. Ik zie uit naar de samenwerking. Anneke de Vries Directeur Stations en lid Raad van Bestuur NS Stationslocaties 2021/2022 - 3

Deelnemers in deze uitgave www.arcadis.com www.zwolle.nl www.nijmegen.nl www.prorail.nl www.lichthoven.nl www.crossmarkbreda.nl www.am.nl www.5tracksbreda.com www.woningmarktbeleid.nl www.utrecht.nl www.nsstations.nl www.amersfoort.nl www.hilversum.nl www.leeuwarden.nl www.poortvanhoorn.nl www.purmerend.nl www.ivbn.nl www.leiden.nl www.dordrecht.nl www.diztrikt.nu www.spoorbeeld.nl www.stationsparkdeurne.nl www.makeitintilburg.com/spoorzone www.hori.nl Stationslocaties Nederland 2021/2022 Magazine Stationslocaties Nederland, jaargang 2021/2022 Redactie en advertentie-exploitatie Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711 7301 EE Apeldoorn M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl Journalisten Pieter Pulleman, Marc van Rossum du Chattel, Dianne Huijskens en Aïsha Selser www.jagermedia.nl Presentaties van vestigingslocaties in Nederland (binnenstedelijke (stations)ontwikkelingen, Haven(industrie)terreinen, Logistieke Hotspots en Food Locaties). - Blending Media - Monique Jager Social Media Team - Blending Media Vormgeving Studio Transparant Fotografie Jager Media Het magazine Stationslocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd.

Partners bij ontwikkelen van stationslocaties Stationslocaties Nederland 2021/2022 6 Coverpresentatie: De provincies Overijssel en Gelderland samen sterk in de ontwikkelingen van de stationslocaties Zwolle en Nijmegen. In de Omgevingsagenda Oost-Nederland slaan zij, samen met het Rijk, de handen ineen om elkaar te helpen en zaken sneller op de Haagse agenda te krijgen. inhoud 06 35 40 Arcadis, ‘Integrale aanpak van Nationale opgaven’ 46 Leeuwarden 50 NS Station, ‘Woningen bouwen bij OV-knooppunten’ 52 Poort van Hoorn 56 Purmerend 60 IVBN, ‘Woningmarkt in binnenstedelijke (stations)gebieden’ 10 ProRail 14 AM - ‘Lichthoven Eindhoven’ 16 Stationsagenda i.s.m ProRail, NS Stations en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 20 Crossmark Breda 24 AM - ‘Hero Breda’ 26 Synchroon - ‘5TRACKS Breda’ 29 Woningbouwopgave i.s.m. Gemeente Den Haag, Directie Woningbouw van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties 32 Utrecht 34 NS Stations, ‘Stations als knooppunt van mobiliteit en leefbaarheid’ 36 Amersfoort 38 Hilversum 58 62 Leiden 66 Dordrecht 68 Zwijndrecht, ‘Diztrikt’ 70 Bureau Spoorbouwmeester 72 Sociaal-maatschappelijke functie station Deurne 76 Overzicht Stationslocaties Nederland 83 Tilburg

Samen sterk! Overijssel en Gelderland slaan handen ineen Elkaar versterken, elkaar helpen en zaken sneller op de Haagse agenda krijgen. Dat zijn de positieve gevolgen als provincies gaan samenwerken aan grote opgaven in de leefomgeving. Goede bereikbaarheid van de regio en voldoende ruimte voor wonen en werken zijn slechts enkele voorbeelden hiervan. In de Omgevingsagenda OostNederland slaan Overijssel en Gelderland, samen met het Rijk, de handen ineen. Gezamenlijk hebben ze gedefinieerd hoe zij de toekomstige ontwikkeling van OostNederland zien. Gedeputeerden Bert Boerman (Overijssel) en Jan van der Meer (Gelderland) vertellen over de belangrijke rol van stationslocaties in het bereikbaar maken van de regio en het uitvoeren van de verstedelijkingsopgaven. Z wolle is, na Utrecht, het tweede belangrijkste spoorknooppunt van Nederland. Uit zeven verschillende richtingen komen er treinen binnen, inclusief de internationale Zwolle-Enschede-Münster verbinding. “Het is een complex OV-knooppunt. Het is niet voor niets dat de hele dienstregeling van de NS vanuit Zwolle wordt opgebouwd”, vertelt Bert Boerman met enige trots. Ook de stations in Arnhem en Nijmegen zijn belangrijke draaischijven voor Oost-Nederland, met veel regionaal, nationaal en ook internationaal treinverkeer. “Vanuit dat oogpunt hebben we een gezamenlijke positie”, aldus Jan van der Meer. “Bovendien hebben we op al die stationslocaties dezelfde uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid, woningbouw, circulariteit en 6 - Stationslocaties 2021/2022

Ontwerp van Office Winhov in opdracht van ProRail. Beeld gemaakt door Nanopixel vergroening. Ook daarin kunnen we samen optrekken en van elkaar leren.” Eenduidige agenda “Het is belangrijk om met elkaar goed te weten wat we willen en waar we naartoe willen,” vult Boerman aan. “Voor zowel Overijssel als Gelderland geldt bijvoorbeeld dat we groot belang hebben bij het versterken van de diverse corridors die door beide provincies lopen. Langs de lijnen van die corridors proberen we de ontwikkeling op gang te krijgen. We zijn eenduidig in wat we willen bereiken en daardoor krijgen we zaken sneller op de politieke agenda in Den Haag.” Tegenstrijdige belangen? Soms zijn er ook belangen die ogenschijnlijk tegenstrijdig lijken. Als voorbeeld noemen de gedeputeerden de spoorverbinding Amsterdam-Berlijn. De bestaande lijn loopt nu via Amersfoort, Apeldoorn, Deventer en dan bij Bert Boerman Jan van der Meer Oldenzaal de grens over naar Duitsland. Er zijn plannen om meer en sneller ICE’s te laten rijden via Arnhem richting Duitsland. Boerman: “Beide verbindingen kunnen prima naast elkaar bestaan, omdat ze andere gebieden doorkruisen met andere reizigersaantallen en andere bestemmingen. Zo kunnen we elkaar toch weer vinden in de lobby. Gelderland trekt keihard mee om de bestaande lijn te verbeteren en te versnellen. En in Overijssel onderschrijven we de ambitie van Gelderland om de hogesnelheidslijn te willen realiseren.” Station als spin in het web De verstedelijkingsstrategie is voor beide provincies een grote opgave. “Alleen al in Nijmegen worden rond het station zo’n 2.000 woningen gebouwd, met nog eens duizenden andere in een brede schil eromheen”, vertelt Van der Meer. Ook Zwolle, Deventer en Enschede hebben grote plannen op het gebied van woningbouw in en rondom het stationsgebied. Boerman: “De spin-off van een stationslocatie is enorm en dient niet alleen de stad zelf, maar ook een grote regio er omheen. Je kunt onmogelijk iedereen die in de stad werkt, studeert of recreëert, huisvesten in die stad. Daarom is goede bereikbaarheid cruciaal. Het geeft een enorme boost aan de hele regio als je dat goed op orde hebt.” Lees verder hoe twee belangrijke stations in Oost Nederland (Zwolle en Nijmegen) zich ontwikkelen. Stationslocaties 2021/2022 - 7

De Zwolse spoorzone op weg om groenste station van NL te worden Wie al een tijdje niet meer de trein naar Zwolle heeft genomen, zal bij het uitstappen versteld staan. Het stationsplein aan de noordzijde heeft een ware metamorfose ondergaan. Het vormt nu een prachtige, groene entree naar de stad, primair ingericht voor fietsers en voetgangers. Het busstation is verplaatst naar de zuidzijde, waar het een integraal onderdeel van het station is geworden. De fietsen gaan ondergronds in de meest moderne fietsenstalling van Nederland. De volgende stap is een voetgangersbrug en de ontwikkeling van een nieuw, bruisend en creatief stuk stad aan de zuidzijde. V ol trots toont wethouder Ed Anker de schetsen voor de passerelle, een loopbrug die een verbinding gaat vormen tussen de oude binnenstad en het nieuw te ontwikkelen gebied aan de andere kant van het spoor. “Het wordt een prachtig houten bouwwerk, met veel groen. Een plek ook waar je heerlijk even kunt zitten op een bankje. Tijdens inspiratieavonden laten we stadsbewoners meedenken over dit soort nieuwe ontwikkelingen. Het plan is nu om halverwege de passerelle een waterbron te maken, van waaruit de plantenbakken gevoed worden. Ook kunnen we met het water speelse elementen toevoegen aan weerszijden van de trappen.” De passerelle wordt onderdeel van het Engelenpad, een nieuwe, prachtige wandelroute, die vanuit de binnenstad via de spoorzone naar de IJssel gaat lopen. Een nieuw stuk stad De zuidzijde van het station (Hanzeland) was van oudsher een klassieke werklocatie. Een auto-gedomineerde plek met kantoren en industrie. “We gaan dit hele gebied omturnen naar de belangrijkste vierkante kilometer van de regio”, vertelt een enthousiaste wethouder. 8 - Stationslocaties 2021/2022 “Het wordt een plek waar alle innovatie plaatsvindt, waar creatieve industrie zijn gang kan en dat allemaal in een groene omgeving met veel aandacht voor biodiversiteit. Er komen zo’n 4.000 woningen voor jonge mensen en senioren. We hebben hier geweldige opleidingen als Cibap (Vakschool voor vormgeving), Windesheim en ArtEZ University of the Arts. Samen met museum de Fundatie zien zij in dit stadsdeel een mooie toekomstige vestigingsplek.” Ed Anker STOMP Zwolle hanteert bij de mobiliteitsplanning voor het gebied het Belgische STOMP-principe: Stappen, Trappen, OV, Mobiele diensten (zoals deelscooters) en pas als laatste de P van parkeren. Voetgangers en fietsers krijgen hiermee vrij baan. Via het nabij gelegen station is het Openbaar Vervoer binnen handbereik. Het plan is om auto’s aan de randen van het gebied af te vangen in vier hubs, waardoor de stad zoveel mogelijk autovrij wordt. Duurzame oplossingen Om wateroverlast als gevolg van extreme regenbuien te voorkomen, zijn onder het Stationsplein infiltratiekratten geplaatst, die overtollig hemelwater opvangen en herverdelen. Ook de nieuwe ondergrondse fietsenstalling kan als noodberging voor water worden gebruikt. Daarnaast wordt er in het hele stationsgebied veel groen aangeplant om regenwater op te nemen en in de zomer voor koelte te zorgen. Met al deze duurzame voorzieningen is Zwolle hard op weg het groenste station van Nederland te worden.

Nijmegen trappelt van ongeduld om stationslocatie aan te pakken Station Nijmegen staat aan de vooravond van een grote renovatie. Eindelijk.. want al tien jaar geleden werd er een nieuwe visie voor het stationsgebied ontwikkeld. Tot hun grote teleurstelling viel Nijmegen destijds buiten de toenmalige sleutelprojecten. Stations als Breda en Arnhem gingen voor, vanwege de internationale verbindingen. “H et was moeizaam om aandacht te krijgen voor ons station”, vertelt voormalig wethouder Harriët Tiemens (vanaf 1 september 2021 werkzaam als directeur groene metropoolregio ArnhemNijmegen) “Wij zijn het 8ste station van Nederland. Nijmegen is qua reizigersaantallen veel groter dan de stations in Arnhem en Breda, die inmiddels prachtig zijn verbouwd. Hier is in de loop van de decennia ook wel veel ver- en herbouwd, maar qua functionaliteit is het station niet op orde. Zo is er, aan de westzijde, maar één, veel te krappe en daardoor onveilige, ingang, een schimmig tunneltje en een verouderde fietsenstalling. Er moet hoognodig iets gebeuren!” In 2020 kwamen de ontwikkelingsplannen voor de Nijmeegse stationslocatie in een stroomversnelling, toen Nijmegen door het Rijk werd erkend als regio met een groot woningtekort. Ook de cruciale functie van station Nijmegen op de SUN-corridor (SchipholUtrecht-Nijmegen) en het uitrollen van het Programma Hoogfrequent Spoor (waarbij elke paar minuten een trein vertrekt) stellen hoge eisen aan de stationslocatie. Een toekomstbestendige stationslocatie Station Nijmegen wordt dus in rap tempo toekomstbestendig gemaakt. Er komt een volwaardige tweede ingang aan de westzijde van het station, met een fietsenstalling en een kiss&ride plek. Het station wordt hier ook uitgebreid met een derde perron. De bestaande ingang aan de centrumzijde wordt verbreed en bestaande perrons worden verlengd. Verouderde bebouwing aan de westzijde, wordt gesloopt. “Daar ontstaat nu een geweldige triple A locatie”, vertelt Tiemens. “Er komen zo’n 2.000 nieuwe woningen, maar ook werklocaties en horeca. Er wordt daar echt een nieuw stukje stad gecreëerd. Jong en hip, maar ook geschikt voor 60-plussers die kleiner willen gaan wonen en geen auto meer nodig hebben, omdat ze lekker dichtbij alle voorzieningen wonen en bij de trein, bussen en regionale fietspaden.” Logistieke uitdaging Behalve een nieuwe entree aan de westzijde wordt ook de bestaande situatie aan de centrumzijde aangepakt. Logistiek gezien zorgde de centrumzijde van het station voor een Harriët Tiemens Foto Bart van Dieken flinke uitdaging. “Het is daar zo druk, dat er één verkeersstroom uit moet. Dat zijn de fietsers geworden, die in de toekomst via een fietsvallei naar het station worden geleid”, aldus Tiemens. Aan deze zijde wordt een grote ondergrondse fietsenstalling gebouwd. Ook wordt de meest gebruikte busverbinding, lijn 10 van en naar de universiteitscampus, naar de zuidzijde verlegd. Tenslotte wordt de stationshal vernieuwd. “Maar de mooie historische elementen, zoals de Florentijnse klokkentoren en de perronkappen, houden we in tact!” Groen en circulair Tiemens benadrukt de ambitie van de stad om circulair te bouwen en veel klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Als voorbeeld noemt ze het in onbruik geraakte onderhoudslijntje langs het spoor dat wordt omgeturnd naar een parkachtige groenstrook. “Deze green line, uitgerust met kunstwerken en waterelementen, loopt straks helemaal van de Waalkade tot in het Willemskwartier. Het wordt een fantastisch wandelpad voor de stadbewoners en een wapen in de hittebestrijding.” << Tijdens al de werkzaamheden die de komende jaren in en rond het station plaatsvinden, blijft ‘de winkel gewoon open’. Dus ook tijdens de Vierdaagse, waarin het station een sleutelrol vervult in de ontvangst van anderhalf miljoen bezoekers in een week. Westzijde station. Ontwerp van Office Winhov in opdracht van ProRail. Beeld gemaakt door Nanopixel

Zonder goede OV-knooppunten geen goed OV John Verbruggen Fotografie 10 - Stationslocaties 2021/2022

Utrecht Centraal, Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal, Station Arnhem en Breda; de grote stations die in de afgelopen jaren zijn verrezen zijn stuk voor stuk visitekaartjes voor NS en ProRail. Het zijn de meest zichtbare tekenen van de groei op het Nederlandse spoor. Maar er is meer nodig om de groei van Nederland bij te houden betoogt Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail. Astrid Bunt “E en betaalbare woning vinden in een fijne buurt met goede voorzieningen is zoals bekend op dit moment een van de grootste maatschappelijke problemen. De komende jaren moet een grootschalig bouwprogramma van de grond komen om honderdduizenden nieuwe woningen te realiseren. Met goede spoorverbindingen en stations helpen NS en ProRail woningbouw mogelijk te maken in het hele land door te zorgen dat nieuwe woningen en wijken goed bereikbaar zijn.” Spoorcapaciteit vergroten “En als die woningen er straks staan, moeten de treinen en ook de stations dertig tot veertig procent meer reizigers aankunnen dan nu. Het betekent dat we de komende twintig jaar de spoorcapaciteit op bijna alle lijnen moeten vergroten. Dat kan met het invoeren van het Europese digitale spoorsysteem ERTMS, maar ook met zeker veertig middelgrote tot kleine treinstations. De capaciteit en voorzieningen op bestaande stations zullen we hierop moeten aanpassen.” Ongekende hoogten “Als we ons door de terugval in reizigersaantallen vanwege corona laten leiden, kan Nederland op termijn niet meer voldoen aan de vraag naar mobiliteit, huisvesting, economische ontwikkeling en duurzaamheid. Uit onafhankelijk onder blijkt dat het personenvervoer over de weg en het spoor al snel weer Stationslocaties 2021/2022 - 11

Station Den Bosch. Foto Gerrit Serné toeneemt tot ongekende hoogten. Daarom zijn wij nu met onze maatschappelijke partners in gesprek om plannen te ontwikkelen en te prioriteren.” OV-knooppunten “Goede stations en OV-knooppunten zijn cruciaal als toegangspoort tot het OV netwerk. In tientallen gemeenten verrijzen compleet nieuwe stations, zoals Dordrecht Leerpark, of richten we hele stations opnieuw in om verschillende vervoersstromen beter samen te brengen. Dat doen we onder meer in Den Bosch, Nijmegen en Eindhoven. Ook op kleinere stations moet veel gebeuren, zoals in Franeker, waar we het perron moeten verlengen en verbreden. Dat is vanwege de technische complicaties (verplaatsen spoortracé en brug) een complexe, tijdrovende operatie.” Voorbeeldstation “Een voorbeeld van een station dat al is ingericht op de toekomst, is het enkele jaren geleden geopende LansingerlandZoetermeer, tussen Utrecht en Den Haag. Dit station doet dienst als knooppunt waar auto, trein, lightrail, fiets en bus samenkomen, midden in het Groene Hart. Dit soort knooppunten maakt het mogelijk het (OV-)verkeer meer te spreiden. Dat helpt tegen filedruk en drukte op stations. Met dit soort moderne OV-knooppunten brengen we het openbaar vervoer naar de haarvaten van Nederland, een schaalsprong dus in aantallen reizigers, maar ook in kwaliteit en bereik.” Uitdaging in Den Bosch “Den Bosch heeft een van de grootste uitdagingen in Nederland. Het is een populair overstappunt en een plek waar veel mensen komen voor een dagje historische binnenstad, een 12 - Stationslocaties 2021/2022 ziekenhuisbezoek of een theatervoorstelling. Het heeft daarnaast een belangrijke, regionale functie. Ook zal het station mee moeten gaan in de grote gebiedsontwikkeling rondom het stationsgebied. Complicerende factor is het snelgroeiende aantal reizigers op het station doordat de stad veel toeristen trekt en doordat er weinig ruimte is om uit te breiden. Dat is overigens bij meerdere stations het geval.” Nijmegen “Ook Nijmegen is een OV-knooppunt dat meegroeit met de groei in het spoornetwerk en de gebiedsontwikkeling in de stationsomgeving. Op dit station waren vanuit het programma PHS (Programma Hoogfrequent Spoor) aanpassingen nodig aan het station, met name aan de perrons. Inmiddels is een integraal plan ontstaan voor station en stationsomgeving, door betrokkenheid van NS Stations en onder meer gemeente en provincie, die plannen hadden voor het stationsplein en het busplein. Hierdoor wordt deze OV-knoop nu toekomstbestendig aangepakt om ook de verwachte groei aan reizigers aan te kunnen.” Handelingsperspectief “Voor het samenbrengen van de opgaves van de verschillende partijen op de OV-knooppunten is twee jaar terug het zogenoemde handelingsperspectief ontwikkeld. Wij zien dat deze ‘tool’ in de praktijk enorm helpt om de opgaves van de verschillende partijen op tafel te krijgen en hierover het juiste gesprek te voeren. We weten hierdoor veel beter wat er speelt op en rondom de stations. We kunnen dankzij de tool beter met ieders behoefte rekening houden wat helpt om onze stations toekomstbestendiger te bouwen en verbouwen. Inmiddels is er met hulp van alle bij dit proces betrokken partijen een set ver

‘We brengen het openbaar vervoer naar de haarvaten van Nederland, een schaalsprong dus in aantallen reizigers, maar ook in kwaliteit en bereik’ Station Assen. Foto Egbert de Boer beterpunten geïnventariseerd voor het handelingsperspectief en zal door het programma Toekomstbeeld OV een nieuwe versie worden gepubliceerd.” “Alles bij elkaar leidt dit tot een enorme ontwikkeldruk en om die het hoofd te bieden, werken wij samen met gemeenten, provincies en het rijk. Soms als de ‘trekker’, zoals in Den Bosch, soms zijn gemeenten dat (Franeker) en soms provincies (Dordrecht Leerpark). Op al die plekken gaat het om investeringen waarover op korte termijn afspraken moeten worden gemaakt om onze maatschappelijke doelen te halen. De komende jaren zullen we daarin moeten prioriteren om de samenleving inzicht te bieden in de keuzes die we moeten maken. De actieagenda, waar binnen het kernteam Ketens en Knopen van Toekomstbeeld OV aan gewerkt wordt, helpt ons hierbij.” << Toekomstig beeld station Nijmegen Centraal. Artist’s impression ‘2720 PB westentree Tunnelweg’: in opdracht van ProRail opgesteld door OFFICE WINHOV BV Stationslocaties 2021/2022 - 13

Een lichtend voorbeeld voor Eindhoven LICHTHOVEN Copyright Absent Matter 2020 Anton Philips waakt over het stationsplein in Eindhoven. Zijn bronzen beeld staat pontificaal voor de ingang van het monumentale stationsgebouw. Hij kan zijn bronzen nek lastig draaien, maar als hij naar links zou kijken dan zou hem dat droef stemmen. Eerst ziet hij een zee aan gestalde fietsen en daarachter een wat troosteloze lege vlakte. Eens stond hier het postkantoor van de Lichtstad, het werd gesloopt. Nu komt hier een duurzaam nieuw stukje Eindhoven, waar de stad trots op zal zijn. A an de rand van de locatie staat het Student Hotel, de voorbode van nieuw elan. Want de braakliggende locatie maakt plaats voor een bruisende stadswijk. Rogier Meeuwssen is Senior Ontwikkelingsmanager bij AM en verantwoordelijk voor de kantoorontwikkeling. AM legt zich toe op duurzame en inspirerende leefomgevingen. Hij vertelt: “De zuidzijde van het station krijgt een complete metamorfose. Amvest bouwt er torens van 158, 110 en 76 meter. NS, Prorail en de gemeente zijn volop bezig met de ontwikkeling van een ondergrondse fietsenstalling en de herinrichting van het Stationsplein. En dan realiseren wij, twee 14 - Stationslocaties 2021/2022 woontorens met in totaal zo’n 240 appartementen en een kantoorgebouw. En tenslotte bouwt Edge Technologies circa 25.000 meter kantoorruimte en 175 appartementen.” Downtown Eindhoven Het project van AM heeft de naam Lichthoven gekregen. “Het is nu al zes jaar een zandvlakte, een waai-gat. Wij gaan er iets moois van maken, een duurzaam verblijfsgebied, met een mix aan functies, downtown Eindhoven. Daar ben ik erg trots op.” In het centrum van de stad is relatief weinig woonruimte, met 4.000 bewoners. Aan de zuidzijde van het station worden daar zo’n duizend woningen aan toegevoegd. Waarmee een antwoord wordt gegeven aan de enorme woningbehoefte in het hart van Brainport. Mark Nellen is als projectontwikkelaar bij AM verantwoordelijk voor de woningontwikkeling en de ondergrondse parkeergarage van de eerste fase van Lichthoven. Door deze mix aan functies zal er een prettige plek ontstaan om te wonen en te werken, ook zal de levendigheid en veiligheid in het zuidelijke Stationsgebied in positieve zin toenemen, zo denkt Nellen: “De kracht zit hem in de totale ontwikkeling, er gaat in positieve zin veel dynamiek ontstaan. We willen levendigheid en veiligheid,

dat er roering blijft, je wilt geen donker gat als ’s avonds het kantoor dicht is.” Meeuwssen licht de inbreng van AM toe: “Wij willen zo snel en zorgvuldig mogelijk het resterende gebied ontwikkelen en de drie resterende bouwdelen realiseren, een kantoorgebouw en twee woongebouwen die alle drie aan hoge eisen van duurzaamheid voldoen. Gebouw A wordt een duurzaam kantoorgebouw van circa 50 meter hoog. Het grenst direct aan het Stationsplein, met ruime balkons aan die zijde. Samen met The Student Hotel vormt het de entree van Lichthoven. De plint krijgt een open en transparante functie, in te vullen met werkplekken en horeca.” Buiten werken Opvallend is het ontwerp: een keramisch rood gebouw, met veel groene elementen, en elf bouwlagen. “Het moet een nieuw icoon worden in het hart van Eindhoven.” Het gebouw streeft naar een BREEAM excellent-certificaat. “Het is natuurlijk schitterend om hier buiten te werken, grenzend aan het Stationsplein” AM werkt nog haar aan de plannen, en wil het gebouw zo ‘smart’ mogelijk maken. “Sinds de corona-crisis weten we hoe belangrijk goede ventilatie is. Maar een te harde ventilatie is ook niet prettig. Daarom moet een gebouw anticiperen op de bezetting van ruimtes. En daar zetten we nu vol op in. Zodat het gebouw niet alleen op duurzaamheid hoog scoort, maar ook op gezondheid, healthy urban living and working. En dan moet het ook nog prettig zijn om in te werken.” Onder de twee woongebouwen komt een compacte parkeergarage, met name voor de kantoren en met een klein deel voor bewoners. Meeuwssen legt uit dat de auto niet op één staat. “Voor de kantoren komen er tachtig parkeerplekken. Het is op zo’n toplocatie naast het station de bedoeling, dat de meeste gebruikers met de trein, bus, fiets of te voet komen. We zetten dus in op bedrijven die willen werken op een stationslocatie.” Om optimaal aan de mobiliteitsbehoefte te voldoen, wordt er nagedacht over mobiliteitsconcepten, zoals deelauto’s en -fietsen. Gezellig groen Zowel de gemeente Eindhoven als AM willen voorkomen dat het gebied versteent. Lichthoven krijgt veel groene, parkachtige buitenruimten. Ook wordt het stroompje de Gender bovengronds gelegd en komt terug in het straatbeeld, nu ligt die waterloop ondergronds. Nellen vertelt enthousiast: “Door de diverse ontwikkelingen in het zuidelijke Stationsgebied in combinatie met de herinrichting van de openbare ruimte rondom de Stationsweg en het Stationsplein, waarbij water en groen een integraal thema zijn, ontstaat er een geweldig nieuw stukje Eindhoven met een geheel eigen identiteit”. De hoogwaardige en duurzame woongebouwen C en D krijgen 240 woningen met een divers woonprogramma, naar grote waarschijnlijkheid verdeeld in huur- en koopwoningen. Gebouw C wordt een woontoren van zo’n 75 meter hoog. Bijzonder aan dit gebouw is dat er op de begane grond en op de eerste verdieping woon-werk-woningen over twee verdiepingen worden gerealiseerd, met bijvoorbeeld ateliers op de begane grond. Het is de verwachting dat deze met name in trek zullen zijn bij mensen die actief zijn in de sectoren Techniek en Design. AM heeft een hoge community ambitie. Daarbij staat ontmoeten en verbinden centraal. “Daarom wordt er veel ruimte gegeven aan collectieve voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimten, zowel binnen Links Rogier Meeuwssen, rechts Mark Nellen als buiten, maar ook gemeenschappelijk te delen functies zoals bijvoorbeeld een wasserette.“ Gebouw D wordt ongeveer 30 meter hoog en krijgt de kenmerkende uitstraling van een woongebouw, door het ontwerp met uitkragende balkons, verspringend over het hele gebouw. Samen met het Student Hotel hebben de vier bouwblokken een opvallend element. “Gebouw A en D hebben een horizontale nadruk, terwijl in gebouw C en het Student Hotel de verticaliteit wordt benadrukt.” Bij de ontwikkeling wordt rekening gehouden met flexibiliteit om in te kunnen spelen om toekomstige ontwikkelingen. Zo is kunnen op termijn twee kleinere appartementen worden samengevoegd tot één grote. WKO Bewoners ontmoeten elkaar in de groene collectieve buitenruimte, voor bijvoorbeeld een borrel of barbecue. Bij de schemering genieten ze van overscherende vleermuizen op jacht naar kleine vliegjes. Naast de aanzienlijke hoeveelheid groen worden ook nestkasten voor vleermuizen en huismussen gerealiseerd. “Op deze wijze realiseren we een natuur-inclusief stukje binnenstad.” Het duurzame energiesysteem is gebaseerd op een WKO-systeem, waardoor er maar een beperkte hoeveelheid zonnepanelen benodigd is om de duurzaamheidsdoelstelling te halen. Begin 2022 moet de bouw van het kantoorgebouw A starten een half jaar daarna de woongebouwen. Het streven is dat in 2025 alles klaar is. << Meer info: www.lichthoven.nl Ing. Rogier Meeuwssen MSc. MRE. MRICS Rogier.meeuwssen@am.nl Ing. Mark Nellen Mark.nellen@am.nl Copyright Absent Matter 2020 Stationslocaties 2021/2022 - 15

Stationsagenda: wel richtlijn, maar geen blauwdruk Met het gezamenlijk ontwikkelen van een Stationsagenda nemen het ministerie van IenW, ProRail en NS het voortouw om een lange termijn visiedocument voor stations en hun directe omgeving te realiseren. “Het is een doorlopend proces dat nooit klaar is.” S ebastiaan de Wilde, directeur Vastgoed bij NS Stations, Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail en Delroy Blokland, afdelingshoofd Openbaar Vervoer en Stations bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) schuiven aan om tekst en uitleg te geven. Blijven nadenken Dat ze samen aan tafel zitten voor het interviewgesprek is eigenlijk al exemplarisch voor de wijze waarop nu wordt samengewerkt, vindt Bunt. “Samen het voortouw nemen in het ontwikkelen van de beleidsvisie én dat vervolgens concretiseren samen met de omgeving.” De Wilde: “Als je ‘naar buiten kijkt’ dan lijkt het allemaal af. Er is immers ontzettend veel gedaan de laatste jaren. Maar we moeten blijven nadenken en doorontv.l.n.r Sebastiaan de Wilde, Astrid Bunt en Delroy Blokland Utrecht Centraal, fotograaf Jannes Linders 16 - Stationslocaties 2021/2022

Stationslocaties 2021/2022 - 17

De Wilde: ‘De samenwerking aan de voorkant beter regelen, dat is onze inzet’ visie en een meer integrale aanpak. Blokland: “Er gebeurt al veel in en rond de stations, maar we hebben bij IenW nog veel meer ambities. Daarbij was de vraag hoe je die uitdagingen en alle betrokken partijen bij elkaar brengt. Dat was de aanleiding om een Stationsagenda te willen maken.” Barneveld Noord, fotograaf Stefan Verkerk wikkelen, anders hebben we over twintig jaar een probleem. Een station veranderen duurt lang. En de samenwerking die daarvoor nodig is aan de voorkant beter regelen, dat is onze inzet.” Aanleiding Voormalig staatssecretaris Van Veldhoven formuleerde de ambitie om tot een gezamenlijke Stationsagenda te komen met ProRail, NS Stations, gemeenten, provincies en vervoerders en die moet helpen om diverse uitdagingen in het openbaar vervoer het hoofd te bieden. De verwachte groei van het aantal reizigers, de toename van het aantal vervoerders op het spoor, verduurzaming, de stedelijke ontwikkeling op en nabij de stations, de benodigde transfercapaciteit en de gebiedsontwikkeling zijn de belangrijkste. Volgens de staatssecretaris was er behoefte aan een heldere beleidsToekomstperspectief De Stationsagenda moet een richtinggevend beleidsdocument worden voor de lange termijn. Niet van bovenaf opgelegd, maar gedragen en gevoed door de stakeholders, zegt Blokland. IenW, ProRail en NS Stations fungeren als de trekkers en zorgen dat partijen als gemeenten, vervoerders, vastgoedpartijen en bijvoorbeeld vrijwilligersorganisaties betrokken worden. Blokland: “We weten nog niet wat er uitkomt; we zitten middenin het proces. We zien wel heel veel enthousiasme bij alle betrokkenen.” Bunt: “Het is geen investeringsagenda, het is een visie.” Blokland: “Precies, het is een toekomstperspectief. Het gaat niet over geld en daarom kun je ook je dromen opschrijven.” Bunt: “En stap voor stap gaan we al op Perronkappen Den Bosch 18 - Stationslocaties 2021/2022

Nijmegen Lent, fotograaf Stefan Verkerk weg naar die toekomstdroom. Ik sprak eerder over het stations als stadspark. Een plek waar je kan ademhalen, kan ontmoeten, bewegen. Een gezonde verblijfsplek, ook wel Blue Zone genoemd. Daar zijn we nu al actief mee bezig, door aan te sluiten bij de Rookvrije Generatie, AED’s te plaatsen en door stations te vergroenen, door bijvoorbeeld oude ‘veteranenbomen’ in stationsgebieden te behouden. Allerlei kleine stapjes in die richting.” Bunt: ‘Stap voor stap gaan we al op weg naar die toekomstdroom, doe je mee?’ Ateliers In een viertal ateliers verdiepen de partijen deze zomer de ideeën die in een eerdere enquête naar voren kwamen. Die vier ateliers zijn: het station als bestemming, als verbinder, als vertrek- en aankomststation en als OV-hub. De centrale vraag waarover de gesprekspartners zich buigen, is ‘waar willen we naar toe?’. Eind dit jaar moeten er antwoorden op tafel liggen die als basis zullen dienen voor het beleidsdocument. “Punt is”, zegt De Wilde, “dat een station als – pakweg – Gilze Rijen niet hetzelfde is als Utrecht Centraal, maar dat het wel op dezelfde manier moet werken voor de reiziger.” Verduurzamen is overigens een onderwerp dat in alle vier de atelierthema’s terugkomt. Er gebeurt al veel op dat gebied, zegt De Wilde. “We bouwen de verlichting momenteel om naar LED, plaatsen zonnepanelen op de perrondaken, roltrappen rollen alleen als er iemand op stapt en we zijn bezig met onder andere het verminderen van afval vanuit de stationswinkels zoals koffiebekers en verpakkingsmaterialen.” Kaders De gezamenlijke aanpak is noodzakelijk, vindt De Wilde. “Het gebruik van het OV groeit hard. Binnensteden worden meer autoluw, Mobility as a Service (MaaS)-toepassingen nemen toe. Dit soort dingen organiseren op een station met inachtneming van wet- en regelgeving, concessies, lokale omstandigheden en meer, dat vraagt nogal wat. Dan is het mooi dat het ministerie dit oppakt en kaders zet.” Bunt vult aan: “De woningbouw rondom stations zal flink toenemen en dat vraagt om een investering in de stations. Zonder investeringen in het OV heeft een investering in woningbouw geen enkele zin. Nederland moet bereikbaar blijven.” Blokland: “Of neem de fietsenstallingen die werden en worden gebouwd; vaak zijn dat best complexe bouwprojecten: ondergronds, op die stations-postzegel, met diverse eigenaren en belanghebbenden. Kaders helpen dan.” De Wilde: “Precies, als elke fietsenstalling er compleet anders uitziet, dan begrijp je dat als reiziger niet. Tegelijkertijd heb je wel het unieke van de locatie waarmee je te maken hebt. Dus bevat het visiedocument straks wel richtlijnen, maar is het geen blauwdruk.” Substantieel De Wilde: “De veranderingen lijken soms niet zo groot, maar zijn toch substantieel. Neem de toename aan bakfietsen en elektrische fietBlokland: ‘Het hele proces is nieuw, spannend én leuk’ sen en de impact daarvan op de stalling. We verkopen geen sigaretten meer op stations en willen watertappunten. Dat soort ontwikkelingen. En bij elkaar zijn dat er ook gewoon heel veel, waarbij er ook nog eens telkens nieuwe bijkomen.” Bunt: “De Stationsagenda is daarom ook een doorlopend proces dat nooit klaar is. Daarom moeten we de partijen bij elkaar houden.” Blokland, enigszins filosofisch: “Als je pakweg twintig, dertig jaar terugkijkt en dat vergelijkt met het heden en dan probeert in de toekomst te kijken, dan ben ik wel heel benieuwd welke ontwikkelingen op ons afkomen.” Bunt: “Misschien hebben treinstations over twintig jaar wel een heel andere functie.” Blokland: “Het hele proces maakt veel enthousiasme los. Het is de eerste keer dat we dit zo in gezamenlijkheid aanpakken. Het hele proces is nieuw, spannend én leuk. We hopen dan ook dat het nieuwe kabinet dit straks omarmt en de partijen in staat stelt om de dingen te gaan doen.” Bunt: “Dit is echt uniek. Net als bij het Toekomstbeeld OV werken we met alle betrokken stakeholders onder leiding van het ministerie en schetsen we een beeld van waar we naar toe willen. Dat zie je in het buitenland niet. Nederland heeft vierhonderd stations, elk met zijn eigen specifieke omstandigheden, en daar een visie voor neerzetten, dat is bijzonder. Stiekem ben ik er wel een beetje trots op hoe we dat in Nederland doen.” << Stationslocaties 2021/2022 - 19

Zeventig hectare nieuwe stad aan het water Luchtfoto CrossMark t Zoet (foto Jorgen Janssens Stadsfotograaf Breda) 20 - Stationslocaties 2021/2022

Met de aankoop - samen met de provincie - van het terrein van de voormalige suikerfabriek heeft Breda goud in handen. De ontwikkellocatie van 26 hectare ligt aan het water, aan de rand van de historische binnenstad en op korte afstand van het station. Als je de losse kavels eromheen plus het Havenkwartier erbij optelt, gaat het totaal om zeventig hectare aan het water, goed voor ruim zesduizend nieuwe woningen. Paul de Beer Bouw Poort van Belcrum E ind januari kochten de gemeente en provincie het terrein samen voor bijna 22 miljoen euro en doopten het ’t Zoet. Gemeente en provincie ontwikkelen de locatie in samenhang met het Havenkwartier en het waterlandschap aan de rivier de Mark. Wethouder Paul de Beer: “Er ontstaat een nieuwe stadswijk aan het water, die een grote bijdrage levert aan de woningbouwopgave en als schakel in het stedelijk weefsel kan dienen, doordat er verbindingen met de noordelijke wijken, het centrum en het station worden gelegd. Naast het langzaam verkeersnetwerk wordt het (H)OV- netwerk uitgebreid.” NOVI-ontwikkellocaties Het verhaal van ’t Zoet past in dat van de landelijke grootstedelijke NOVI-ontwikkellocaties. Breda is (samen met Tilburg en Den Bosch de Brabantse Stedenrij) een van de veertien NOVI-ontwikkellocaties. Er is een gezamenlijke businesscase opgesteld, waarin ’t Zoet met het Havenkwartiergoed zijn voor circa 4.000 CrossMark Breda CrossMark is de gebiedsontwikkeling rondom het nieuwe station van Breda en staat voor de groei van de stad over de rivier de Mark, met een programma van ruim 6.000 woningen, 110.000 m2 en 40.000 m2 voorzieningen (publiek en commercieel). Een deel van dit programma is gerealiseerd. CrossMark bestaat uit verschillende deelgebieden met ieder een eigen karakter. woningen. Het is afwachten hoe dit onderwerp bij de kabinetsformatie uitpakt, maar het is in ieder geval een nieuwe vorm van publiek-private samenwerking, vindt programmamanager Crossmark Breda Jeroen Hoefsloot. “We brengen eerst alle betrokken overheden bij elkaar en nodigen daarna de marktpartijen uit. Nu hebben we zelf de regie ín de stad.” Wethouder Paul De Beer: “Het gaat ook om bewust nadenStationslocaties 2021/2022 - 21 werken

ken over wat de stad – en de provincie – nodig heeft. Breda, en daarmee ook ’t Zoet, is ontzettend strategisch gelegen.” Partnerselectie ‘t Zoet is dan ook een belangrijke grondpositie voor Breda en voor Brabant, vervolgt De Beer. “Deze aankoop is ook ons ‘bewijsstuk’ richting ministerie en laat zien dat het ons menens is met de grootstedelijke ontwikkeling van Breda. Het past naadloos in het Crossmark-gebied, dat hierdoor flink groter is geworden en het geeft een enorme boost aan de positionering van Breda als ambitieuze stad. Daarnaast heb je als overheid soms ook grond in eigendom nodig om te kunnen sturen en om interessant te zijn in de toekomst. Het is een enorm populair gebied in een stad die ontzettend hot is.” Als alles meezit, hoopt de gemeente in 2022 al te starten met de partnerselectie voor de ontwikkeling. De Beer: “Wij komen graag in gesprek met marktpartijen die een visie hebben op duurzaam wonen, werken en recreëren midden in een stad én aan het water.” Let’s go Ondertussen gebeurt er al het nodige op het terrein. Breda Promotions geeft wekelijks rondwandelingen over ’t Zoet. Er is recent zesduizend kuub zand gestort ten behoeve van een stadspark aan het water; de Zoete Inval (zie foto p.23). Ook is het terrein voorlopig aangewezen als evenemententerrein. Een eerste festival vond al plaats. En – wat saaier – er is al een verkeersbesluit genomen dat anticipeert op de toekomstige ontwikkeBRACK (foto TPJ Verhoeven Photography) ling en het realiseren van wandel- en fietsroutes langs de Mark. De Beer: “Dat tijdelijke gebruik vind ik wel heel gaaf om te zien. We hebben dat op andere plekken in het Crossmark-gebied ook gezien, dat die placemaking werkt. Het maakt van een no goarea een let’s go-area. De Bredanaar heeft de plek van de nieuwe stad aan het water al ontdekt” Actie Staan de bouwplannen voor ’t Zoet nog in de kinderschoenen, overall genomen is het actie wat de klok slaat in het Crossmark Breda-gebied. De Beer veert omhoog en wijst op de kaart van het 5TRACKS is on track 5TRACKS; de plannen waren er al een tijdje en nu is ook de schop de grond in gegaan. Het plan bestaat uit een mix van vijf functies (hotel, kantoren, wonen, park en voorzieningen) verdeeld over drie gebouwen die in een groen park aan het spoor staan, tussen station en gerechtsgebouw. Het planconcept bestaat uit een vernieuwend woon-, werken verblijfsgebied, met circa 150 appartementen, een internationaal hotel en horeca en retail. Binnen het plan is 15.000 m2 gereserveerd voor kantoren, waarmee 5TRACKS straks het economisch profiel van Breda versterkt. De ligging aan het HSL-station maakt de locatie aantrekkelijk voor (internationale) bedrijven. 22 - Stationslocaties 2021/2022

5TRACKS gebied de ingetekende bouwkranen aan: “Ja, van plan naar actie, dat zie je nu overal in het stationsgebied gebeuren. Sommige ontwikkelingen zijn bijna gereed, op verschillende andere plekken zijn de bouwkranen net opgetuigd of gebeurt dat heel binnenkort. Dat is fantastisch om te zien.” Hij noemt 3 HoefijzersNoord (‘bijna klaar’), Belcrumpoort (halverwege), 5Tracks (‘net gestart’), KlaversJansen (‘start binnenkort’) en de Strip, eerste fase Havenkwartier (‘bestemmingsplan in december naar de raad’). Aan de noordzijde van het spoor liggen vlakbij het station nog drie ontwikkellocaties klaar: Eureka, Cantrijn en ‘Harley’, de oude Harley Davidson-shop. De Beer: “De afgelopen jaren hebben we het veel gehad over onze visie en over plannen maken. Dat we nu midden in de actie zitten, maakt me heel blij.” << Bouw Drie Hoefijzers Noord (foto TPJ Verhoeven Photography) Meer informatie W www.crossmarkbreda.nl crossmarkbreda crossmarkbreda E crossmarkbreda@breda.nl Jeroen Hoefsloot Programmamanager Crossmark Breda jm.hoefsloot@breda.nl T 076-5294028 De Zoete Inval op ‘t Zoet (foto Peter de Jong) Stationslocaties 2021/2022 - 23

HERO Breda: Healthy Urban Living, Next level Gebiedsontwikkelaar AM begint in Breda aan een nieuwe uitdaging. De ontwikkelingen rond de Drie Hoefijzers worden afgerond, en nu wordt het Hero-terrein in ontwikkeling genomen. Bij dit project wordt het begrip Healthy Urban Living naar een hoger plan getild. De woon- en leefomgeving kan nog gezonder. J aap van Engelshoven kijkt met trots terug op wat AM gedaan heeft in de Drie Hoefijzers. Hij is adjunct-directeur en verantwoordelijk voor de gebiedsontwikkelingen in Brabant en Limburg. De Drie Hoefijzers kent een lange geschiedenis, eens stonden er de fabrieken van brouwerij Drie Hoefijzers, bekend van Oranjeboom pils. Het bedrijf werd overgenomen door InBev, die verplaatste de productie naar elders. In 2004 kwam het terrein op de markt. Het gebied ligt ten oosten van Breda Centraal en wordt doorsneden door de spoorlijn richting Tilburg en Den Bosch. De eerste fase van het project bevindt zich ten zuiden van de spoorlijn, dat gebied is nagenoeg klaar. Van Engelshoven: “In dat deel waren we echt bezig met stad- en gebiedmaken, met een grote diversiteit aan programma’s; er zit horeca, er zit een basisschool, sociale woningbouw en vrije sector woningbouw.” Wie door het gebied wandelt, merkt dat het leeft, er heerst een stadse dynamiek. Niet voor niets is Van Engelshoven blij met het resultaat: “Wij zijn trots op wat we hier hebben gerealiseerd. Het is inmiddels een populaire wijk van Breda, het is er hip and happening. We zien nu al een mooie dynamiek in het zuidelijke deel.” Ook aan de doorverkoop van de woningen is te zien dat het gebied in trek is. Ook de tweede fase, ten noorden van de spoorlijn, nadert zijn voltooiing. Daarvoor werd in 2017 het bestemmingsplan vastgesteld. En sindsdien is er hard gewerkt. Dit deel heeft meer het karakter van een woonomgeving, waarbij zoveel mogelijk groen is geïntegreerd. Op de kop van het gebied is de Hendric in aanbouw, met 124 appartementen. De verkoop en bouw van het allerlaatste gebouw, de Baronesse, is gestart. Het hele gebied kent 8,5 hectare en krijgt 643 woningen, waaronder 125 sociale huur. Met name in het zuidelijk deel zijn 2.000 m2 kantoren gerealiseerd en hebben monumenten een andere bestemming gekregen, vooral in de horeca. Het gebied verloochent zijn afkomst niet. Op verschillende manieren heeft AM naar het verleden verwezen. In het zuidelijk 24 - Stationslocaties 2021/2022

Vogelvlucht De Drie Hoefijzers deel zijn de koperen brouwketels behouden, ze maken onderdeel uit van Beers & Barrels, een populaire horecazaak. “Daar zie je de oude bebouwing nog terugkomen.” Een stuk subtieler is de verwijzing in het noordelijk deel, je moet het weten, anders valt het niet op. “We hebben de contouren van een bierfles terug laten komen in de spijlen van de balkonhekjes in de Hendric. Het is een knipoog naar het verleden.” Inmiddels wordt een nieuwe locatie in ontwikkeling gebracht, het gebied van de voormalige Hero-fabriek. Het ligt 500 meter ten oosten van de Drie Hoefijzers aan dezelfde spoorlijn. In de loop van komend jaar moet het bestemmingsplan worden goedgekeurd. Hero krijgt zo’n 360 woningen, waarvan 180 appartementen, 70 in de sociale huur, de rest in middenhuur. En verder 180 eengezinswoningen, van middel- tot dure koop. AM hanteert bij al zijn gebiedsontwikkelingen vijf kernthema’s: gedurfde duurzaamheid, inclusieve stad, healthy urban living & working, stad- en gebiedmaker en gelukkig leven. “Bij Hero is het centrale thema ‘gezondheid’. We willen een zo gezond mogelijke wijk realiseren. Wij noemen dat BRAVO, Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontmoeting. Alle ontwerpen voor deze wijk, toetsen we aan deze vijf thema’s.” De bewoners worden gestimuleerd om meer te gaan bewegen, er komt één ontsluitingsweg om de wijk heen. Het parkeren van de auto’s gebeurt aan de buitenkant van die ring, zodat iedereen een stukje moet lopen tussen de auto en het huis. Ook op het gebied van roken moeten er stappen worden gezet. Samen met de gemeente wordt onderzocht of er een algeheel rookverbod kan komen in de openbare ruimte. “Normaal gesproken is het zo dat wij ons terugtrekken nadat de woningen zijn opgeleverd. Wij zoeken nu naar mogelijkheden om ook daarna een binding met het gebied en de bewoners te houden, ook op langere termijn. En dan willen we gaan meten hoe gezond de wijk is. We willen kijken of onze aannames uitkomen. En zo niet, of we dat kunnen bijsturen.” Andere plannen zijn ook vooruitstrevend, zoals projecten met gedeelde mobiliteit. Verder komt er een centrale ontmoetingsplek, om de O van BRAVO in te vullen. Aan de rand van de wijk komt een gemeenschappelijk huisartsenpraktijk. “Die noemen we HOED, huisartsen onder één dak.” Dat past uitstekend binnen het thema gezondheid. “We proberen een concept te bedenken rondom dit thema, wat je op meerdere wijken kan toepassen. Het is geen experiment maar we willen wel heel veel gaan ontdekken. Het is een stapje verder, op zoek naar oplossingen om wijken nog gezonder te maken.” Van Engelshoven roemt de samenwerking met de gemeente. “Vroeger ontwikkelden we als marktpartij een plan en legde dat voor aan de gemeente. Tegenwoordig zit je in een vroeg stadium met de stedenbouwkundigen van de gemeente om de tafel. Zo krijg je een breed gedragen plan, omdat je eerder het gesprek aangaat.” In de loop van volgend jaar gaan de woningen in verkoop. << Meer info: www.am.nl Jaap van Engelshoven info@am.nl Stationslocaties 2021/2022 - 25

Afgelopen september startte de bouw van 5TRACKS, het mixed-used project naast station Breda Centraal. Hotel en woningen zijn al verkocht en voor de 15.000 m2 kantoorruimte zijn al diverse geïnteresseerden. “In 5TRACKS staan verbinding en ontmoeting centraal. Dat maakt het project toekomstbestendig.” De eerste oplevering is voorzien in de tweede helft van 2023. IN 5TRACKS KOMEN ALLE FUNCTIES SAMEN 5TRACKS bestaat uit drie gebouwen (Platform A, B en C) en is een gezamenlijke ontwikkeling van TBI-ondernemingen Synchroon en J.P. van Eesteren. Het plan bestaat uit een mix van vijf functies: hotel, kantoren, wonen, parkeren en voorzieningen, verdeeld over de gebouwen die in een groen park aan het spoor staan. Mixed-use project “Het is een mixed use-project; alle onderdelen grijpen op elkaar in. Door functies te stapelen zorgen we voor reuring, ook na kantooruren”, legt Roderick van Houwelingen uit. Hij is de ontwikkelaar namens de samenwerkende partijen. De naam van het plan verwijst ook naar de vijf vormen van verbinding waar 5TRACKS voor staat. “Verbinding met goede infrastructuur naar de Randstad en de Benelux, met de (virtuele) wereld, met een ondernemende community, met de stadscultuur én met jezelf. De WELL-certificering, het groene park en de gym dragen namelijk bij aan een goede balans tussen werk en privé. Kortom: 5TRACKS gaat over wonen en werken voor de nieuwe generatie.” Ontmoeten In Platform A komt een IntercityHotel met 174 kamers dat zich richt op de zakelijke- en toeristenmarkt. Platform B en C bieden ruimte aan commerciële functies (op de begane grond), een 26 - Stationslocaties 2021/2022

‘In het kantoor van de toekomst staat ontmoeting centraal’ Roderick van Houwelingen kantoorprogramma van 15.000 m2 en daar bovenop 168 woningen. In beide platforms speelt een groot atrium een centrale rol, vertelt Van Houwelingen. “Het kantoor van de toekomst heeft meer dan ooit een ontmoetingsfunctie. Het atrium is de plek waar alles samenkomt. Daarom vormen de atria ook de entree voor de kantoren. Eén atrium krijgt een horecapaviljoen met een tribunetrap, het andere een barista en meetingrooms. Het zijn semi-openbare plekken waar je met je laptop kunt werken, een presentatie kunt geven, een meetingroom kan boeken, een symposium kunt volgen of een kop koffie of lunch kunt gebruiken. Hier en in de groene buitenruimte ontmoet je elkaar vanzelf en wissel je gemakkelijk ideeën uit.” Commerz Real investeert voor de lange termijn Het hotel in Platform A is aangekocht door Commerz Real European Hotel Fund, een samenwerking met Steigenberger Hotels A.G. dat het vastgoed huurt en onder de naam IntercityHotel exploiteert. “Deze ontwikkeling is toch wel een unieke exercitie. Er is bij alle partijen voldoende vertrouwen om op de lange termijn te kijken, over de huidige tijd heen.” Martijn Houwen “Steigenberger is echt een partner en geen ‘huurder op afstand’. We zoeken samen naar interessante projecten. Het is een prettige samenwerking met een gemeenschappelijk doel”, zegt Martijn Houwen, directeur Real Estate Markets Benelux. De aankoop is een combideal met het vergelijkbare Octagon-project, een ontwikkeling van Synchroon, tegenover station Leiden. Commerz Real is een dochteronderneming van Commerzbank AG met meer dan 49 jaar marktervaring en ongeveer 34 miljard euro aan beheerd vermogen. Het fondsenspectrum omvat het vastgoedfonds Hausinvest, institutionele investeringsproducten en ondernemersparticipaties in vastgoed, leasing activiteiten en regeneratieve energie. “Dit is een heel mooi project, vanwege de ligging naast het station en de mix van residentieel, kantoren en hotel. Breda is interessant vanwege het HSL-station. Dat is een serieus voordeel; je bent snel in de grote steden. Maar Breda heeft ook een aantrekkelijke binnenstad waar je prima een weekend kunt doorbrengen.” “Met de mix van kantoren, woningen en hotel heeft de ontwikkelaar zijn nek uitgestoken. Wij hebben serieus geïnvesteerd. Dat is ook een signaal: jullie zijn goed bezig. Het is een gezamenlijke effort. Wij doen mee voor de lange termijn, in partnership met IntercityHotel.” Stationslocaties 2021/2022 - 27

Thomas Knabner IntercityHotel Breda: 174 kamers en conferentieruimtes Met het IntercityHotel in 5TRACKS krijgt Breda er een internationaal en toonaangevend hotel bij. IntercityHotel Breda richt zich doordeweeks vooral op zakelijke reizigers en in het weekend op toeristen. IntercityHotel Breda krijgt 174 kamers en conferentieruimtes tot tweehonderd personen. Thomas Knabner, senior director operations: “Wij richten ons op steden met circa 150 tot 200.000 inwoners, zoals Breda. Middelgrote steden met een duidelijke handelsfunctie. Breda heeft als voordeel dat het ideaal ligt tussen andere grote steden als Antwerpen, Eindhoven, Rotterdam en Den Haag. Pluspunt is natuurlijk dat Breda een HSL-station heeft dat garant staat voor snelle verbindingen.” De hotels van IntercityHotel bevinden zich altijd nabij een openbaar vervoershub. “Circa zeventig procent van onze gasten arriveert per trein. Onze gasten ontvangen altijd een ‘free city ticket’ waarmee ze gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer in de stad van hun verblijf. Duurzaamheid is altijd al belangrijk geweest voor ons, en wordt steeds belangrijker. We werken nu aan een nieuw food & beverage concept waarbij we kiezen voor lokale, verse producten. Dat vermindert transportkilometers, en dus CO2, en het is beter voor de lokale economie.” De nabijheid van de kantoren is interessant, zegt Knabner. “Het zorgt voor interactie, weten we uit ervaring. Kantoormedewerkers komen na afloop eten, of doen een drankje. En de business reizigers boeken een overnachting.” IntercityHotel biedt bedrijven hiervoor verschillende arrangementen aan. IntercityHotel is honderd procent dochter van Steigenberger Hotels & Resorts. Er zijn IntercityHotels in verschillende landen, waaronder Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en China. Het nieuwe hotel in Breda is het tweede in Nederland. Begin volgend jaar opent IntercityHotel een hotel nabij Schiphol en daarna in Leiden. Er zijn plannen om uiteindelijk tien tot vijftien hotels te realiseren in Nederland. Ook internationaal breidt IntercityHotel gestaag uit. 15.000 m2 kantoorruimte De 15.000 m2 kantoorruimte is een substantiële toevoeging aan het economisch profiel van de stad, vindt Van Houwelingen. “Hagelnieuw, high-end en state-of-the-art. Aantrekkelijk voor organisaties die naar een mooie, duurzame plek toe willen die nu al ‘Paris-proof’ is. De uitstraling, voorzieningen en de locatie nabij het HSL-station zijn ook een pluspunt in de ‘battle for talent’. Net als het feit dat de kantoren worden ontwikkeld volgens de WELL-normen, met veel aandacht voor de gezondheid van de mensen die er werken.” Er lopen dan ook al gesprekken met enkele gegadigden, zegt Van Houwelingen. “Met een kantoor in deze gebouwen geef je als werkgever je medewerkers een reden om naar kantoor te komen. Het is een plek om je team te stimuleren om het beste uit zichzelf te halen, binnen een ecosysteem dat het nieuwe ondernemen versterkt.” << Belangstelling gekregen? Kijk op www.5TracksBreda.com Heimstaden: ‘5TRACKS is een plek voor ambitieuze mensen’ Heimstaden is een van oorsprong Scandinavische woningverhuurder die sinds enkele jaren actief is op de Nederlandse markt. Het bedrijf heeft de ambitie om ‘de vriendelijkste woningverhuurder van Nederland’ te zijn, vertelt investment manager Simon Kuijs. “Wij beheren onze woningen ook zelf.” Simon Kuijs De woningen van 5TRACKS werden via een openbare procedure in de markt gezet. Heimstaden kwam met het beste aanbod, wat niet per se hetzelfde is als het hoogste bod, zegt Kuijs. “Je moet een betrouwbare partner zijn, want de ontwikkeling moet door.” “Door dit project zijn we meer gecharmeerd geraakt van het mixed use-concept, waarbij meerdere functies zoals wonenwerken-uitgaan gecombineerd worden: het brengt leven op straat en in en rond het gebouw. De locatie is natuurlijk fantastisch, bovenop het station, met verbindingen richting Eindhoven, Antwerpen en de Randstad. Er komen woningen van vijftig tot ruim honderdvijftig m2 . “Wij leveren de woningen instap klaar op, dus met een vloer, afgewerkte wanden en badkamer, met veel aandacht voor kwaliteit.” De woningen beginnen op de vijfde bouwlaag. Dat biedt bewoners een prachtig uitzicht over de stad. En dankzij de uitgekiende oriëntatie van de gebouwen, in een hoek van negentig graden ten opzichte van het spoor, wordt het geluid van treinen geblokt..” Bewoners kunnen een parkeerplaats huren in de parkeergarage onder de gebouwen. Over Mobility as a Service-concepten wordt nog nagedacht. “Deze plek ademt leven; het hele plaatje klopt gewoon. Het is een strategische en prachtige locatie tussen centrum, Belcrum en Havenkwartier. Een plek waar ambitieuze mensen zich helemaal thuis zullen voelen.” 28 - Stationslocaties 2021/2022

Een beweging die de woningbouw kan versnellen Het is een cliché, maar “Zonder aandacht geen groei” De wooncrisis is één van de grootste maatschappelijke problemen van deze tijd. Het vraagstuk leeft enorm en er wordt zelfs gedemonstreerd. Met het stempel ‘topprioriteit’ vergroot het Rijk de druk op het versnellen van de woningbouw. In 2030 moeten er in totaal 900.000 woningen gebouwd zijn. Op elke woningbouwlocatie werken provincies en gemeenten samen met alle betrokken partijen om dat te realiseren. Het Rijk heeft in de samenwerking de regie om het proces te begeleiden en te versnellen. Gebiedsontwikkeling Hoe verloopt die samenwerking in de praktijk? En brengt dat de realisatie van de woningbouwopgave werkelijk in een versnelling? Op verzoek van het ministerie van BZK sprak Lydia Koopmans met Marcel de Rouw en Joris van Soest van de Gemeente Den Haag en Isabel van de Geer en Marianne Betten van de Directie Woningbouw van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De koerswijziging van Ollongren Marcel De Rouw werkt meer dan 20 jaar op het gebied van stadsontwikkeling en kan de rol van het Rijk in een historisch perspectief plaatsen: “Grote Stedenbeleid, de VINEX opgave, Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing voor de kwetsbare wijken en daarna viel die nationale stimulans een beetje stil. Dat Minister Ollongren het duidelijk anders wilde’, was voor hem ‘goed nieuws.” Isabel van de Geer, hoofd afdeling woningbouwbeleid: “Gedurende Nieuw-Laakhaven Den Haag (Zes X Zes Visuele Communicatie) Stationslocaties 2021/2022 - 29

afgelopen kabinetsperiode is de urgentie erkend dat er meer en sneller woningen gebouwd moeten worden. Tot dat moment was de woningbouw overgelaten aan de marktwerking. Je zag dat er aandacht en focus miste voor betaalbare woningen of woningen voor specifieke doelgroepen. De minister heeft daar actie op ondernomen, mede op verzoek vanuit de regio’s. Het Rijk kan voor invulling van de regierol kiezen uit meerdere rollen. Een wetgevende rol, als het gaat over bijvoorbeeld huurprijzen, of een aanjagende rol, als het gaat om het versnellen van het beslissingsproces en het maken van afspraken over de plancapaciteit.” Joris van Soest, Programmamanager Wonen Gemeente Den Haag: “Als ik heel eerlijk ben, dan hadden we dat ook wel nodig. Want wij hadden hier in Den Haag niet meer zoveel ervaring met grootschalige gebiedsontwikkeling. De laatste grote gebiedsontwikkelingen zijn in de afrondende fase en waren al deels buiten de deur gezet. Dus toen het Rijk zich meldde, werd hier de boel behoorlijk opgeschud.” Aanjagen, faciliteren en stimuleren Isabel van de Geer legt uit hoe de aanjagende, stimulerende rol voor het Rijk tot stand is gekomen. “Het doel is vanaf het begin duidelijk: Er moeten voldoende woningen komen voor iedereen, op de juiste plek en betaalbaar. Als eerste zijn we gaan kijken op welke plekken de nood het hoogst was. En op die locaties hebben we woondeals gemaakt met verschillende partijen. Daarin staat, wat er gerealiseerd kan worden en hoe we om gaan met issues die dat nog belemmeren. Door dat proces werd de invulling van onze rol als aanjager, faciliteerder en stimulator duidelijk. Wij konden rond de projecten snel de juiste mensen en partijen bij elkaar brengen. We vroegen de provincies om te kijken waar we extra woningen kunnen realiseren en we hebben voorwaarden gesteld om de woningen betaalbaar en bereikbaar te houden voor bepaalde doelgroepen.” Marianne Betten vult aan: “Wij zijn ook degene bij wie de partijen aankloppen wanneer de ontwikkeling spaak loopt op randvoorwaarden, waaraan moet worden voldaan om woningbouw mogelijk te maken. Die randvoorwaarden zijn essentieel om in de planfase al mee te nemen, maar de uitvoerende partijen hebben daar niet altijd de expertise voor. En wij wel.” Isabel van de Geer: “We proberen op Rijksniveau al met onze collega’s aan tafel te zitten en te zeggen vanuit de woningbouwopgave is dit en dit nodig, hoe kunnen we dat aanpassen aan jullie doelstellingen op het gebied van water, stikstof, natuur etc. Dat is complex, maar dankzij de urgentie van het woningvraagstuk zien veel partijen ook kansen om te koppelen. Want je bouwt niet alleen woningen, je bouwt 30 - Stationslocaties 2021/2022 ‘Er moeten voldoende woningen komen voor iedereen, op de juiste plek en betaalbaar’ eigenlijk een samenleving. Ofwel een plek die bereikbaar en veilig is, waar je gezond kunt leven met goede voorzieningen. Daar staan we gezamenlijk voor aan de lat.” Loopt woningbouwopgave niet het risico nog complexer te worden door de integrale aanpak met meer partijen? Marianne Betten zegt resoluut “Nee. Je kan iets of iemand wel uitsluiten, maar dat komt toch altijd een keer op je bord. Je moet iedereen vanaf het begin erbij betrekken. Ook al is dat dan nog lastig, omdat iedereen nog niet elkaars taal spreekt.” Joris van Soest is het met haar eens. “Soms zie je hoe lastig het is om complexe projecten tot uitvoering te brengen. Het is bijna onmogelijk om overal aan te voldoen. Nu waait het bijvoorbeeld wat te veel bij een tramhalte en staan er twee woontorens met totaal 1.200 woningen ter discussie.” Zijn ervaring is dat wanneer meerdere partijen betrokken zijn vanaf de beginfase, dat vanaf dat moment ook de juiste mensen naar voren geschoven worden. ‘Daarmee krijgt de gebiedsontwikkeling vleugels, de complexiteit wordt inzichtelijker en de commitment van alle partijen groeit.’ Zijn collega Marcel de Rouw heeft ervaren dat in die fase met die manier van werken, er veel bereidheid is om ‘samen even een sprintje te trekken wanneer er toch nog een thema of randvoorwaarde is ontsnapt aan de aandacht’, zodat de gebiedsontwikkeling niet stokt. 900.000 woningen Samen met de provincies zijn de woningbouwlocaties in kaart gebracht en is de optelsom gemaakt van 900.000 nieuwe woningen in 2030. De provincies zijn door het Rijk uitgedaagd om zelfs meer locaties aan te wijzen, omdat er rekening wordt gehouden dat uiteindelijk niet alle plannen gerealiseerd kunnen worden. Marianne Betten: “Op elke locatie werken we met soortgelijke partijen samen; de regionale overheden, de woningbouwcoöperaties, de vastgoedbedrijven. Maar op iedere locatie spelen andere thema’s die het proces in de weg kunnen zitten. Bijvoorbeeld in Noord-Holland gaat het over geluidhinder en in Zwolle over klimaatadaptatie. Het is echt maatwerk wat wij leveren. In een kleinere gemeente is er vaak veel behoefte aan ondersteuning in capaciteit en expertise. Want daar rust de complexe

woningbouwopgave maar op een paar schouders. In de grote steden is meer behoefte aan hulp om in contact te komen met de juiste mensen van andere partijen.” Marcel de Rouw: “Na het afsluiten van de eerste woondeal merkte ik al verschil in het contact met de andere partijen. Daarvoor sprak ik nooit zoveel met de provincie over Wonen, maar nu heel regelmatig. Van sommige mensen weet ik bijna de verjaardagen! Maar serieus, in Zuid-Holland was er toch sprake van een soort spanningsveld met twee grote steden aan de ene kant en de andere gemeenten aan de andere kant. Na de ondertekening van een officieel document is er minder spanning en heeft de samenwerking een positieve impuls gekregen.” Isabel van de Geer: “Er is in zo’n korte tijd zo’n groot netwerk ontstaan van mensen die gezamenlijk aan hetzelfde doel werken van voldoende woningen voor iedereen, op de juiste plek en betaalbaar. Het is een cliché, maar ‘zonder aandacht, geen groei’. Dit genereert een beweging die echt noodzakelijk is voor het versneld realiseren van de woningbouwopgave.” 14 woningbouwlocaties van nationaal belang Ruim 200.000 van de 900.000 woningen die gebouwd worden, staan gepland in 14 locaties die aangewezen zijn als grootschalige projecten van nationaal belang. Het gaat om gebieden binnen steden, waar grote vraagstukken als mobiliteit, leefbaarheid, veiligheid, bereikbaarheid, duurzaamheid bijeenkomen. Daarnaast zijn het gebieden waar wonen, werken, recreëren, leren, winkelen en zorgen allemaal bij elkaar komen, met grote stromen van bewoners en bezoekers door elkaar. Marianne Betten is programmamanager van deze 14 gebieden: “Er zijn daar heel veel mensen en investeringen nodig, meer dan de regio alleen kan dragen. Samen met de gemeenten hebben we voor deze gebieden business cases opgesteld om inzichtelijk te maken waar we het concreet over hebben. Welk gebied is het precies, hoeveel woningen, wat voor soort woningen, welke randvoorwaarden zijn nodig, aan welke eisen gaat het voldoen en welke investeringen heeft het nodig? We hebben heel veel zitten rekenen!” Twee van de 14 gebieden liggen in Den Haag. Marcel de Rouw is blij met de prioritering die het Rijk heeft gegeven. “Zonder dat, bestaat het risico dat de focus bij je eigen organisatie en de andere partijen verloren gaat. Mijn ervaring is dat als een gebied niet genoemd wordt in een beleidsnota, dat je dan nog zo’n goed verhaal kan hebben, maar dan krijg je moeilijker de aandacht.” Joris van Soest werkt fulltime aan de gebiedsontwikkelingen van één van de gebieden, het Central Innovation District (CID, v/h ‘De Binckhorst’): “Omdat ook de Rijksoverheid onderstreept, dat deze gebiedsontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van onze stad voor de Hagenaar, is het makkelijker om de lokale politiek en de samenwerkingspartners te blijven overtuigen. Want het wordt ook beter door de samenwerking. Je kan hier niet zomaar 10.000 huisjes erbij prikken. Die bewoners willen daar leven, naar school, wandelen, winkelen, noem maar op.” Een woningbouwimpuls van 1 miljard euro Louter aandacht is niet voldoende. Het Rijk heeft in de afgelopen kabinetsperiode één miljard euro beschikbaar gesteld om projecten ook financieel te ondersteunen. Gemeenten kunnen een aanvraag doen voor de realisatie van betaalbare woningen, voor starters en middeninkomens, die binnen 3 jaar van start gaat. De eerste twee aanvraagrondes van de woningbouwimpuls (WBI) zijn geweest en op 1 september jl. is de derde ronde geopend. Isabel van de Geer: “De WBI is geëvalueerd en over het algemeen heel positief ervaren. Het heeft veel opgeleverd, tot nu toe circa 95.000 woningen waarvan 65% betaalbaar.” Joris van Soest: “Wat knap is van de WBI is dat je ondanks de voorwaarden toch dat geld breed kon inzetten. Wij hebben bijvoorbeeld dat geld gebruikt om een asfaltcentrale te kunnen uitkopen. In Zuidwest, een wijk die we willen herstructureren, hebben we de waarde van de oude woningen kunnen compenseren. En op een derde locatie hebben we het tekort voor de ontwikkeling van groen, veilige fietskruispunten en verbetering van de infrastructuur kunnen oplossen: het budget voor die voorzieningen komt eigenlijk uit een percentage van elke nieuwe woning. Vastgoedbedrijven die konden aantonen dat ze dat geld niet konden bijdragen, hebben we gecompenseerd met de WBI.” Zijn collega Marcel de Rouw: “Toch had ik liever een andere regeling gehad. In de regio werken we veel met andere gemeenten samen en dat wordt ook gestimuleerd, maar met de aanvraag van de WBI zijn we ineens concurrenten. En, het kost ook nog eens veel capaciteit, aan onze kant maar ook aan die van het Rijk. We huren allemaal dezelfde adviesbureaus in!” Belofte voor de volgende kabinetsperiode Allen kijken uit naar voortzetten van de samenwerking, want er is meer nodig. Marcel de Rouw: ‘Ik hoop dat we de komende jaren kunnen voortzetten wat we nu hebben opgebouwd. Dat we wederkerigheid en commitment vastleggen in afspraken over de rolverdeling. En dat de financiën minder onzeker worden.’ Marianne Betten: “Op basis van de business cases van de 14 grootschalige woningbouwgebieden hebben we berekend dat in de periode tot 2040 nog grote investeringen, van miljarden, nodig zijn.” Joris van Soest: “We hebben suggesties gedaan. Het is afwachten wat het nieuwe kabinet er mee doet.” Isabel de Geer is er positief over: “De woningbouwopgave is en blijft topprioriteit. Door het opbouwen van goede samenwerkingen en ervoor te zorgen dat partijen elkaar snel kunnen vinden als ze elkaar nodig hebben, is gebleken dat we de woonopgave vlot kunnen trekken. Geen van allen wil dat nu laten schieten. Dit is dé manier om die 900.000 woningen te realiseren. En dat gaan we doen.” << Lees meer www.woningmarktbeleid.nl Stationslocaties 2021/2022 - 31

Beurskwartier Utrecht: nieuw stuk centrum met een menselijke maat Het Stationsgebied van Utrecht is al decennia in ontwikkeling. Na de grondige aanpak van Hoog Catharijne en Utrecht Centraal is nu de beurt aan het Beurskwartier. Utrecht wil het centrum van de stad uitbreiden en tegelijkertijd verbinden met de wijken die er achter liggen. M arlies de Nijs is als hoofdstedenbouwkundige onder meer verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Beurskwartier. Zij vertelt enthousiast over de plannen. “Ik heb er hoge verwachtingen van, ik denk dat het een levendig hoogstedelijk gebied wordt, met twee parken, hartstikke veel groen en geen auto’s. Het wordt een gebied met gezellige straatjes waar je doorheen kan lopen.” Het Beurskwartier heeft een afgebakend plangebied van tien hectare. Als straks alles klaar is, moet dat gebied naadloos aansluiten bij de rest van de stad, bij de bedrijvigheid van het centrum en de stadse rust van de woonwijken die er omheen liggen. Het mag volgens De Nijs dan herkenbaar zijn als één project, maar het gebied moet een integraal onderdeel van de stad worden. “Het wordt een enorm programma, met 3.000 woningen en 50.000 vierkante meter aan werkruimte.” HC om de hoek De Nijs wil dat Beurskwartier de gelaagdheid krijgt van een centrummilieu. “Het gemeentebestuur heeft gevraagd: maak het duurzaam, maak het hoogstedelijk en maak het gezond. Bouwen bij het grootste spoorknooppunt van het land is natuurlijk heel duurzaam.” Het gebied krijgt verschillende grote bouwblokken die allemaal grenzen aan groen, zo komen er twee parken. “Het gebied heeft groen nodig, je moet er ook wíllen wonen.” Daarbij wordt aandacht gegeven aan functiemenging, wonen, werken en creatieve bedrijvigheid, met in de plinten ‘leuke dingen’ zoals koffietentjes, cafétjes, restaurants en ateliers. Het gebied krijgt een school en een kleine supermarkt. Er komt geen winkelcentrum, en dat is logisch, met Hoog Catharijne letterlijk om de hoek. In het Beurkwartier wordt al druk gebouwd. Zo zijn de Galaxy Tower en Wonderwoods in aanbouw, een toren met een verticaal bos. Beurskwartier krijgt daarnaast nog tien grote bouwblokken. “We hadden het hele gebied kunnen geven aan één ontwikkelaar, maar Impressie van het Beurskwartier 32 - Stationslocaties 2021/2022

we doen het tegenovergestelde. We hebben straks een plan waarin we de bouwblokken in veel planfasen met veel verschillende partijen gaan ontwikkelen. Een stuk gaat naar een ontwikkelaar, een stuk is voor zelfbouw, er is een stuk voor een corporatie, er komt een stuk om met elkaar gestapeld te bouwen. En er komen verschillende architecten op. Zo werken we aan eigenaarschap in het gebied.” En dus krijgt ook particulier initiatief alle ruimte: tussen de blokken kunnen belangstellenden hun eigen huis bouwen, met vier lagen. Of twee families kunnen gestapeld bouwen. “Als er kleine particuliere woningcorporaties ontstaan, dan zou ik daar energie in willen steken.” Toekomstgericht Het gebied is vrijgekomen doordat Jaarbeurs Utrecht ruimte inlevert. Die is zich aan het heroriënteren op zijn positie, wat door de coronacrisis niet makkelijker wordt. Nu is een groot deel van de tien hectare nog parkeerterrein. Dat is midden in de stad niet meer van deze tijd. Ook zal de Jaarbeurs een aantal hallen afstoten, zoals de Prins van Oranje-hal. De auto krijgt geen ruimte in het gebied, alleen elektrische deelauto’s kunnen er parkeren. Bewoners die toch een auto willen moeten die op afstand parkeren. De Nijs: “We richten ons op fietsers en voetgangers, met slimme oplossingen voor pakketbezorging en andere mobiliteit.” Het streven is om goede verbindingen te maken door het gebied heen. Zo ontstaat er een route vanaf de Moreelsebrug, een Central Park Vlak naast Utrecht Centraal ligt Central Park, het gebouw is eind augustus opgeleverd. Ferry Theunisse is namens de gemeente de uitvoeringscoördinator. “Het is een heel bijzonder gebouw. Met name het atrium op de 11e en 12e etage, dat is een minipark met een oppervlakte van 500 m2 .” Naast Central Park liggen meer nieuwe gebouwen, zo is woongebouw De Syp al in gebruik, 90 meter hoog, met 266 woningen en commerciële ruimte in de plint. In de voet van het gebouw is een monumentaal pand verwerkt. Theunisse: “En dan komt er nog een torentje van 45 meter hoog met 120 appartementen.” Hij is blij met het resultaat: “Het is fantastisch wat er in dit gebied gebeurt. Ik ben ingestapt toen het oude station gesloopt werd. En als je nu ziet wat er staat in het hele Stationsgebied, fantastisch. En ook Het Forum heeft enorme kwaliteit. Daar kan Utrecht trots op zijn, fenomenaal.” Alles in het gebied moet duurzaam zijn. Bij Central Park is dat zeker gelukt, het pand draagt het BREEAM Excellent-certificaat. Stationslocaties 2021/2022 - 33 voetgangers- en fietsbrug naast de Rabobank, en door het gebied naar het nieuw te ontwikkelen Lombokplein en de omliggende wijken. Van sociaal tot duur Ondanks de omvang is er veel aandacht voor sociale cohesie, meent De Nijs: “We willen geen anonieme gebieden maken, men moet elkaar juist tegenkomen. Dus niet je auto in de parkeergarage en dan met de lift naar de 21e verdieping. Maar eerst naar een centraal plein en dan pas omhoog.” Ook de samenstelling van de bewoners wordt divers, omdat er gebouwd wordt in alle segmenten van de woningsector, van sociale huur tot dure koop. “Veel woningen, maar met een kleine korrel en een menselijke maat.” << Het Forum Een belangrijk onderdeel aan de westkant van het nieuwe Stationsgebied is Het Forum, een looproute op plus-één niveau. Het verbindt de Moreelsebrug met de ingang van Utrecht Centraal, het WTC, het Stadskantoor en binnenkort ook met Central Park en de Van Sijpesteijnkade. Hoewel het Forum nog relatief nieuw is, wordt het Stationsplateau nu al stevig opgewaardeerd. En dat heeft een reden, zegt Lidwien van der Noll, de projectmanager: “Het was een heel stenig plein. Men had angst dat het qua loopstromen niet goed zou lukken. Maar nu het in gebruik is blijkt er voldoende ruimte te zijn om aanzienlijk te gaan vergroenen.” Zo zijn er voor het Stadskantoor grote perken met planten gekomen. Ook de verlichting wordt uniform gemaakt en er komen meer zitplekken. Het groen is laag, behalve bij Central Park. “Daar loop je echt tussen het groen en zie je niet wat er aan de andere kant is. Ik vind het supermooi worden.”

Station als knooppunt van mobiliteit en leefbaarheid Meer reizigers, meer voorzieningen, meer woningen in stationsgebieden en dus meer ruimtebeslag. Tegelijkertijd zijn er de wensen om volledig energieneutraal en duurzaam te zijn, de reiziger een prettige reis te bieden en een soepel werkend netwerk van publiek, privaat en gedeeld transport te hebben. Dat alles levert wel wat uitdagingen op, volgens Daan Klaase, manager Planontwikkeling en Marise Bezema, manager Services van NS Stations. T oen de coronacrisis losbarstte, zat de schrik er aanvankelijk in bij Daan Klaase, maar al gauw bleek dat het werk aan ‘de stationsopgave’ en de verstedelijking gewoon doorging. De verdichtingsopgave wordt goed opgepakt, vertelt Klaase. Hij noemt de Oude Lijn, de gebiedsontwikkeling op het traject Dordrecht-Leiden met complexe binnenstedelijke transformatiegebieden vlakbij stations, als lichtend voorbeeld. Extra reizigers Klaase: “Er worden plannen gemaakt, bijvoorbeeld over de gevolgen van meer treinen op de toch al drukke sporen. Wat betekenen die extra reizigers voor de infra op het station, maar ook Daan Klaase: ‘Bouw op de best bereikbare plek, maar doe het wel slim’ voor de infra in de stad?” Marise Bezema: “Hoe kom je op het station, en hoe kom je er weer weg? De voorzieningen die je daarvoor nodig hebt, moet je meenemen in je plannen.” Klaase: “Capaciteit en kwaliteit moeten er voldoende zijn. Als je mensen wilt verleiden om straks hun zelfrijdende auto te laten staan, moet je ze wel iets bieden. De hele customer journey van deur tot deur moet kloppen.” First en last mile Klaase en Bezema noemen vooral de first en last mile als cruciaal onderdeel in een geslaagde deur- tot-deur-reis van de reiziger. Klaase: “Vijftig procent van de reizigers in de grote steden komt op de fiets naar het station. Als het ov-gebruik groeit, moet je de fietsenstallingen dus mee laten groeien, inclusief de aanrijroutes.” Bezema: “De gemeentes en ProRail bouwen de fietsenstallingen, NS Stations doet de exploitatie en brengt haar kennis in bij de ontwikkeling van de stallingen. We willen een goede customer journey, waarbij de reiziger makkelijk zijn fiets parkeert, zicht heeft op de beschikbaarheid van een ov-fiets of een stallingsplek, zodat hij zonder gedoe de reis van deur tot deur kan maken.” Slim bouwen Klaase: “In die dynamiek van het voor- en natransport gaat de ontwikkeling van vastgoed traag. Morgen vijftig ov-fietsen erbij op een station lijkt geen moeilijke vraag, maar wat doe je als er geen plek voor is?” Bezema: “En er is steeds meer verdichting, dus de beschikbare ruimte wordt steeds schaarser.” Klaase: “Daarom zeg ik altijd: bouw op de best bereikbare plek, maar doe het wel slim. Het stationsgebied is een mobiliteitsknoop met heel veel uitdagingen. De Spoorbouwmeester heeft daar ook zijn visie op gegeven (zie artikel elders in dit blad -red.).” Het is belangrijk alles integraal te benaderen, zegt Bezema. “Gemeenten formuleren bijvoorbeeld ambitieuze plannen voor autoluwe en autovrije stationswijken, maar soms verplaats je alleen het parkeerprobleem. We moeten kijken hoe we alle parkeerfaciliteiten en deelmobiliteit bij het station beter kunnen delen met de wijk.” Spannend Klaase: “Waar we mee worstelen is de vraag hoe je de stad bereikbaar houdt. We willen minder auto’s in de stad en meer mensen in de trein, maar hoe kom je op het station? Tien procent van het personenvervoer in Nederland vindt plaats met het openbaar vervoer, de rest is grotendeels autovervoer. Als het aandeel van de auto met tien procent vermindert ten gunste van het ov, dan verdubbelt het ov dus. Dat is best wel spannend en kan wel eens harder gaan dan we denken. Daar komt nog bij dat stations tegenwoordig op veel plaatsen een 34 - Stationslocaties 2021/2022

Marise Bezema en Daan Klaase aantrekkelijk verblijfsgebied zijn geworden, die hun eigen bezoekers trekken.” Er zijn ‘voorrangsregels’ opgesteld voor nieuwe ontwikkelingen op en rond de stations, vertelt Bezema. “Delen gaat voor eigen vervoer, spierkracht gaat voor elektrisch, elektrisch gaat voor fossiel en klein gaat voor groot. We zijn heel ambitieus en we werken hier heel hard aan.” 5,3 miljoen ritten Een van de speerpunten in het beleid is daarom om te investeren in een uniform en landelijk dekkend ov-fietsnetwerk. Bezema: “De reiziger verwacht dat er een ov-fiets staat, ongeacht op welk station. Die last mile, die gedachte van ‘ik kom er wel’, die is soms best ingewikkeld.” De OV-fiets was in 2019 goed voor 5,3 miljoen ritten en het gebruik groeit jaarlijks met 25 tot 30 procent. Op Utrecht Centraal staan tweeduizend ov-fietsen en als het mooi weer is, zijn die ’s ochtends om tien uur allemaal weg, vertelt Bezema. “Dat is echt een uitdaging om te managen en daar doen we ook heel erg ons best voor.” Klaase: “Het unieke is dat we de OV-fiets aanbieden op 280 van de 400 stations. We kijken vanuit het netwerkperspectief: Marise Bezema: ‘Die last mile, die gedachte van ‘ik kom er wel’, die is belangrijk in de reis van deur tot deur’ de bereikbaarheid moet in heel Nederland goed zijn.” Een andere ontwikkeling is de groei van ‘lopen’. Klaase: “Hier in Utrecht zien we dat het aantal reizigers de afgelopen jaren met tienduizenden per dag is toegenomen en dat die groei volledig is opgevangen door reizigers die vanuit het station lopend naar hun eindbestemming gaan. Er zijn eigenlijk twee transities gaande: van auto naar fiets en van fiets naar lopen.” Makkelijker Bezema: “Als je kijkt naar de ketendiensten zoals de OV-fiets, fietsparkeren, P+R, en bagagekluizen, dan verwacht de reiziger dat die dienst altijd beschikbaar is en makkelijk te gebruiken is. Daar werken we continu aan. Denk aan in- en uitrijden op kenteken op de parkeerplaatsen of het nieuwe, slimme slot voor de OV-fiets. De ov-chipkaart is makkelijk in het gebruik, maar het aanvragen is een drempel. Die drempel is straks ook weg, als we straks alles met de bankkaart of smartphone kunnen betalen. Het wordt wéér makkelijker.” Bezema: “Nu is er misschien een dip in de reizigersaantallen, maar de mensen zijn echt gaan nadenken door corona. Die verwachte groei die gaat er komen, ook al door die woningbouw bij ov-knopen.” Klaase: “De groei gaat enorm hard en die groei bijbenen is een enorme uitdaging. De vraag is en blijft dus: hebben we voldoende capaciteit én hoe spelen we in op de veranderingen die er aan komen. Samen met ProRail en gemeenten voeren we voor alle stations die in ontwikkeling zijn intensieve gesprekken over de toekomst van het station. Het moet een fijne plek zijn, maar uiteindelijk staat voor ons de bereikbaarheid van het station bovenaan. Wat dat betreft is het station letterlijk het knooppunt van mobiliteit en leefbaarheid.” << Stationslocaties 2021/2022 - 35

Arjen Jansen is projectmanager Stationsgebied: ‘Ik gun dit stukje Amersfoort de wow-factor’ Jaarlijks stappen er per dag ruim 43.000 mensen op de trein op station Amersfoort Centraal. Allemaal komen ze door het stationsgebied, een stuk Amersfoort dat een grote verandering te wachten staat. Van de tegels tot de fietsenstalling: allemaal moeten ze eraan geloven. Het stationsgebied krijgt een duurzame, fonkelnieuwe inrichting. Visualisatie Stationsplein - toen, nu en straks Arjen Jansen 36 - Stationslocaties 2021/2022

A rjen Jansen kan er uren over praten: het stationsgebied van Amersfoort. Liefkozend noemt de projectmanager Stationsgebied het een AAA-locatie, maar hij legt ook de vinger op de zere plek: “Je voelt je een beetje verloren als je hier loopt,” beschrijft hij terwijl hij uit het station komt lopen, het Stationsplein op. “De verblijfskwaliteit van de openbare ruimte is nu ondermaats, het moet mooier, groener en levendiger. Ik gun dit stukje Amersfoort de wow-factor. Zo noem ik dat altijd.” ‘Op een natuurlijke manier de binnenstad in’ Een grote, groene welkomstboom moet bezoekers van Amersfoort straks aan de zuidzijde welkom heten. Groenstroken zorgen voor de rust en terrasjes voor de gezelligheid. Er komt zelfs ruimte voor optredens van muzikanten. Maar: het moet geen horecaplein als in de binnenstad worden: “Het is nu wel zo dat mensen niet zo goed weten waar de binnenstad is. Natuurlijk heeft bijna iedereen Google Maps op zijn telefoon, maar met aanpassingen op strategische punten is het de bedoeling dat je straks op een natuurlijke manier de binnenstad in wordt gezogen.” Het is een project van de lange adem. De gebiedsvisie is in 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. Dan volgt de ontwerpfase, de fase waar het project nu in zit, en dan is het tijd voor de technische uitwerking. Dat klinkt als een lang proces, maar er is tijd. Jansen wijst naar de bovengrondse fietsenstalling op het Stationsplein. “Eerst wordt de fietsenkelder aangelegd, dat gaat Prorail doen. Ze denken eind 2024, begin 2025 klaar te zijn.” ‘De wereld stopt niet bij de poortjes’ De naam Prorail valt vaker, zij zijn immers eigenaar van het station en de sporen. Ook met de NS, als eigenaar van alle winkels en kantoren op het station, is contact voor het project. Samenwerking is key. Jansen: “De wens van de gemeente is noord en zuid verbinden. Dat stopt niet bij de incheckpoortjes. Amersfoort Centraal is de schakel tussen noord en zuid.” Ook aan de binnenkant van het station wordt gewerkt: NS en Prorail hebben de wens voor een vernieuwing van het station Amersfoort Centraal, wat de aantrekkelijkheid van het gebied ook ten goede moet komen. Jansen benadrukt de noodzaak voor vernieuwing, juist ook aan de noordkant die vaak als ‘achterzijde’ wordt gezien. Naast de bestaande woningen en kantoren komen daar de komende jaren vele extra woningen bij én, niet te vergeten, het nieuwe stadhuis op Trapezium. ‘Alvast wat reuring veroorzaken’ Een belangrijke rol in het plan is weggelegd voor het grote aantal kantoren dat het stationsgebied rijk is. Jansen snapt de keuze van bedrijven voor Amersfoort helemaal, vanwege de uitstekende ligging en potentie van het gebied. Maar hij ziet ook mogelijkheden. Jansen hoopt dat bedrijven meer gaan doen met de begane grond en buitenruimte die ze hebben: “Er is behoefte aan levendigheid; een mooi terras bijvoorbeeld.”Om samen met de bedrijven op te trekken is zelfs al een apart project gestart: Amersfoort Gezond Centraal. Jansen: “In het stationsgebied zijn veel innovatieve, leuke en grote bedrijven. Verbinding met de stad draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het Stationsgebied. Ik zie het al helemaal voor me, een uitnodigende plek waar Amersfoorters ook even naar binnen willen lopen om te komen kijken.” Het is zonde om te wachten tot we het Stationsplein op kunnen knappen. We hebben daarom een challenge bedacht waarbij bedrijven zich kunnen inschrijven om te kijken hoe ze de ruimte, zowel binnen als buiten, kunnen gaan openstellen. Die moeten we nog uitvoeren, we willen alvast wat reuring veroorzaken.” In de nieuwe plannen is volop ruimte voor groen. Er komen meer bomen en meer groen in het algemeen, waardoor het regenwater op verschillende plekken ook weer de grond in stroomt in plaats van in rioolputten. Jansen: “Duurzaamheid houdt voor ons ook in dat we kunnen kijken wat we in het gebied we kunnen hergebruiken. Dat gaan we volgend jaar goed bij de kop pakken.” ‘Het moet onderdeel worden van Amersfoort’ En dit plan is nog maar het begin. “Er is een traverse boven het station, die eindigt in het gebouw ernaast, de Argonaut. Je zou kunnen kijken naar een bredere functie van die overgang. Niet alleen daar, maar eventueel ook op een ander punt bij het spoor. Een beetje zoals de Moreelsebrug in Utrecht.” Maar eerst ligt de focus op dit plan, waarvoor de financiering voor een deel nog rond moet komen: “In de periode 2022-2026 zal de aanvullende financiering aangetrokken worden. Je voelt je in het gebied nu nog wat verloren, omgeven door grote, gesloten gebouwen en langsrazende auto’s. Het gebied voelt daardoor onpersoonlijk aan en zou meer een relatie met de ‘de stad’ moeten aangaan. Het zou mooi zijn als we weten te bereiken dat bezoekers en inwoners iedere keer als ze hier lopen weer denken: Wat een leuke stad!” << Vragen over het vestigen in Amersfoort? Neem dan contact op met het Amersfoort Business Team via: www.amersfoortbusiness.com Stationslocaties 2021/2022 - 37

Hilversum wil een schitterend nieuw stuk centrum bouwen W ethouder Arno Scheepers is verantwoordelijk voor het programma Stationsgebied. We spreken hem op een iconische plek, het door Dudok ontworpen raadhuis waarin het bestuur van de mediastad zetelt. De wethouder is niet vleiend over het huidige stationsgebied: “Je ziet voor het station één grote desolate, lelijke, winderige en betonnen vlakte. En een gapend gat van 200 meter tussen het station en het centrum. Je stapt het station uit, en je denkt: “Waar ben ik nu in vredesnaam beland?” En dat moet anders, de wethouder wil niet alleen Hilversum weer een entree van allure geven, maar ook het station aan het centrum vasthechten. Samen met De Zwarte Hond en de landschapsarchitecten van OKRA is er een stedenbouwkundig plan gemaakt. Scheepers: “Dat heet de Zeven Straatjes, een beetje naar analogie van de Amsterdamse negen straatjes. Het past qua opbouw bij de Hilversumse roots. Geen grootstedelijke opzet, Arno Scheepers geen flatgebouwen van vijftien verdiepingen.” Hilversum was vroeger een schapendorp, met veel brinkjes. Juist dat element komt in het huidige plan veelvuldig terug. “Het is het DNA van Hilversum op een moderne manier.” Alle grond is in bezit van de gemeente of wordt verworven, wat de invloed van de gemeente maximaliseert. Het station van Hilversum vormt een barrière in de stad. Met ambitieuze plannen wil de gemeente die barrière slechten en het station verbinden met het centrum. Nu gaapt er tussen centrum en stad nog een groot winderig gat. 38 - Stationslocaties 2021/2022

Groen, Media en Architectuur Het ‘dorp’ of de stad in het Gooi kent drie belangrijke kenmerken: groen, media en architectuur. Die drie elementen moeten terugkomen in het plan en kwaliteit is daarbij het sleutelwoord. Scheepers legt de lat hoog, hij wil nieuwe iconen in de stad: “Ik hoop echt dat van de zeven bouwblokken er minstens één, maar liever twee op termijn een rijksmonument worden.” Ook het nieuwe busstation wordt bijzonder. “Het wordt een groen eiland, met bomen en planten. Op dat eiland komt een wachtruimte, dat is niet zo maar een overkapping, maar een ombrière, een heel mooi architectonisch element.” Om die kwaliteit te garanderen is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Het geeft tot in detail aan welke materialen gebruikt worden en hoe groen het zal zijn. “Veel Hilversumse panden hebben verticale raampartijen, dat is echt een lokaal dingetje. Onze inwoners waarderen dat, en daarom hebben we het meegenomen in het plan.” Open studio Het derde thema ‘media’ moet terugkomen op het stationsplein. Zo kunnen projecties en schermen in de architectuur worden verweven. Ook hoopt de wethouder dat mediabedrijven zich gaan vestigen in het gebied, met bijvoorbeeld een studio in een van de plinten, met een glazen gevel, zodat je kan zien wat er gebeurt. Het programma krijgt maar een beperkte hoeveelheid vierkante meters winkelruimte, het is niet de bedoeling dat dit gebied gaat concurreren met de winkels elders in het centrum. In het hart van het gebied komt een mooi omsloten plein, met verblijfskwaliteit. “Het Planning Stationsgebied 2021-2030 Nieuw bussta�on (2022) Werkzaamheden rond Kleine Spoorbomen (2023-2024) Nieuwe ondergrondse fietsenstalling (2023-2026) Nieuwbouw Koninginneweg (2026-2029) Sloop- en grondwerk Sta�onsplein (2021-2024) Tijdelijke inrich�ng centrumring (2023-2026) Nieuwbouw Sta�onsplein (2023-2029) Autoluwe Sta�onsstraat (2026) Defini�eve verlegde centrumring (2029-2030) September 2021; Deze planning is opgesteld op basis van huidige inzichten, door (onvoorziene) omstandigheden kan aanpassing nodig zijn. wordt een aangename plek om te zijn. Een plek waar je met mensen afspreekt, of een boek gaat lezen, of op een bankje zit te mijmeren.” Het bouwprogramma bestaat uit 325 appartementen en 12.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte. Eén derde van de woningen is sociaal, de helft is middelduur, en de rest is duur. Met de bedrijfsruimte kan men nog alle kanten op, er is plek voor een hotel, een school en voor kantoren. Daniëlle Timmer is de programmamanager Stationsgebied: “We hebben niet geprobeerd om een programma in een gebied te duwen, maar we hebben echt stad gemaakt.” De combinatie met veel woningen houdt dit deel van het centrum buiten kantooruren levendig. “Ook wonen in de plint is mogelijk. Niet op alle plekken, maar wel door het hele gebied heen. Dat doen we om de sociale veiligheid te borgen.” Glazen wand Belangrijk voor het plan is de fietsenkelder onder het station, met plek voor 5.000 fietsen. De fietsenkelder wordt geïntegreerd met de bestaande tunnel. Door een grote glazen wand tussen de tunnel en de kelder wordt een gevoel van sociale onveiligheid weggenomen. Timmer: “Daardoor heb je als fietser, terwijl je onder de grond bent, contact met mensen in de stalling of in de reizigerspassage van NS.” Waar in veel stadscentra de auto verbannen wordt, maakt Hilversum een andere keuze. De bestaande centrumring wordt verlegd, maar blijft in tact. Het afsluiten van die ring zou het verkeer verplaatsen naar de buitenring, en die kan dat niet aan. Wel wordt er nagedacht over het sterk terugbrengen van de parkeernorm. Volgens de wethouder mag je van toekomstige bewoners en gebruikers van het gebied verwachten dat die eerder voor OV zullen kiezen, met een ‘triple-A’ OV-knooppunt om de hoek. Op termijn komt ook de oostzijde van het station tot ontwikkeling. “We verbeteren tegelijkertijd de verbinding van de twee stadsdelen aan weerszijden van het station.” Inmiddels is het bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld en is de eerste schop de grond in. Het is een knappe maar krappe planning, maar rond 2030 heeft Hilversum een gloednieuw Stationsgebied. << Meer info: www.hilversum.nl/stationsgebied Contactgegevens: DaniëlleTimmer, d.timmer@hilversum.nl, 06-49044907 Stationslocaties 2021/2022 - 39

Arcadis ziet stationslocaties als lichtend voorbeeld voor integrale aanpak van nationale opgaven Van woningbouw tot energietransitie, van klimaatadaptie tot mobiliteitstransitie, van herinrichting landelijk gebied tot digitalisering… Er staat enorm veel te gebeuren in Nederland de komende decennia. Al deze grote opgaven hebben een ruimtelijke impact. Windmolens, zonne-energieparken, datacentra, woningen, mobiliteitsinfra, ruimte voor groen: het moet allemaal een plekje krijgen. En dat in een land waar de beschikbare ruimte beperkt is. Samenwerking, wederkerige afspraken, vertrouwen en gezond verstand vormen volgens Arcadis de sleutel tot een succesvolle aanpak van deze uitdagingen. Met een sleutelpositie voor stationslocaties waar veel van deze transities samenkomen. Station Rotterdam Centraal: architectuur: Team CS, technisch ontwerp: Arcadis

Station Zoetermeer Lansingerland: architectuur: Arcadis Architecten & Team V Architectuur, technisch ontwerp: Arcadis Slim combineren “Als we in Nederland al die grote opgaven onafhankelijk van elkaar gaan behandelen, dan gaat het qua ruimte nooit passen”, zegt Verali von Meijenfeldt, program manager Global Cities Europe. “Het ene is vaak ook niet mogelijk zonder het andere. Verstedelijking en mobiliteit kunnen niet zonder elkaar. Als je dat aan de voorkant niet slim met elkaar combineert, dan mis je kansen.” Als voorbeeld noemt ze de Utrechtse nieuwbouwwijk Leidsche Rijn, die gebouwd werd vooruitlopend op een goede OV-aansluiting. Met als gevolg dat er nu per woning vaak twee auto’s voor de deur staan. “Als je van meet af aan zo’n hele wijk inricht rondom het OV, met een geweldige toegankelijkheid, goede fietsvoorzieningen en een strakke parkeernorm, dan heb je een heel ander startpunt.” Het omgekeerde vond plaats bij station Lansingerland-Zoetermeer. “Daar ligt nu een prachtig station over de A12, maar de stedelijke ontwikkeling rondom ARCADIS Arcadis is een toonaangevende, internationale organisatie die ontwerp- engineering- en adviesdiensten levert. Het bedrijf is wereldwijd actief op het gebied van infrastructuur, gebouwde omgeving, water en milieu. Ruim 27.000 Arcadis medewerkers in 70 landen zetten zich dagelijks in om de leefomgeving over de hele wereld te verbeteren. Jeroen Sikkenk: “Onze toegevoegde waarde ligt in het feit dat wij zowel op hoog abstractieniveau als op concreet technisch niveau kunnen acteren en adviseren. Wij hebben al die knowhow zelf in huis. We weten hoe we processen moeten organiseren en partijen eraan kunnen verbinden. Dát aspect wordt door de complexiteit van de grote opgaven steeds belangrijker.” 42 - Stationslocaties 2021/2022

deze nieuwe vervoersknoop is nog beperkt. Dit is exemplarisch voor hoe lastig het is om zaken qua timing goed op elkaar af te stemmen.” Integraal ontwerpen De roep om, voor deze grote opgaven, op nationaal niveau de regie te pakken, klinkt steeds luider. Rijk, provincies en gemeenten moeten als één overheid gaan optreden, zoals in de Nationale Omgevingsvisie wordt omschreven. En samen met alle betrokken partijen in de samenleving deze grote uitdagingen aanpakken. “Dat is een goede ontwikkeling”, aldus Merijn van Essen, senior projectmanager Infrastructuur- en Gebiedsontwikkeling. “Het besef om integraal te ontwerpen is er, dat is een grote stap vooruit. Maar dan komt de ingewikkelde vraag: hoe doen we dat?” Zuidelijke Randstad Als voorbeeld noemt Van Essen de schaalsprong mobiliteit en verstedelijking in de Zuidelijke Randstad, waarin Arcadis de regio ondersteunt en adviseert. “De Oude Lijn is de spoorlijn van Dordrecht naar Rotterdam, Delft, Den Haag en naar Leiden. Die as wil men verder verstevigen. Maar voor de huidige reizigersaantallen is dat nog niet echt noodzakelijk. Tegelijkertijd weten we dat er ontzettend veel woningen bij moeten komen in dat gebied. Als je die mag meewegen heb je een ander maatschappelijk verhaal over nut en noodzaak. Maar dan wil je wel zeker weten dat die woningen ook bij de stationslocaties worden gebouwd, met strenge parkeernormen en een goede first en last mile t.o.v. het OV knooppunt met hoogfrequente treinverbindingen. Daar moet flink voor geïnvesteerd worden, zowel in viersporigheid als in een nieuwe impuls voor stations aan dat traject. Het is een soort kip en ei verhaal: waar begin je?” Busstation Roermond: architectuur & technisch ontwerp: Arcadis vlnr. Jeroen Sikkenk, Verali von Meijenfeldt en Merijn van Essen. Burgerparticipatie Arcadis hecht grote waarde aan burgerparticipatie. “We vinden het heel belangrijk om burgers proactief te betrekken bij onze plannen”, vertelt Merijn van Essen. “Mensen denken graag mee over hun leefomgeving. Door hun input worden onze plannen vaak nog beter. Als er hogere belangen spelen dan moet je die goed uitleggen. Burgers kunnen ervan balen als er een extra spoor bijkomt in hun dorp, maar begrijpen het meestal wel als je uitlegt dat de dienstregeling daardoor flink verbetert en veel woningen beter worden ontsloten door het OV.” Stationslocaties 2021/2022 - 43

Wederkerigheid Aan de hand van allerlei best practices in Nederland en daarbuiten stelde Arcadis een soort menukaart samen, met allerhande instrumenten voor het organiseren van wederkerigheid: • Bestuurlijke afspraken • Zachte verbindende afspraken • Harde juridische overeenkomsten • Op ruimtelijk beleid gebaseerde overeenkomsten • Financiële regelingen Bij wederkerigheid gaat het over geven en nemen, elkaar iets gunnen, maar ook om het lef te hebben om soms budgetten samen te voegen. In samenhang met elkaar “Uit bestaande casussen leerden we dat je niet alle opgaven binnen één gebied geforceerd met elkaar moet willen verbinden”, legt Von Meijenfeldt uit. “De dynamiek van de woningbouw is Een kijkje buiten onze grenzen Waar in Nederland het primaat voor het ontwikkelen van stationslocaties en stedelijke gebieden voornamelijk bij de overheid ligt, wordt in het buitenland vaak gewerkt in privaatachtige constructies. Grondeigenaren betalen mee aan de stationsontwikkeling. Zo wordt in Sydney het metrostation gefinancierd door de ontwikkelaar die de 200 meter hoge toren boven het station bouwt. In HongKong is het vervoersbedrijf tevens projectontwikkelaar. De winst uit de stationslocaties-ontwikkeling wordt daar gestoken in het verbeteren van OV-verbindingen. Jeroen Sikkenk: “Dat zijn interessante invalshoeken, met een grote wederkerigheid. Misschien ook in Nederland toepasbaar op den duur. Andersom is het ook erg leuk om onze buitenlandse collega’s en klanten de Nederlandse stations te laten zien. Onze stations worden internationaal zeer hoog gewaardeerd.” Integrated development: Pitt Street railway station (Sydney) ‘Wat wij willen is nog nooit gedaan’ Op basis van experimenten, ervaringen en bevindingen in de afgelopen vier jaar stelde Arcadis samen met UNStudio en de Bouwagenda een boek samen over de kracht van integraal bouwen. Hiervoor werd o.a. samengewerkt met NS, ProRail, ministeries, gemeenten, financiële experts, ontwerpers, wetenschappers en ontwikkelaars. Het boek geeft een heldere uitleg over de verstedelijkingsopgaven waar de komende decennia aan gewerkt moet worden, met adviezen over hoe nu verder. Ook zijn er voorbeelden opgenomen van projecten waar de integrale aanpak goed is geslaagd, zoals het A2 project in Maastricht en het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het boek is als e-book verkrijgbaar via bol.com of direct via de e-reader. Een gedrukt exemplaar is te bestellen op bookspot.nl. bijvoorbeeld anders dan die van de energietransitie. Alles keihard met elkaar verknopen, dat gaat niet werken. Tegelijkertijd wil je elkaar garanties geven. We hebben de regio Zuidelijke Randstad vooral geholpen door structuur aan te brengen en een beeld te schetsen van de startbeslissing. Ons advies: kijk naar wat er per situatie nodig is en op welk schaalniveau je de afspraken wil maken. Het begint met de bewustwording dat alles met elkaar samenhangt. Neem station Dordrecht: daar kan woningbouw pas op gang komen als het goederenvervoer anders gaat lopen. Dat vereist dat elders in Nederland keuzes moeten worden gemaakt het spoor om te leggen. Dat is een beslissing op nationaal niveau, terwijl je andere zaken lokaal of regionaal kunt organiseren.” Stationslocaties als katalysator Binnen een stationslocatie komen veel van de toekomstige opgaven bij elkaar. “De ruimte is er altijd beperkt en iedereen wil zijn voorziening het dichts bij het station hebben”, zegt 44 - Stationslocaties 2021/2022

Station Assen (winnaar BNA Publieksprijs 2021) architectuur: Team A, ontwerp stationsinrichting, reizigerstunnel, installaties: Arcadis. Quick scan voor ontwikkeling stationsgebied Als een gemeente haar stationsgebied wil aanpakken, dan kan het helpen om een handelingsperspectief voor OV-knooppunten op te stellen. Dit is een soort quick scan voor het station en zijn omgeving. Er wordt ingezoomd op zaken als de positie van het station in het netwerk, de ligging in de omgeving, de reizigersbeleving, de bereikbaarheid en de sociale veiligheid. De quick scan is ontwikkeld als hulpmiddel voor het Toekomstbeeld OV. De kracht zit in het feit dat de gemeente samen met ProRail, OV-vervoerders en provincie komt tot gedeelde conclusies met een methode die door het ministerie van IenW wordt herkend en erkend. Arcadis ondersteunt gemeenten bij het opstellen van het handelingsperspectief OV-knooppunten. Vaak biedt het handelingsperspectief een goed vertrekpunt om aan de slag te gaan met de daadwerkelijke verbetering van station, netwerk en omgeving. Jeroen Sikkenk, hoofd adviesgroep Stations en Architectuur. “Afspraken maken rondom meervoudig ruimtegebruik is vaak ingewikkeld. Zeker als de omgeving rondom het station verschillende eigenaren, exploitanten en beheerders kent. Onze toekomstige opgaven vereisen echt een andere mindset. Je hebt partijen nodig die de samenwerking ook werkelijk willen opzoeken. Vertrouwen en elkaar iets gunnen is daarin heel belangrijk. Je kunt niet alles tot op de punt, komma vastleggen. Je moet je ook comfortabel voelen bij zachtere afspraken. Met altijd het gemeenschappelijke, uiteindelijke doel voor ogen. Als we dat op stationslocaties goed voor elkaar krijgen, dan werkt dat als katalysator voor andere opgaven in het gebied.” << Arcadis Nederland Piet Mondriaanlaan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088-4261261 www.arcadis.com Stationslocaties 2021/2022 - 45

Transformatie Spoorzone Leeuwarden in volle gang De Spoorzone in Leeuwarden is de belangrijkste ontwikkelplek voor binnenstedelijke transformatie in de regio en is de nieuwe kernzone voor woningbouw en economische ontwikkeling. Er vinden diverse ontwikkelingen plaats, waarvan Spoordok de belangrijkste is. L eeuwarden groeide de afgelopen jaren in omvang. De onderwijs- en campusstrategie werpt zijn vruchten af en er is fors geïnvesteerd in infrastructuur en de binnenstad, vertellen Gina Tromp en Evelien Walstra, beiden sr. Business Accountmanager van de gemeente. Tromp: “Dat Leeuwarden in 2018 Europees Culturele Hoofdstad was, droeg in belangrijke mate bij aan de groei. Er zullen tot 2050 in ieder geval zevenduizend woningen in en rond Leeuwarden worden gerealiseerd. De ontwikkeling van de Spoorzone biedt ruimte aan nog eens 5.000 - 10.000 woningen extra.” Spoorzone De ontwikkeling gebeurt in een compacte stad, waarbij lopen en fietsen de aantrekkelijkste manier van verplaatsen is. Er wordt hierbij zorgvuldig omgegaan met het evenwicht tussen groen, blauw, Foto Bart Lindenhovius 46 - Stationslocaties 2021/2022

Gina Tromp Evelien Walstra ‘Voor reizigers die via het station arriveren wordt het veel duidelijker waar de binnenstad is’ Foto Bart Lindenhovius kwaliteit van de omgeving en gebruik. Walstra: “We staan aan het begin van een kwaliteitsslag, waarbij we de spoorlijnen en de gebieden daar omheen transformeren van een barrière in de stad naar een bijzonder onderdeel van de stad.” Tromp noemt de herontwikkeling van het oude Aegon-gebouw als voorbeeld: “Aegon verhuisde naar een moderner pand met minder vierkante meters, waardoor er ruimte is gekomen voor herontwikkeling en het creeren van een nieuw leefklimaat met een Stationskwartier dynamische ontmoetingsplek Eén van de eerste ontwikkelingen in Spoordok is het Stationskwartier. Dit bedrijfsverzamelgebouw wordt een dynamische ontmoetingsplek voor een diverse doelgroep, van zakelijke dienstverlening tot tech start-ups of culturele organisaties. Het gebouw (het voormalig provinciehuis en postsorteercentrum) omvat totaal 15.000 vierkante meter bvo. Op de begane grond komt een horecagelegenheid met terras. De eerste huurders hebben hun intrek genomen. De eigenaar heeft de ambitie om binnen enkele jaren ‘fossielvrij’ te zijn met Stationskwartier. mooie combi van horeca, (studenten)huisvesting, sportfaciliteiten, ov en andere zakelijke dienstverlening. Voor reizigers die via het station arriveren wordt het veel duidelijker waar de binnenstad is. Echt fantastisch wat daar gebeurt.” De ontwikkeling van de spoorzone is een toekomstvisie die van belang is voor stad en regio. Centraal in de visie staan acht gebieden die worden getransformeerd, met MICA, ZUID4, Markt058 en Stationskwartier als meest actuele ontwikkelingen (zie kaders). Spoordok Een van de belangrijkste projecten in de Spoorzone is Spoordok, dat ligt tussen het spoor, de Harlingervaart, het Stephensonviaduct en het gebouw van Rijkswaterstaat. Tromp: “Spoordok biedt kansen voor Leeuwarden om Stationslocaties 2021/2022 - 47

ZUID4 – Huiskamer voor ondernemend Leeuwarden Aan het Zuiderplein vindt de duurzame transformatie van het voormalige bankgebouw plaats. Het iconische blauwe gebouw biedt binnenkort een inspirerende werkomgeving aan start-ups, zzp’ers en mkb-bedrijven uit diverse sectoren. ZUID4 staat voor moderne kantoorsuites met uitgebreide faciliteiten op een zichtlocatie in het centrum van Leeuwarden. Achter de vernieuwde entree wordt de bezoeker welkom geheten in de ontvangstruimte van ZUID4 Food & Drinks. Als kroon op het gebouw zijn state-of-the-art vergaderruimtes met dakterras gerealiseerd met uitzicht over de stad. Met het station op een steenworp afstand en de openbare parkeergarage als buurman is ZUID4 een goed bereikbare locatie op een strategische plek. Foto Lucas Kemper 48 - Stationslocaties 2021/2022

invulling te geven aan de nieuwe stedelijkheid. Aan de ene kant spelen we in op de nieuwe behoeften en aan de andere kant creëren we iets nieuws. Op deze omvangrijke én strategische locatie zijn alle ingrediënten aanwezig om een aantrekkelijk stedelijk gebied te realiseren, met bijzondere combinaties van wonen, werken en voorzieningen. Spoordok wordt een plek met meerdere gezichten.” Markt058 van Frame Offices: bruisend en creatief Het mooiste businesscenter van Friesland staat in Leeuwarden. Frame Offices heeft hiervoor het oude gebouw van Aegon getransformeerd tot een bruisende en creatieve omgeving met ruimte voor 550 professionals, die de onderlinge businessrelaties activeert en versterkt. De kantoorruimtes, flexwerkplekken, co-workingplaces en meeting rooms zijn verbonden door fijne hospitality wat zorgt voor een energieke sfeer. Er is horeca met goede koffie, een gezonde maaltijd of een mooi glas wijn. Werken kun je overal, maar ruimte om te ondernemen is zeldzaam. Frame Offices geeft met Markt058 de businessdynamiek rondom het station van Leeuwarden nieuwe lading. Bedrijven van elk formaat en uit verschillende marktdisciplines zijn hier onder één dak samengebracht. Welkom en gewaardeerd Het stationsgebied van Leeuwarden is niet alleen het financiële en zakelijke hart van stad, maar ook van de provincie. Leeuwarden vindt het belangrijk om de bedrijven in het gebied zo goed mogelijk te faciliteren, zodat ze zich welkom en gewaardeerd voelen. Walstra: “En daarmee veranker je die organisaties in de stad.” De gemeente heeft verschillende netwerken waarin de bedrijven deelnemen. Een mooi voorbeeld is het platform Zakelijke Dienstverlening met HR-managers. Walstra: “Hierin werken we samen aan onderwerpen als arbeidsmobiliteit, talentontwikkeling, het delen van vacatures et cetera. Op IT-gebied gebeurt met Connect.frl iets vergelijkbaars.” De gemeente wil ook een goed werkend ecosysteem bieden waarin huisvesting, netwerkvorming, hulp bij financieringsvraagstukken en verbinding met het onderwijs bij elkaar komen. Walstra: “Als je talent hebt in de stad, dan komt het werk ook naar je toe. Met NHL Stenden en de mbo’s werken we aan het realiseren van dit ecosysteem.” Tromp: “In Leeuwarden hebben we de ruimte, een goed leefklimaat en het talent.” << www.leeuwarden.nl Media Innovatie Campus MICA bij station Leeuwarden Op een paar honderd meter afstand aan de oostkant van het station wordt het gebouw van de NDC Mediagroep omgebouwd tot een centrum voor de creatieve economie. Het initiatief heeft de naam MICA gekregen: Media Innovatie Campus. Het idee is dat door een kruisbestuiving tussen bedrijfsleven, mboen hbo onderwijsinstellingen en young professionals een bruisend creatief en innovatief centrum ontstaat. MICA maakt onderdeel uit van de stedenbouwkundige ontwikkelzone van Leeuwarden ‘Spoorzone 2020-2050’. Het gebied waar MICA gevestigd is, wordt toegankelijker gemaakt en komt directer in verbinding te staan met de nabijgelegen WaterCampus en met de binnenstad. Stationslocaties 2021/2022 - 49

Woningen bouwen bij ov-knooppunten voor een duurzaam bereikbaar Nederland De filosofie van NS Stations bij de gebiedsontwikkelingen rondom ov-knooppunten is om te verdichten. Daarmee draagt NS Stations bij aan een duurzaam bereikbaar Nederland. En door te kiezen voor een mix van wonen, werken en recreëren worden stationsgebieden bovendien steeds aantrekkelijker. Maar dan moet het totaalplaatje wel kloppen, vindt Rogier de Lint, mede verantwoordelijk voor Gebiedsontwikkeling bij NS. D e Lint heeft vier ‘stokpaardjes’ als het gaat om de ontwikkeling van stationsgebieden. “Het begint met een goed en leesbaar stationsplein, er moet worden gewoond, de auto is er te gast en vergeet niet de niet-sexy, maar wel broodnodige functies.” Grondexploitant en belegger NS Stations is als gebiedsontwikkelaar actief in stationsgebieden. Aan de ene kant als grondexploitant die masterplannen, visies en bestemmingsplannen ontwikkelt en samenwerkt met partners voor het realiseren van het vastgoed. Aan de andere kant als belegger die oude NS-gebouwen transformeert voor nieuwe gebruikers. De Lint: “Uiteindelijk willen we zoveel mogelijk vastgoed realiseren rondom ov-knooppunten. De infrastructuur ligt er al. Begin daar met het oplossen van de 50 - Stationslocaties 2021/2022 woningnood. Daarnaast verdienen we er ook gewoon ons geld mee.” Momenteel lopen er twaalf grote en kleine gebiedsontwikkelingen, waaronder Utrecht (Cartesiusdriehoek en Tweede Daalsedijk), de voormalige wagenwerkplaats in Amersfoort (zie illustraties), de Wärsila-locatie in Zwolle en de spoorstraatzone in Roosendaal. “Voor alles geldt dat wij hierbij altijd uitgaan van de identiteit van een gebied.” Stationsomgeving Terug naar de vier kernpunten, zegt De Lint. “We bouwen stationsgebieden helemaal vol, met winkels, horeca en woningen en met voorzieningen als Kiss + Ride, P + R en voor andere mobiliteitsvormen, zoals de ov-fiets en deelautoconcepten. Allemaal prima, maar je moet daarbij wel zorgen voor een goede en herkenbare entree. De stationsomgeving moet kloppen. Elk bord met een pijl is eigenlijk mislukte stedenbouw.” Wonen, wonen, wonen “Mijn tweede punt is wonen – eigenlijk mijn nummer één, want ik ben een gebiedsontwikkelaar – de woningnood vraagt erom dat we zoveel mogelijk woningen bouwen in Nederland.” De stationsgebieden zijn daarvoor uitermate kansrijk, zegt De Lint. “Begin gewoon. De infra ligt er al, de belastingbetaler heeft er al voor betaald en in die zin is het ook de goedkoopste oplossing. Neem het gebied ten westen van station Duivendrecht; een Intercitystation en bovendien een kruisstation (spoorverbindingen in vier windrichtingen -red.). Er zijn drie metrostations in de nabijheid en er is geen woning te bekennen. Ga er

Rogier de Lint ‘Wij kijken bij het onderwerp duurzaamheid vooral naar de stedenbouwkundige configuratie’ bouwen; het is de enige manier om Nederland duurzaam bereikbaar te maken. Die hogere dichtheid moet, de ruimte is nu eenmaal schaars.” Stations moeten daarnaast meer gemengde gebieden worden, vindt De Lint, en dat kan met woningen. “De afgelopen decennia trokken de kantoren al richting het station en in hun kielzog ook winkels en horeca. Voor de diversiteit van gebieden en de leefbaarheid is het goed als er ook woningen komen.” Parkeernorm = nul “Mijn derde stokpaardje is naar een parkeernorm van nul. We zakken al flink met de parkeernormen, maar van mij mag het nog extremer. Een gebouwde parkeervoorziening vraagt om dertig vierkante meter bvo, een studio voor een starter op de woningmarkt ook. Dat is niet meer uit te leggen, vind ik. Als je nieuwe woningen ontwikkelt bij een station, dan moet je gewoon communiceren dat er geen ruimte is voor je eigen auto op je eigen parkeerplek. Dan spreek je bepaalde doelgroepen wellicht niet aan, maar dat hoeft ook helemaal niet.” “Moet de auto dan helemaal weg uit het stationsgebied? Neen, een OV-knoop blijft toch ook een overstapmachine. Dus ook vanuit een (deel)auto of taxi. De reizigers die in het buitengebied wonen, met vijf procent een klein aandeel van het voortransport, willen we nog steeds de kans geven om met de auto naar het station te komen. En die parkeerfaciliteiten willen we op een slimme wijze gaan combineren met bijvoorbeeld de (deel)mobiliteit voor de bewoners die rondom het station wonen.” Gummen “En dan komen we op mijn vierde punt: de niet-sexy-functies. Plannenmakers vinden het vaak lastig om faciliteiten als een Kiss + Rideplek in een ontwerp mee te nemen, terwijl het wel voorzieningen zijn die gewoon nodig Stationslocaties 2021/2022 - 51 zijn. Idem voor trafohuisjes; als we wijken allelectric willen maken, heb je die wel nodig. Denk ook aan de voorzieningen voor ProRail. Maar een stedenbouwkundige gumt dit soort dingen als eerste uit, want het ziet er niet sexy uit. Ook bezorgdiensten en leveranciers moeten bij de gebouwen kunnen komen, net als de vuilnisophaaldienst. Hier bij Utrecht Centraal en Hoog Catharijne is dat buitengewoon goed gedaan; er ligt een heel laad- en lossysteem onder een verhoogd maaiveld. Het is vaak een complexe puzzel, maar nooit onoplosbaar.” De stedenbouwkundige configuratie “Duurzaamheid is hot, en terecht. Daarbij gaat het vaak over het energievraagstuk. Duurzaamheid begint echter bij het overall concept voor een wijk, de stedenbouwkundige configuratie. Dat kun je maar één keer goed doen. Is er voldoende schaduw, ruimte voor waterinfiltratie, groen en biodiversiteit, bijvoorbeeld. Is er ruimte voor mensen om elkaar te ontmoeten? Mijn duurzaamheid zit daarin. In die zin heeft stedenbouwkundige duurzaamheid een heel andere cadans dan die van de individuelen gebouwen. Daar geldt dat technologische ontwikkelingen snel gaan en ook de wet- en regelgeving continu verandert. Projectontwikkelaars en bouwers zijn daar veel beter in dan wij.” “Gezonde verstedelijking is ook een item tegenwoordig. Niet meer vanuit de parkeergarage rechtstreeks de lift in, naar je appartement. Zorg dat mensen zich boven het maaiveld – bij voorkeur lopend - moeten verplaatsen. Dat zorgt voor sociale controle, geeft reuring en de mensen komen in beweging. Ik geloof ook heilig in steegjes en de zogenoemde Delftse Stoep met gevels direct aan de straat. Mensen moeten kunnen dwalen in gezellige straatjes. Kijk naar Haarlem waar het wemelt van dit soort straatjes; eigenlijk voldoen ze niet aan allerlei beleid of huidige stedenbouwkundige dogma’s, maar iedereen wil er wonen.” <<

Poort van Hoorn katalysator stedelijke groei Hoorn De Poort van Hoorn, met op de achtergrond de historische binnenstad, de ontwikkellocatie Pelmolenpad en het stadsstrand. Foto: Benno Ellerbroek De Noord-Hollandse stad Hoorn gaat de komende jaren groeien en op de juiste plekken ook stedelijker worden. Het project Poort van Hoorn is de katalysator van die nieuwe stedelijke groei. De Poort van Hoorn omvat de ontwikkeling van het stationsgebied en omgeving, met een nieuwe gemengde stadswijk, het grootste stadsstrand van Nederland en een nieuw mobiliteitsknooppunt voor Hoorn en de regio. Begin 2022 worden de ruimtelijke procedures afgerond en starten de voorbereidingen voor realisatie. Meer stad worden Hoorn wil de komende 20 jaar circa 10.000 woningen bouwen. Deze stedelijke groei gaat vooral landen in het gebied van 1.200 meter rond het OV-knooppunt van Hoorn, met als spil de Poort van Hoorn. Dit is hét mobiliteitsknooppunt van de regio Westfriesland/ Noord-Holland Noord, met ruim 300.000 inwoners. Dagelijks maken duizenden reizigers en bezoekers gebruik van dit gebied, met directe verbindingen van en naar de Randstad. Wethouder Samir Bashara: ‘We maken als stad een echte ambitiesprong. Om ook in de toekomst levendig en aantrekkelijk te blijven willen groeien en meer jongeren, jonge professionals en jonge gezinnen aantrekken en behouden. Juist in dit gebied is er veel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen die daarop gericht zijn. Voor nieuwe woonconcepten, maar ook werkgelegenheid, opleidingen en voorzieningen.’ Kwaliteit Hoorn werkte onder begeleiding van SITE Urban Development de ambities voor de gebiedsontwikkeling in de Poort van Hoorn uit, samen met ontwikkelpartners NS Stations, ProRail en Provincie Noord-Holland. ‘Kwaliteit is het sleutelwoord,’ gaat Samir Bashara ver52 - Stationslocaties 2021/2022 der. ‘Rondom het stationsgebied is er veel onbenutte ruimte. We willen de kwaliteit van de historische binnenstad doortrekken naar dit gebied. Door het busstation te verplaatsen naar de noordkant en de parkeerplaatsen in een parkeergarage onder te brengen, ontstaat ruimte om een enorme kwaliteitsimpuls te geven. In de openbare ruimte, maar ook in de bebouwing. We willen direct rond het staStedenbouwkundig plan Poort van Hoorn tion minimaal 1.000 woningen toevoegen. Een prachtig voorbeeld is het Pelmolenpad. Dat is nu nog een groot parkeerterrein, grenzend aan het station en op nog geen 5 minuten lopen van de winkels, horeca, musea en het toekomstige stadsstrand. Hier is ruimte voor een nieuwe stadse woonwijk. En ook bij het station zelf is volop ruimte voor dit soort hoogwaardige ontwikkelingen.’

Visitekaartje Voor de vele reizigers en bezoekers is de Poort van Hoorn de entree van de stad. De Poort van Hoorn moet dan ook het visitekaartje van de stad worden en de rode loper naar de binnenstad. Vincent de Heer (stationsontwikkelaar NS Stations): ‘Aan de noordkant van het station kom je de stad binnen. Aan deze kant gaan we de mobiliteitsfuncties, zoals het busstation en het parkeren van auto’s en fietsen zoveel mogelijk concentreren. Maar wel op zo’n manier dat het ook een aangenaam verblijfsgebied wordt en je ook meteen het gevoel hebt dat je in de mooie stad Hoorn bent. Door de vervoersstromen (trein, bus, auto en fiets) dicht bij elkaar te brengen en tegelijkertijd goed te scheiden, zorgen we voor een snelle en comfortabele overstap voor reizigers en bezoekers, én een betere bereikbaarheid van en naar Hoorn en de regio. Door ook het parkeren goed op te lossen, is ook hier volop ruimte voor een aantrekkelijk stads woon-werkmilieu.’ gebied. Met straatjes en pleintjes die het naast een functioneel gebied juist ook een fijne plek maken.’ Inmiddels is het stedenbouwkundig plan in nauw overleg met de omgeving verder uitgewerkt in ontwerp bestemmingsplannen. Verwachting is dat de gemeenteraad de bestemmingsplannen begin 2022 kan vaststellen, waarna de voorbereidingen voor de realisatie kunnen beginnen. Woningbouwimpuls Ook het Rijk en Provincie Noord-Holland dragen bij aan de ontwikkeling van de Poort van Hoorn. In september 2020 werd bekend dat de gemeente Hoorn kan rekenen op een bijdrage van circa 7,5 miljoen euro vanuit de Woningbouwimpuls van het Rijk. De provincie Noord-Holland zegde ook een bijdrage van ruim 5 miljoen euro toe. Bashara: ‘Deze bijdragen zijn een belangrijke bevestiging en stimulans voor de huidige koers voor de ontwikkeling de Poort van Hoorn en de ambitie‘Kwaliteit is het sleutelwoord’ Samir Bashara de gemeente Hoorn de ‘Ronde van Hoorn’. ‘In de ‘Ronde van Hoorn’ verkennen we met een brede groep kenners, ambassadeurs en smaakmakers uit de stad en regio de sociaaleconomische agenda van Hoorn en Westfriesland,’ legt Arthur Helling (wethouder Economische Zaken en RO) uit. ‘Doel is om samen ideeën te genereren voor hoe wij deze belangrijke plek voor Hoorn en de regio ten volste kunnen benutten.’ ‘De Poort van Hoorn is een bijzondere plek die ook een bijzondere invulling verdient. Deze plek kan worden ingevuld met programmering gerelateerd aan onder andere het (nieuwe) werken, recreatie/toerisme, onderwijs en cultuur. Juist met deze functies kun je als stad een statement maken en wordt dit gebied een levendige en aantrekkelijke bestemming en echt visitekaartje voor de stad.’ Het nieuwe stationsplein aan de noordkant van het station, met links de Museumstoomtram Van plannen naar realisatie In 2020 ontwikkelde bureau Karres en Brands een ambitieus stedenbouwkundigplan voor de Poort van Hoorn, dat de Hoornse gemeenteraad in december 2020 unaniem vaststelde. ‘Een heel inspirerend proces,’ aldus Bashara. ‘We zijn al heel lang bezig met de ontwikkeling van dit gebied, maar nu komen we in de fase dat we ook beelden krijgen bij onze ambities. Dat geeft veel energie en enthousiasme en helpt ook om het gesprek te voeren met de stad en ontwikkelpartners. Karres en Brand heeft met een frisse blik naar het gebied gekeken, wat ook weer verbeteringen oplevert voor het ontwerp. Met hun filosofie (first life, then spaces, then buildings) hebben zij veel aandacht voor de belevingswaarde van het sprong die Hoorn als stad wil maken. Met deze bijdragen kunnen we de bouw van de 1.000 woningen in de Poort van Hoorn versnellen en ook vaart maken van de vernieuwing en ontwikkeling van het mobiliteitsknooppunt.’ Doel is om in 2023 te starten met de bouw van de eerste woningen. Ronde van Hoorn Naast de nodige ruimte voor mobiliteitsfuncties (parkeren, busstation, treinstation, etc.) en een uitgebreid woningbouwprogramma van ruim 50.000 m2 is er in het gebied van de Poort van Hoorn ruimte voor een programma van maatschappelijke, culturele en overige functies van circa 20.000 m2 . Om ideeën te genereren voor de invulling van dit programma startte Markt ontdekt Hoorn Naast de intensieve samenwerking met NS Stations, ProRail en de provincie is de gemeente Hoorn volop in gesprek met marktpartijen. ‘We merken dat ontwikkelaars en beleggers Hoorn ontdekt hebben als aantrekkelijke en complete stad, dicht bij de Randstad,’ vertelt wethouder Bashara. ‘Denk aan het plan ‘TOREN’, met ruim 200 appartementen bij het station. Een project dat echt iets nieuws toevoegt aan onze stad, stadser wonen dan we gewend zijn . Dat enthousiasme is aanstekelijk. Partijen zijn van harte welkom om met ons mee te denken over hoe wij onze ambities kunnen verwezenlijken!’ ‘Er liggen unieke ontwikkelkansen in Hoorn’ Ontwikkelkansen Van Randeraat (directeur SITE Urban Development): ‘Er liggen unieke ontwikkelkansen in Hoorn. Een gebied met zoveel onbenutte ruimte, tegen een fantastisch mooie historische binnenstad aan, in de buurt van allerlei prachtige venues en voorzieningen, op steenworp afstand van het nieuwe stadsstrand en ook nog op maar 30 minuten reizen van Amsterdam Centraal. Ik ken op dit moment weinig gebieden in Nederland die ontwikkelaars en beleggers zó veel te bieden hebben.’ Stationslocaties 2021/2022 - 53

Stedelijke groei meer dan alleen wonen De ambitie van Hoorn om te groeien beperkt zich niet tot het bouwen van woningen. ‘Het is zoveel meer dan alleen woningen bouwen en stenen stapelen,’ benadrukt Marjon van der Ven (wethouder Stadsontwikkeling en Wonen). ‘Hoorn maakt de komende jaren de grootste ontwikkeling sinds decennia door. Dan moet je ook nadenken over hoe de rest van de stad meegroeit, op allerlei gebied.’ Het nieuwe stadsstrand is in 2023 klaar G emeente Hoorn kijkt integraal naar de ontwikkeling van de stad; van wonen tot het sociaal domein en van economie tot kunst en cultuur. ‘Als je stad groeit, moet het voorzieningenaanbod ook meegroeien,’ legt Van der Ven uit. ‘We hebben vanuit verschillende perspectieven analyses gemaakt van de toekomst van onze stad. Dat geeft veel inzicht in wat je nu moet doen en waar je in moet investeren om een levendige en aantrekkelijke stad te blijven.’ Levendige stad ‘Belangrijke conclusie was dat vergrijzing en ontgroening ( jongeren die wegtrekken) die levendigheid in de weg kunnen gaan staan,’ aldus Marjon van der Ven. Daarom zetten we vol in op het behouden van de gezonde demoStartschot post-HBO opleiding zorg & techniek, met alle partners: WBG, ZWOpleidingen, Omring, Wilgaerden, Hogeschool InHolland en gemeente Hoorn, met links voor Hans Huibers, achteraan Richard Oerlemans en rechtsvoor Marjon van der Ven. Foto: Guillaume Groen Fotografie grafische balans tussen jong en oud. We zijn een programma gestart om jongeren, jonge professionals en jonge gezinnen te binden en aan te trekken. Dat doen we door het vestigingsklimaat voor hen verbeteren.’ Gouden Driehoek ‘Naast de doorontwikkeling van de programmering van de stad (o.m. retail, horeca, cultureel en recreatief aanbod) werken we aan de belangrijkste vestigingsfactoren voor jongeren; wonen, opleiding en werk. Dat doen we onder meer met een specifieke acquisitiestrategie gericht op werkgevers die goed bij onze stad en regio passen. Maar ook door het opleidingsaanbod uit te breiden, in samenwerking met werkgevers en regionale en bovenregionale opleidingsinstituten en ook door met ontwikkelaars te werken aan vernieuwende woonconcepten gericht op deze doelgroepen.’ Talent Een van de aanjagers van de gemeenschappelijke aanpak van bedrijfsleven, onderwijs en overheid in Hoorn en Westfriesland om Wonen, Opleiden en Werken (WOW) dichter bij elkaar te brengen is de Westfriese Bedrijvengroep (WBG). ‘Het opleidingsaanbod is een belangrijke sleutel,’ legt Hans Huibers (voorzitter van de WBG) uit. ‘Onze gezamenlijke ambitie is om talent in de regio behouden, goede stagemogelijkheden realiseren en jonge professionals een aantrekkelijk arbeidsmarktperspectief bieden. Dat doen we onder meer door hoger onderwijs naar de regio te halen en de aansluiting tussen het bedrijfsleven en het MBO te verbeteren.’ Samen met Hogeschool Inholland wordt hard gewerkt aan het realiseren van een innovatief onderwijsaanbod, dat aansluit bij de behoefte op de arbeidsmarkt in de regio. Uit die samenwerking ontstond de Talent Academy Westfriesland. Onder de noemer Zorg Academy 54 - Stationslocaties 2021/2022

en IT Academy startten een aantal MBO, HBO en post-HBO opleidingen in de zorg en de informatietechnologie. ‘Juist in de Poort van Hoorn komen dit soort puzzelstukjes samen,’ aldus Huibers. ‘De potentie van dit gebied is waanzinnig. Het is niet alleen de Poort van Hoorn, maar juist ook de Poort naar de regio Westfriesland, een plek die zich kan ontwikkelen tot een living lab, waar creativiteit, innovatie, kennis, cultuur en voorzieningen bij elkaar komen. Dat maakt ook een levendig gebied, een kloppend hart van een bruisende regio.’ ‘Onderwijs als vliegwiel’ Impressie van het project jongerenhuisvesting van Oosterbaan Projecten Richard Oerlemans (Vestigingsdirecteur Alkmaar bij Hogeschool Inholland) beaamt dit: ‘Modern onderwijs draait niet meer om een schoolgebouw op één plek. We brengen onderwijs naar de plek waar de actie is, waar werkgevers en studenten zijn. We ontwikkelen samen met andere onderwijsinstellingen, werkgevers en gemeenten opleidingen en praktijkopdrachten die ook echt aansluiten bij de maatschappelijke thema’s die daar spelen. Dat maakt het zoveel meer dan alleen een opleiding. De regio is ons klaslokaal. Studenten denken mee over maatschappelijk relevante thema’s, werken met verschillende disciplines samen en groeien zo ook in hun professionele rol. Op die manier creëer je met elkaar een echte leergemeenschap, waar alle deelnemers leren en die een vliegwiel vormt voor ontwikkelingen en innovaties.’ Vernieuwende woonconcepten ‘Ook voor dit soort initiatieven is de Poort van Hoorn een belangrijk gebied, omdat hier ons onderwijscluster ook gevestigd is,’ legt wethouder Van der Ven uit. ‘En juist in dit gebied is er ook ruimte voor nieuwe en vernieuwende woonconcepten voor jongere doelgroepen. Daar betrekken we ook de doelgroep zelf bij.’ Zo ging onlangs de ‘Woonchallenge Westfriesland’ van start. Hier gaan studenten van Hogeschool Inholland onder begeleiding van Bureau Stedelijke Planning aan de slag met een vernieuwend woonconcept voor jongeren.’ Een ander voorbeeld is het plan van ontwikkelaar Jan Oosterbaan om een appartementencomplex met ongeveer 120 studio’s voor studenten en jongeren te realiseren in de Poort van Hoorn. Het plan sluit aan op de WOWaanpak. ‘De beoogde locatie is een ideale plek voor jongeren, dichtbij de binnenstad, dichtbij het OV-knooppunt, dichtbij grote werkgevers, dichtbij onderwijs én dichtbij het toekomstige stadsstrand,’ aldus Jan Oosterbaan. Voor de invulling een deel van de appartementen is Oosterbaan in gesprek met een aantal grote werkgevers die behoefte hebben aan woningen voor personeel en mensen in opleiding. ‘Het idee is dat je jongeren een soort package deal kunt aanbieden van een woning, opleiding én werk,’ vertelt Jan Oosterbaan. ‘En voor het hele wooncomplex kijken we naar nieuwe deelconcepten. Denk bijvoorbeeld aan een aantal elektrische auto’s, scooters en fietsen, die doordeweeks overdag beschikbaar zijn voor bedrijven in het gebied en ’s avonds en in het weekend voor de bewoners. Andere ideeën zijn gezamenlijke ontmoetings- en thuiswerkplekken en bijvoorbeeld een wasserette. Zo creëer je een ander soort gemeenschapszin en maak je samen relatief goedkoop optimaal gebruik van voorzieningen.’ Oosterbaan hoopt eind 2021 samen met de gemeente de definitieve uitgangspunten voor de schetsontwerpen af te ronden en in 2022 de procedures voor het definitieve plan af te ronden. Costa del Hoorn Ondertussen legt Hoorn het grootste stadsstrand van Nederland aan. Dit ligt aan het Markermeer en tegen de binnenstad aan, en op steenworp afstand van het station. Het project maakt onderdeel uit van de dijkversterking tussen Hoorn en Amsterdam. ‘Er komt een groot strand, met een mooi wandelen fietspad langs het water en met een fijn horecapaviljoen, waar je straks met je voeten in het zand lekker een kopje koffie of een borreltje kunt doen. Een beetje het gevoel van de Costa del Hoorn,’ lacht Arthur Helling (wethouder Economische Zaken). ‘Dit is een prachtige toevoeging voor onze stad en toekomstige bewoners van de Poort van Hoorn.’ De dijkversterking wordt in 2022 afgerond, waarna het stadsstrand aangelegd kan worden. Dit is naar verwachting in 2023 klaar. << Meer informatie over de ontwikkelingen in Hoorn? Kijk op www.poortvanhoorn.nl, www.hoorn.nl/stadsstrand, https://talentacademywestfriesland.nl of neem contact op met Peter Entius (gemeente Hoorn), via poortvanhoorn@hoorn.nl of 0229-252200. Stationslocaties 2021/2022 - 55

Waterlandkwartier geeft centrum Purmerend nieuw elan De plannen voor een vergroot en vernieuwd centrum in Purmerend krijgen steeds meer handen en voeten. Eerder dit jaar werd het masterplan voor het Waterlandkwartier aangenomen, en dus kan het project een nieuwe fase in, waarbij de toekomst steeds tastbaarder wordt. Duidelijk is dat de auto een andere positie krijgt, zodat er ruimte ontstaat voor wonen, groen en economische bedrijvigheid. A ddy Verschuren is oud-raadslid en wethouder van het nabijgelegen Zaanstad. Hij had mobiliteit in zijn portefeuille. Van bestuurder werd hij beleidsadviseur, en is nu mobiliteitsstrateeg voor Purmerend. Dat de gemeente zo’n strateeg inzet is niet gek, want juist op dat vlak moet ruimte gewonnen worden. Groeiwens Purmerend heeft een ambitieuze groeiwens. Binnen twintig jaar moeten er minimaal 10.000 woningen bijkomen. In het Waterlandkwartier kunnen daarvan 1800 woningen gerealiseerd worden. Daarnaast moet het gebied verder ontwikkeld worden als aantrekkelijk kantorengebied, met een toevoeging van circa 20.000 m2 . Voor het project bestaat bestuurlijke commitment, nadat de gemeenteraad in juni het masterplan goedkeurde. Het stond eerder bekend onder de naam Stationsgebied, maar dat dekte de lading onvoldoende. En dus werd het ‘Waterlandkwartier’ wat meer onderscheidend is, de term stationsgebied wordt ook elders in het land gebruikt. Wie de omgeving van het station kent, weet dat daar niet overdreven veel ruimte over is. Er is geen vlakte waar eerder grote gebouwen stonden. Dus als je ruimte wilt hebben zal je een functie moeten schrappen, en dus valt het doek voor de auto. Verschuren: “We proberen de woningbouwopgave samen met de mobiliteitsopgave integraal aan elkaar te knopen.” Kwalitatief groen De oostkant van het station heeft geen stedelijke uitstraling, een snackbar is het enige dat voor levendigheid zorgt. Ook is er een parkeerplaats voor auto’s op maaiveldniveau. En dat moet anders. “Het gebied moet kwalitatieve uitstraling krijgen, daarvoor is het nodig dat we anders met mobiliteit omgegaan. Nu staat de auto nog op één. Die blijft welkom maar komt niet meer op de eerste plek.” Purmerend gaat vooral investeren in fietsverkeer en voetgangersverbindingen. De auto gaat parkeren op centrale plekken aan de rand van het gebied. “Door het weren van de auto ontstaat er ruimte om niet alleen woningen en kantoren toe te voegen, maar ook om kwalitatieve groene openbare ruimte te maken met veel verblijfsruimte.” © BURA urbanism 56 - Stationslocaties 2021/2022

© BURA urbanism In een vroeg stadium heeft de gemeente diverse participatietrajecten doorlopen om de wensen en verlangens van alle doelgroepen op te halen. Duidelijk is dat één van die wensen is dat het gebied meer gaat leven. “Mensen die uit de trein komen, die stappen nu uit op een perron in de middle of nowhere. Die moeten in de toekomst het gevoel krijgen dat ze op een plek met reuring zijn, waar ze prettig met elkaar kunnen vergaderen of een tijdelijke werkplek kunnen huren.” Voor wat betreft de woningen gokt de gemeente op mensen die geen eigen auto willen, die zich met de fiets en het openbaar vervoer verplaatsen. “Natuurlijk kunnen ze wel een deelauto pakken. Maar het wordt hoogstedelijk met een grote dichtheid, dat moet ook de charme zijn.” De parkeergarages aan de rand worden hubs waar je kan kiezen hoe je verder wilt reizen. “Het blik moet echt uit het blikveld.” Fietsblik Purmerend heeft de ambitie om de functies van het oude centrum, zoals rond de Koemarkt te verbinden met het Waterlandkwartier. “Want dat ligt er naast, het idee is om een brug te slaan tussen die twee gebieden, dat je makkelijk met langzaam verkeer van de ene naar de andere kant kan,” zegt Verschuren. Het station wordt een knooppunt voor alle modaliteiten, behalve voor de auto. “Zodat je kan overstappen op bus of trein naar de rest van de wereld. We zijn echt aan het nadenken over kwalitatief goede parkeervoorzieningen voor de fiets, van zowel bewoner als bezoeker, bij voorkeur inpandig. De fiets is ook blik, dus die wil je niet op straat stallen.” Met het OV wil de gemeente een schaalsprong maken. Volgens Verschuren beschikt de gemeente over goede noord-zuid-pendels met Amsterdam. Maar een fijnmazig OV-netwerk in de gemeente zelf ontbreekt. “En dus zijn we aan het nadenken over het versterken van het interne busnetwerk. De mobiliteitsknoop in het Waterlandkwartier wordt de spin in het web.” Om de gewenste vierkanten meters te halen, is verdichten noodzakelijk, en dat kan niet zonder hoogbouw die goed moet aansluiten bij de bestaande laagbouw. “Dan moet je denken aan zo’n acht bouwlagen. Het moet niet gaan voelen dat je langs allemaal flatgebouwen loopt.” Culturele trekker Het voornemen is om de culturele betekenis van het gebied te versterken met extra trekkers, maar die plannen zijn nog in ontwikkeling. Ook het aanwezige water moet een prominentere rol krijgen. Midden in het gebied ligt het Spaarbekken, een grote vijver, die vooral functioneel is. “Het idee is om het water zo te ontsluiten dat je er niet omheen kan, dat je er naar toe gezogen wordt als een magneet. Je kan er dan een kop koffie drinken en er staan speeltoestellen. Bewoners kunnen op een zomerse dag hun appartement uitkomen en aan het water in het groen gaat zitten.” Addy Verschuren ‘De auto blijft welkom maar komt niet meer op de eerste plek.’ Purmerend heeft haast. Om een beroep te kunnen doen op de subsidies uit de Wet Bouwimpuls moet de spade relatief snel de grond in. Op een aantal locaties voor woningbouw kan vrij snel gestart worden. De eerste locaties voor woningbouw kunnen in 2022 in ontwikkeling komen, en vanaf 2030 de rest van de ontwikkelingen. ajh.verschuren@purmerend.nl https://www.purmerend.nl/ontwikkeling-waterlandkwartier-voorheen-stationsgebied << © BURA urbanism Stationslocaties 2021/2022 - 57

Verstedelijking en goede OV-bereikbaarheid bieden unieke kansen Het Platform in Utrecht van CBRE Global Investors - copyright Ossip van Duivenbode

De vraag naar woningen in binnenstedelijk gebied blijft toenemen. De coronacrisis lijkt hier tot op heden niets op af te dingen. De ruimte in de stad is echter uiterst beperkt. Dat maakt binnenstedelijk bouwen niet alleen zeer complex, maar ook kostbaarder. De huidige stapeling van wet- en regelgeving maakt het voor woningbouwers ook steeds lastiger. De politieke reguleringsdrang met de vele tussentijdse veranderingen zorgen voor veel onrust. De nu dreigende nationale regulering van de huren in de vrije sector is een grote zorg voor welwillende ontwikkelaars en investeerders die juist zoveel betekenen voor de Nederlandse woningmarkt en juist ook zeer actief zijn in het binnenstedelijke gebied. Elisa Bontrop D e leden van IVBN denken in solide samenwerkingsverbanden met gemeenten en andere ketenpartners proactief mee over onder andere complexe woningmarktvraagstukken. Zij dragen concreet bij aan méér (kwalitatief hoogwaardige) nieuwbouw, méér verduurzaming en aan verdere professionalisering (zoals Goed Verhuurderschap) binnen de gehele verhuurmarkt. Deze gedeelde lange termijn doelstellingen zijn erop gericht de woningmarkt toegankelijk te maken en te houden voor iedereen: van starter tot senior. IVBN-leden kenmerken zich door hun focus op nieuwbouw en de langdurige exploitatie van middenhuurwoningen zodat het huren van een woning voor iedereen bereikbaar wordt. De leden van IVBN werken op verantwoorde wijze met beleggerskapitaal van pensioenfondsen en levensverzekeraars. Deze institutionele partijen beleggen hun maatschappelijke kapitaal om (toekomstige) uitkeringen op peil te kunnen houden én om hun steentje bij te dragen aan duurzame, inclusieve, betaalbare, bereikbare en leefbare steden. Pensioenfondsen en levensverzekeraars beleggen in aandelen en obligaties, maar ook in vastgoed via beurs- en niet-beursgenoteerde vastgoedondernemingen. In Nederland zijn deze ondernemingen bijna allemaal aangesloten bij brancheorganisatie IVBN. Het maatschappelijke kapitaal en de intrinsieke drive van pensioenfondsen en levensverzekeraars om de wereld te verbeteren dragen, gecombineerd met de kennis, kunde en slagkracht van de IVBN-leden, bij aan de grote bouwopgave van Nederland in zowel binnen- als buitenstedelijk gebied. Stationslocaties 2021/2022 - 59

Van Seijpesteijnkade in Utrecht van Amvest Residential Core Fund Multimodale bereikbaarheid maken stationslocaties tot trekpleisters Voor institutionele beleggers zijn Nederlandse stationslocaties een interessante beleggingscategorie. Het levert een stabiel financieel rendement op omdat er een doelgroep is die graag nabij OV-knooppunten en voorzieningen wil wonen. Het risico op leegstand is beperkt. Daarnaast levert het maatschappelijk rendement op omdat het bijdraagt aan het tegengaan van het woningtekort, het bevordert de inclusieve samenleving vanuit duurzaamheids- én bereikbaarheidsperspectief. Er zijn immers mensen genoeg die niet over een auto kunnen of willen beschikken. Mobiliteit is nu eenmaal voor iedereen belangrijk, of het nu gaat om woon-werk verkeer, het onderhouden van sociale contacten of mogelijkheden tot recreatie en andere zaken. Met de juiste mobiliteitsconcepten zoals deelauto’s zijn huurwoningen op en rond stationslocaties aantrekkelijk voor een brede doelgroep. Daarnaast willen kantoorgebruikers ook steeds vaker dicht bij stations gehuisvest zijn om talent aan te trekken. Institutionele beleggers hebben als belangrijkste kenmerk dat zij (willen) investeren op juist die locaties waar ze het verschil kunnen maken. Nederland is een sterk verstedelijkt land en dat biedt dus mogelijkheden. De nieuwbouw van huurwoningen op reeds bestaande OV-knooppunten sluit aan op het concept van de 10-minutenstad, waarbij veel (dagelijkse) voorzieningen, werk, scholen en leisure zoveel mogelijk in de buurt zijn. Het geeft ook een 60 - Stationslocaties 2021/2022 extra kwaliteitsimpuls aan binnenstedelijk(e) gebied(ontwikkeling). Zo zorgt het mengen van wonen met andere functies bijvoorbeeld voor levendigheid en reuring in de avonden en het weekend. Omdat het woningtekort zo enorm is zal er ook aan de randen van de steden woningen moeten worden bijgebouwd. Voorwaarde is wel dat deze nieuwe uitleglocaties beschikken over een goede OV- bereikbaarheid. Bouwen voor huishoudens met twee auto’s is inmiddels verworden tot een achterhaald concept. Verstedelijking en een OV-bereikbaarheid gaan hand in hand. Wooncomplex De Wachters in Breda van Vesteda Diversiteit in type woningen én in leefomgeving Waar iemand wil wonen en wat de aanvullende woonwensen zijn, hangt uiteraard sterk af van zijn of haar levensfase, het type huishouden, het inkomensniveau, bestedingskeuzes en aanvullende persoonlijke omstandigheden en voorkeuren. Daarom kan er geen sprake zijn een ‘one size fits all’ –woningtype. Voor de toekomstbestendigheid van steden en wijken is het belangrijk dat er een divers woningaanbod is waar ook mensen in sleutelberoepen goed kunnen wonen en ook werken. Een

Wooncomplex Summertime aan de Zuidas in Amsterdam van Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund divers aanbod is ook nodig om de doorstroming te bevorderen, waarbij senioren worden verleid om hun vaak (te) grote woning te verruilen voor een passend en goed bereikbaar appartement , met de dagelijkse voorzieningen in de buurt. Huurwoningen op stationslocaties kunnen voor deze doelgroep uitkomst bieden. In binnenstedelijk gebied zijn multifunctionele gebouwen met daarin ook wooncomplexen steeds meer in opkomst. Een logische ontwikkeling, maar tegelijkertijd een complexe exercitie door bijvoorbeeld de grote diversiteit aan huurders (kantoren, winkels, horeca en woningen). De schaarste aan ruimte wordt steeds vaker gecompenseerd door verschillende functies op één plek te combineren en door de lucht in te gaan. Door in binnenstedelijke (her)ontwikkelingen te investeren kunnen ook meer natuurrijke gebieden worden bespaard. Het is dé manier om de bestaande ruimte optimaal te benutten en om wat ons dierbaar is zoals ons groene landschap zoveel mogelijk te beschermen. << Wooncomplex Amstel Tower in Amsterdam van Vesteda Stationslocaties 2021/2022 - 61

Op Station Leiden gaan innovatie en ouderwetse gezelligheid hand in hand Verbinding, ontmoeting en vergroening: het zijn de kernwoorden waarmee Leiden haar stationsgebied wil vernieuwen. Het wordt een geweldige stadswijk, met een mooie mix aan functies: wonen, werken en verblijven. Een bruisend, groen en duurzaam gebied dat de Leidenaren trots maakt. Van links naar rechts: Marcel Loose, Eveline Graus, Fleur Spijker en Joost Martens ‘L eiden Centraal’ ontwikkelt zich tot een groots OV-Knooppunt Leiden. Het stationsgebied verbindt de stad met de regio, het land en de wereld. Met ruim 100.000 reizigers per dag, is OV-Knooppunt Leiden nu al het zesde station van Nederland. Ter vergelijking: het heeft slechts 20% minder reizigers dan Rotterdam Centraal. Om een betere verbinding op dit station te realiseren, komen de bussen overdekt te staan en ontstaat buiten een veiligere verkeerssituatie. “We verwachten de komende jaren niet alleen meer reizigers en bezoekers, maar ook meer vraag naar woningen en kantoren. Daarom willen we gevarieerd bouwen rondom het OV,’’ vertelt Fleur Spijker, wethouder Duurzame Verstedelijking, Ruimte en Wonen. Gemixt gebied Het stationsgebied in Leiden wordt een nieuwe stedelijke buurt met ruimte voor wonen, werken en recreëren. Fleur Spijker: “Steeds meer mensen willen wonen en werken in Leiden. Dat betekent automatisch meer bedrijvigheid en behoefte aan beweeglijkheid. Daarom maken we van de stationsomgeving een aantrekkelijk en gemixt gebied. Je hebt enerzijds meer gebouwen, maar ook de knusheid van de straatjes, veel groen én de leuke functies van de stad. Alles is binnen handbereik.’’ Eenheid in de stad Dat Leiden een compacte stad is, merk je direct aan het stationsgebied zelf. Aan de ene zijde van het station vind je de historische binnenstad vol grachten. Aan de andere kant ligt het Bio Science Park, een bedrijvenpark voor de biotechnologie-sector, waar onder andere Janssen, Leiden Universiteit en het Leids Universitair Medisch Centrum zijn gevestigd. “Het is belangrijk dat we deze verschillende stadsdelen met elkaar verbinden, zodat we de binnenstad met het station kunnen verknopen met de nieuwe woonwerkwijk van het Bio Science Park. Op die manier krijg je meer eenheid in je stad’’, aldus Spijker. Behoefte aan woningen In het stationsgebied worden duizend woningen gebouwd, waarvan 30% voor sociale huur is. Hiervoor ontvangt de gemeente een subsidie van het Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie. Fleur Spijker licht dit toe: “Leiden Bio Science Park is een gebied met veel potentie. Er is een groeiende behoefte aan kantoren en mensen die er willen wonen. De rijkssubsidie 62 - Stationslocaties 2021/2022

geeft een enorme push om dit te realiseren, het wordt zo een stuk makkelijker’’. Inwoners kunnen wonen of werken langs het spoor, met uitzicht over de stad, in hogere gebouwen langs het spoor of wat lager met uitzicht over de straten en pleinen met bomen. Bovendien krijgen woningen die direct aan de straat liggen geveltuintjes. Verder komen er kleine straatjes die voor een gezellige sfeer zorgen. Met nieuwe fietsstallingen, ‘pocketparkjes’ en kantoren waar duurzame bedrijven zich huisvesten typeert het complete plan zich als een ontwikkeling van de toekomst. Duurzaamste Kilometer van Nederland OV knooppunt Leiden ligt in de ‘Duurzaamste Kilometer van Nederland’ waar de gemeente met gevestigde partijen actief inzet op het maken van innovaties, in de letterlijke betekenis: vernieuwingen. . Het is een continue proces, waar met de nieuwste inzichten ruimte wordt vrij gemaakt om deze uit te proberen. Het stationsgebied van de toekomst biedt ruimte voor deze vernieuwingen, nu en in de toekomst. Op het gebied van samenwerking, duurzaamheid en mobiliteit. De plannen zijn dan ook uiterst milieuvriendelijk en duurzaam. Er komt veel ruimte voor voetgangers en fietsers, waaronder nieuwe fietspaden en nieuwe fietsstallingen. De stad wordt autoluw en vitaliteit wordt aangewakkerd. “Als je werkplek goed bereikbaar is bij een station, waarom zou je dan de auto pakken? En als je in Leiden woont, moet het makkelijk zijn om de fiets te nemen. Het OV komt uiteraard op de eerste plaats en er komen weinig parkeerplekken’’, aldus Spijker. Een andere klimaatvriendelijke ontwikkeling is dat het busvervoer zero-emissie vervoer wordt. Ook wordt neerslag, droogte en hitte duurzaam en innovatief opgelost. Bouwactiviteiten In het Leidse stationsgebied zijn al verschillende projecten opgeleverd of gaan van start. We lichten er een paar uit. Lorentz In het stationsgebied komen twee nieuwe gebouwen, vernoemd naar Leids natuurkundige Hendrik Antoon Lorentz. Het eerste gebouw, Lorentz fase 1, is in 2020 gerealiseerd en heeft twee woontorens. Op de begane grond zit het hoofdkantoor van HEINEKEN Nederland Commercie met een horecagelegenheid in de vorm van een ‘Brewpub’. “Het gebouw heeft een setback. Als je daar op hoogte staat, is het een fantastisch beeld’’ vertelt Spijker. Onder het gebouw ligt de grootste fietsstalling van Leiden met 4800 plekken. In Lorentz fase 2 komt een toren met in totaal 17.000 m2 kantoorruimte voor flexibel gebruik. De bouw staat gepland voor begin 2022. Stationslocaties 2021/2022 - 63 ABC Vastgoed speelt in op het ‘nieuwe werken’ Café als werkplek Directeur Marcel Loosen van ABC Vastgoed is de ontwikkelaar van Lorentz fase 2, een gebouw dat zich richt op het ‘nieuwe werken’. Zo wordt de plint aan het stationsplein een horecagelegenheid met een lounge-achtige omgeving. “Een café of restaurant is tegenwoordig steeds vaker ook een werkplek. Deze ontwikkeling was al voor corona gaande,’’ vertelt Loosen. Flexibiliteit Op de eerste verdieping komt een laag waar mensen zich in vergaderingen kunnen terugtrekken, maar ook workshops of creatieve sessies kunnen houden. “Zelf laat ik nog zelden mensen naar mijn kantoor komen, daar heb ik ook geen eigen directiekamer meer. Als ik met mensen wil afspreken, kijk ik waar mensen vandaan komen, met welke locatie we bezig zijn en waar we die mensen bij elkaar krijgen op een inspirerende plek. Deze manier van werken en flexibiliteit creëren we nu ook in dit gebouw,’’ vertelt Loosen. Vernieuwde kantoorbehoeftes Verder naar boven komen kantoorvloeren voor bedrijven die zich meer permanent willen vestigen. Vanuit deze vaste kern kunnen bedrijven flexibel gebruik maken van gedeelde ruimtes, zoals extra vergaderzalen of een meer relaxte lounge-omgeving. Dit ondersteund vanuit de horeca in de plint van het gebouw. “Veel bedrijven zijn door de pandemie hun kantoorbehoeftes aan het evalueren. Thuiswerken wordt immers iets structureels. Wij bieden daar een geschikte oplossing voor,’’ vertelt Loosen. “Zeker voor start-ups met weinig budget voor vaste ruimtes is dit interessant. Zodra zij klanten hebben of een pitch moeten doen, kunnen ze hier terecht. Ook voor laboratoria vanuit het Bio Science Park is deze werkplek interessant.’’

Octagon ‘Octagon’ betekent achthoek en verwijst naar de twee achthoekige woontorens die dit bouwproject gaan sieren. De begane grond van het bouwproject wordt ingericht met verhuurbare ruimtes en er komt een hotel. Het voldoet in alle opzichten aan de wensen en behoeften die aan het stationsgebied gesteld worden: duurzame sloop en bouw, extra woningen, een bonte mix aan voorzieningen en een verbinding tussen de historische binnenstad en het moderne Leiden Bio Science Park. De Geus De Geus is een bouwproject dat op de hoek van het stationsplein komt te staan. De naam ‘De Geus’ is een historische verwijzing naar de 16e eeuw, toen de Leidse bevolking in opstand kwam tegen het Spaanse gezag en Leiden veroverd werd door de Geuzen. Er komt een bioscoop, horeca, supermarkt, woningen en een grote fietsstalling. “Hier hebben we behoefte aan in Leiden,’’ vertelt Spijker. “Er is geen reden meer om Leiden te gebruiken als overstapstation.’’ Draagvlak Bij de voorbereiding van de plannen is veel feedback aan Leidenaren gevraagd. Via livestreams, chatsessies en zelfs speeddates met wethouder Fleur Spijker werden inwoners geïnformeerd en konden ze al hun vragen stellen. Projectmanager Jelle Deurman: “Voor dit participatieproces hebben we een jaar uitgetrokken. Inwoners konden zowel tussentijds als op de uiteindelijk geschreven versie van de gebiedsvisie reageren. Op die manier creëer je draagvlak.’’ Huidige bewoners gaven aan vergroening en verduurzaming van de stad erg belangrijk te vinden. “Daar hebben we goed rekening mee gehouden. De straten, pleinen en parkjes worden opnieuw ingericht. Het wordt veel groener. Niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk!’’ vertelt Deurman. Andere mensen maakten zich zorgen om de komst van hoge gebouwen, zoals de Lorentz. “Mensen vinden het spannend, omdat er veel gaat veranderen. Nu het eerste deel van de Lorentz er staat krijgen we veel positieve reacties. Inmiddels vinden de meeste mensen de Lorentz een mooi gebouw. En het is natuurlijk heel gaaf dat HEINEKEN Nederland erin zit. Daar wordt ook enthousiast op gereageerd.’’ << www.gemeenteleiden.nl Octagon Impressie Stationsplein 64 - Stationslocaties 2021/2022

HEINEKEN Nederland verhuist naar Lorentz Dichterbij de consumenten en klanten Begin augustus verhuisden zo’n 400 medewerkers van HEINEKEN Nederland commercie naar Lorentz. “We zitten nu in een levendig deel van de stad, dichtbij onze consumenten en klanten. Hierdoor ga je gemakkelijk in gesprek met horecaondernemers of loop je een keer langs het bierschap in één van de supermarkten. Tijdens de introductieweek gingen we bijvoorbeeld ook langs een studentenvereniging. Hoe gaan zij om met verantwoord drinken? Vanuit onze brouwerij in Zoeterwoude was de afstand daarvoor te groot en had dat niet gekund,’’ vertelt Eveline Graus, manager Public Affairs. Van een rondje P2 naar een rondje grachten Ook Joost Martens, die verantwoordelijk was voor de verhuizing, beaamt de voordelen van werken in de stad: “In Zoeterwoude vroegen collega’s of je meeging met een rondje lopen over Parkeerterrein 2. Nu loop je langs de grachten. Door corona was er geen catering, dus medewerkers zijn al gewend om in de stad broodjes te halen. Voorheen gingen drie mensen buiten lopen en bleef de rest de hele dag binnen. Nu gaat de meerderheid wel naar buiten.’’ de Geus Betere verbinding Ook het reizen is een pluspunt, volgens Martens. “Het is heerlijk om in de trein op je laptop te werken en alvast een mailtje te sturen. Bovendien is de reistijd er voor de meesten royaal op vooruit gegaan.’’ Graus: “Het hoofdkantoor van HEINEKEN Internationaal staat in Amsterdam, het is nu makkelijker om even snel de trein te pakken en op een duurzame manier bij elkaar op kantoor langs te gaan. De verbinding tussen onze kantoren is hierdoor ook verbeterd.’’ Brewpub In het najaar opent HEINEKEN Nederland een Brewpub: een horecagelegenheid waar bieren ter plekke worden gebrouwd en kunnen worden geconsumeerd. De Brewpub is zowel overdag als ’s avonds geopend. “Naast dat we meer verbinding met de stad hebben, kunnen we nu ook onze consumenten en klanten een kijkje in de keuken geven. We halen ze letterlijk ons pand binnen om te genieten van onze bieren.’’ Stationslocaties 2021/2022 - 65

Dordtse dromen over de Spoorzone Spoorzone Dordrecht Maasterras by Mecanoo Ontwikkelvisie Spoorzone: startpunt voor het Dordrecht van de toekomst. Het groenste station van Nederland, een autovrije wijk aan de Oude Maas… de Dordtse Spoorzone biedt volop kansen voor de groeiambities en ontwikkeling van Dordrecht. Het spoor, nu vaak een barrière, vormt daarin juist de verbinding tussen bijzondere nieuwe stadswijken en spectaculaire groengebieden. W ethouder Rik van der Linden: “In Dordrecht komen 10.000 nieuwe woningen. Het gebied rondom het spoor lijkt niet de meest voor de hand liggende plek om een groot deel van die woningen te ontwikkelen, maar het tegendeel is waar. Het gebied heeft juist veel potentie: goed bereikbaar, dichtbij voorzieningen, dichtbij de historische binnenstad, de rivier en het buitengebied.” In de ontwikkelvisie van architectenbureau Mecanoo voor de Dordtse Spoorzone komen droombeelden tot leven. Er is veel mogelijk in het gebied. De ontwikkelvisie benadrukt de veelzijdigheid van de stad. Het verbindt historie en natuur, maar omarmt ook rauwe kanten als het spoor en de industrie. Het spoor wordt een omgeving met plekken om te verblijven, met volop ruimte voor nieu66 - Stationslocaties 2021/2022 we ontwikkelingen. Dordrecht laat het zien met haar 800 jaar ervaring. Stad van handel en innovatie, natuur en stedelijke ontwikkeling, water, evenementen, sport, fietsen en wandelen. Kortom, een stad met een prachtige historie én een prachtige toekomst. Ontwikkeling stationsgebied De ontwikkeling van de Dordtse Spoorzone brengt een volgende stap in de verbetering van de stationsomgeving, aan zowel de centrumzijde als de parkzijde. Aan de centrumzijde werkt de gemeente Dordrecht al aan een openbare ruimte met een hoge verblijfskwaliteit. Doorgaand autoverkeer wordt teruggedrongen. Een toekomstige stap is om ook de belangrijkste route naar het station autoluw te maken. Van der Linden: “Aan de parkzijde werken we samen met ProRail en Provincie Zuid Holland aan een nieuwe fietsenstalling, wat gelijk een prachtige entree wordt voor deze ingang. Deze uitgebouwde stationsingang wordt geïntegreerd met de verbreding van de perrons en een passage onder de sporen door. Het aangrenzende Weizigtpark richten we ook opnieuw in. Dit gebied krijgt een enorme upgrade.” Aan de parkzijde van het station wonen 80.000 inwoners van Dordrecht die graag verbonden worden met het centrum en de historische binnenstad. Station Dordrecht, tussen park en binnenstad Een station tussen park en binnenstad. Waar verder in Nederland vind je dat? Als er één plek is om een mooie verbinding te leggen over het spoor heen, dan is het wel hier. Want zou het niet mooi zijn om vanuit het park ten zuiden van het station in één beweging naar de binnenstad te wandelen? Maasterras, wonen met je voeten aan het water Grenzend aan het spoor, op fietsafstand van het station en aan het water van de Oude Maas biedt het Maasterras ruimte voor een compleet nieuwe autoluwe woonwijk en stedelijk-economische functies. Een plek waar gezinnen en starters in de stad een woning vinden vlakbij werk, voorzieningen, cultuur en goede bereikbaarheid over het spoor en het water.

Station entree parkzijde. Ontwerp Studio SK, uitwerking Movares Maaspark op hoogte naast het spoor Dordrecht heeft een paar mooie parken. Maar nog niet zo’n park. Stel je voor: langs het spoor, bij de nieuwe woonwijk aan het water van de Maas, ligt een bruisend groengebied waar op mooie dagen van alles gebeurt. Het Maaspark. Hoogteverschillen karakteriseren het park. Er loopt een groen talud tegen het spoor op. Dit parktalud functioneert als geluidsscherm voor de nieuwe bebouwing van het Maasterras. Eronder staan auto’s geparkeerd en ligt een hub voor het goederentransport naar de binnenstad. Bij de brug loopt het fietspad geleidelijk omhoog. Die hellingen voegen unieke ruimtes toe aan het park. Mensen gebruiken ze als terras of tribune. Elke 8 minuten een trein Nooit meer dan acht minuten op het perron. Een korte reistijd, omdat de treinen snel optrekken en afremmen. Overzichtelijke, com for tabele coupés. De komst van een citysprinter-concept op de Oude Lijn betekent een enorme kwaliteitsslag voor het openbaar vervoer in Dordrecht. Voor veel meer mensen dan nu wordt het openbaar vervoer een aantrekkelijke optie. Zeker naarmate het eenvoudiger is om in de buurt van het station de fiets te stallen of de auto te parkeren, om een deelfiets of –auto te pakken, of om over te stappen op een bus of een intercity. Investeren waard Van der Linden: “Met station Dordrecht als centraal vervoersknooppunt en nieuwe stations voor citysprinters wonen tienduizenden Dordtenaren op loop- of fietsafstand van een halte of station. Dankzij de gebiedsontwikkelingen in de omgeving van de stations komen daar nog pakweg tien- tot vijftienduizend inwoners bij. Tel daar de arbeidsplaatsen en de leerplekken bij op, plus de mensen die Dordrecht in hun vrije tijd of om zakelijke redenen bezoeken, en er ontstaat een enorm reizigerspotentieel. Dat maakt het meer dan waard om te investeren in de spoorinfrastructuur van Dordrecht.” << www.dordrecht.nl/spoorzone Stationslocaties 2021/2022 - 67

Zwijndrecht kiest unieke aanpak voor een uniek project Niet de traditionele planvorming maar een goede partnerselectie is het vertrekpunt van de herontwikkeling van MaasterrasWest in Zwijndrecht. Begin september tekenden de gemeente, woningcorporatie Woonkracht10 en de ontwikkelaars VORM en Blauwhoed een exclusiviteitsovereenkomst. De komende zes maanden gaan ze samen aan de slag met de planvorming voor het gebied. “Het wederzijds vertrouwen is groot.” M aasterras-West is het gebied tussen spoorlijn, autoweg A16 en rivier de Maas en maakt onderdeel uit van het Stationskwartier. Het is een goed bereikbare en zichtbare locatie, maar ook één die nogal wat uitdagingen met zich meebrengt op het gebied van milieu, infrastructuur en gedateerde kantoor- en woningbouw, legt projectleider Joost Snepvangers uit. “Bovendien hebben we te maken met verschillende eigenaren én met mensen die moeten verhuizen. Daarom hebben we de kracht van de markt nodig om deze ontwikkeling tot stand te brengen. En dat is de reden om voor partnerselectie te kiezen in plaats van de traditionele aanpak op basis van ingediende plannen.” Daarbij komt nog het feit dat het een grote ontwikkeling betreft. “Als je dat als gemeente alleen doet, is dat toch een flink risico. Als je partners hebt met kennis en kunde dan helpt dat, ook om de schaal nog groter te maken. Want behalve Maasterras-West gaat het ook nog om andere delen van het Stationskwartier en van Noord en Walburg. Samen vormt dat de ontwikkeling Diztrikt.” 68 - Stationslocaties 2021/2022

Gemeente Zwijndrecht, Woonkracht10, Vorm en Blauwhoed ondertekenen exclusieve overeenkomst. Ontwikkelingen in Noord De wijk Noord ondergaat de komende jaren een flinke verandering. De wijk moet aantrekkelijker worden voor wonen en werken, met schone energie en ingesteld op de klimaatverandering. Een eerste verkenning samen met woningcorporatie Trivire om het bestaande vastgoed te herontwikkelen vond inmiddels plaats. Na de zomervakantie zijn er gesprekken gestart met bewoners en ondernemers om hun wensen in kaart te brengen. Dit gebeurt aan de hand van een gebiedsagenda met daarin de belangrijkste onderwerpen. “In oktober moet er al een eerste versie van een masterplan liggen”, vertelt Miriam Bode“Ik hoop dat er, net als bij het Stationskwartier, over twee jaar een contract ligt. Of we dat op dezelfde manier aanvliegen als nu met Maasterras-West zal afhangen van het succes daar.” Kloekmoedigheid ‘Geen vreze maar kloekmoedigheid bepaalt de maat van uw beleid’, staat er op een wand in de trouwzaal waar de ondertekening plaatsvindt. De zin staat symbool voor de aanpak die wethouder Jos Huizinga voorstaat. “Zwijndrecht is van nature een bescheiden gemeente, maar in al zijn bescheidenheid ook heel groot. In onze aanpak van participatie lopen we al jaren voor op de omgevingswetgeving. En met deze partnerselectie kiezen we voor een samenwerking op basis van wederzijds vertrouwen. Het is een gebiedsontwikkeling van veel jaren. Daarom moet je in elkaar investeren met respect voor elkaars belangen. De schoorsteen moet bij alle partners roken.” Liesbeth Groeneveld van Woonkracht10: “Er zit liefde in dit huwelijk. Wij werken graag samen aan het realiseren van een prachtig gebied waar het heerlijk wonen is voor iedereen.” Moedige aanpak Voor VORM en Blauwhoed is het de eerste ervaring met ‘partnerselectie’. Eltjo Bouwman van Blauwhoed is het proces goed bevallen, zegt hij. “Je bent bestuurlijk en operationeel continu met elkaar in dialoog en je kunt veel beter proeven wat over en weer belangrijk is dan bij een prijsvraag.” Hij noemt het ook een voordeel dat de hele organisatie wordt betrokken en niet alleen de architect en stedenbouwkundige. Hans Meurs, CEO van VORM, vindt het een ‘moedige aanpak’. “De meeste overheden timmeren alles dicht. De Zwijndrechtse aanpak is veel meer gericht op het benutten van kansen en is bovendien sneller”, zegt hij. Het is niet zo dat Zwijndrecht de samenwerking aangaat op basis van de blauwe ogen van de partners. VORM en Blauwhoed verdienden hun uitverkiezing mede door hun visie die goed aansluit op die van de gemeente, zegt Snepvangers. “Met lef en met oog voor de langjarigheid. Er is goed nagedacht over het hele proces; over de stedenbouwkundige kant, de technische kant, placemaking, et cetera. En ze hadden een dijk van een referentie met het project Defensie-eiland in Woerden. Wij heb‘Dit is ook een lakmoesproef voor de rest van Diztrikt. Werkt dit? Kan dit?’ ben onze eigen ambities en de komende zes maanden werken we samen aan de planvorming.” Tussentijds houdt de gemeente de vinger aan de pols. “Na een maand kijken we of de gebiedsanalyse goed is, na twee maanden of het financiële deel klopt, en zo verder. En in het onwaarschijnlijke geval dat we er niet uitkomen, dan stopt de samenwerking.” Miriam Bode, programmamanager van Diztrikt: “Dit is ook een lakmoesproef voor de rest van Diztrikt. Werkt dit? Kan dit? Maasterras-West is het hart van de ontwikkeling en kan als vliegwiel fungeren.” Wethouder Huizinga is vol vertrouwen: “Misschien moeten we dit model in Den Haag eens onder de aandacht brengen. Altijd maar alles dichttimmeren haalt de liefde en het vertrouwen weg. Je moet soms risico’s durven nemen en samenwerken op basis van vertrouwen. Dan toon je leiderschap en kom je tot breed gedragen oplossingen.” << Diztrikt - het nieuwe levendige hart van Zwijndrecht Diztrikt – de Z staat voor Zwijndrecht – omvat de gebieden Stationskwartier, Walburg en Noord. De komende tien jaar wordt het gebied groots aangepakt en opnieuw ingericht. Twee belangrijke pijlers zijn: een positieve impuls geven aan de leefbaarheid en het realiseren van een duurzame leefomgeving. De herinrichting start met het project Stationskwartier en daarbinnen gaat Maasterras-West als eerste van start. Uiteindelijk komen in alle drie de projecten nieuwe woningen, recreatieplekken en voorzieningen. Het creëren van nieuwe banen in de (nabije) buurt staat ook hoog op de agenda. Stationslocaties 2021/2022 - 69

Bureau Spoorbouwmeester: pleitbezorger van nauwe samenwerking rondom ontwikkeling Stationskwartier Stations groeien uit tot multimodale knooppunten, met steeds meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Waar voorheen een reiziger bij aankomst of vertrek, zich een weg moest banen tussen de ronkende bussen en taxi’s op het voorplein, staan in het nieuwe stationskwartier de mensen zelf weer centraal. A sfalt en bestrating maken plaats voor zorgvuldig gemaakte - vaak groene - omgevingen waar het goed toeven is en waar je makkelijk en veilig doorheen kunt lopen of fietsen. De kwaliteit van de openbare ruimte is daarmee de belangrijkste component in het stationskwartier geworden. Samenwerking over de inrichting ervan is dan ook van groot belang. “Die openbare ruimte geeft niet alleen toegang tot het station, maar ook tot al het vastgoed dat daar ontwikkeld gaat worden”, legt Miguel Loos, adviseur Architectuur en Stedenbouw van Bureau Spoorbouwmeester, uit. “Wij zijn er stellig van overtuigd dat een integrale ontwerpbenadering van die openbare ruimte de enige juiste weg is. Het is een complex speelveld met veel stakeholders, waar ieder zijn eigen belang heeft, maar het inrichten van die openbare ruimte is een gezamenlijke opgave. Blijf je dit sectoraal aanpakken - de een doet het station, de ander het voorplein, een derde de bushalte, weer een ander het vastgoed of de fietsenstalling - dan zal het resultaat veel minder zijn. In eerste instantie moet je als medespeler misschien even een stap terug doen, maar door de meerwaarde van het samenwerken en de gedeelde belangen doe je daarna weer drie stappen vooruit. In onze publicatie ‘Het Nieuwe Stationskwartier’ doen wij aanbevelingen hoe je de samenwerking tussen al die partijen op een goede manier kunt organiseren.” Extra ruimte door dubbel grondgebruik Om naast een groen ingericht voorplein nog genoeg ruimte te houden voor andere faciliteiten, is stapelen noodzakelijk volgens Bureau Spoorbouwmeester. Zo komen er steeds meer ondergrondse fietsenstallingen onder het voorplein, zoals in Zwolle of Maastricht. “Fietsen worden niet meer voor de deur ‘gekwakt’, maar worden in een hoogwaardige stalling neergezet met toezicht, goede verlichting en bewegwijzering”, vertelt Jos van den Station Utrecht Centraal. Bron: Bureau Spoorbouwmeester / Fotograaf: Jannes Linders Jos van den Hende Miguel Loos ‘Het inrichten van de openbare ruimte in een stationskwartier is een gezamenlijke opgave’ Hende, eveneens adviseur Architectuur en Stedenbouw. Ook voor het ruimte-verslindende busplein wordt ondergronds naar oplossingen gezocht, zoals momenteel gebeurt in Eindhoven. “Dit stapelen stelt ons op ruimtelijk, architectonisch en civieltechnisch gebied ook voor behoorlijke uitdagingen”, vult Loos aan. “Zeker als je gelijktijdig op maaiveldniveau wilt vergroenen om daarmee een bijdrage te leveren aan een klimaatbestendige, gezonde en duurzame omgeving. Er moeten dan oplossingen worden bedacht om toch bomen te kunnen planten, terwijl daar onderdoor bussen rijden of fietsen worden gestald. Het mooie is, dat de stad dan weer doorloopt tot aan de voordeur van het station.” Centrale plek in de stad Naast het ondergronds gaan, levert ook het verplaatsen van de rangeerterreinen aan de achterzijde van stations, nieuwe ruimte op. “Arbo- en milieutechnisch past dat rangeren en opstellen van wagons ook helemaal niet meer in stedelijk gebied”, aldus Van den Hende. “Die ruimte benutten we nu voor de stad, het station en het maken van een tweede ingang, aan wat voorheen de achterkant van het station was.” Dat tweezijdig maken van 70 - Stationslocaties 2021/2022

Station Leiden Centraal. Bron: Bureau Spoorbouwmeester / Fotograaf: Jannes Linders stations neemt de druk weg van het voorplein en doet veel meer dan alleen het verbinden van twee stadshelften. “Stationsgebieden vormen een nieuw stedelijk centrumgebied waar mens en ontmoeting weer centraal staan. Verdichten en vergroenen gaan er hand in hand. De Spoorzone in Tilburg is een mooi voorbeeld van hoe de achterzijde van het station prachtig is ontsloten, met introductie van nieuwe bestemmingen maar met behoud van het industriële karakter van het voormalige terrein.” Veranderde rol van station Steeds meer maatschappelijk betekenisvolle voorzieningen worden rondom het station geplaatst: ziekenhuizen, scholen, werkgelegenheid, maar ook wonen en vrijetijdsbesteIn het najaar 2021 publiceren NS, ProRail en Bureau Spoorbouwmeester het tweede handboek van Het Landschapsplan voor het Spoor. Dit handboek gaat over de groene inrichting van de omgeving van het station en is een uitnodiging aan omgevingspartijen om samen te werken aan een aantrekkelijk, gezond, duurzaam en klimaatbestendig groen stationskwartier. Het laatste nieuws hierover volg je op www.spoorbeeld.nl Frequenter rijden Het wachten op een trein of bus zal in de toekomst steeds korter gaan duren. Bij het nieuwe stationskwartier hoort immers ook een goed werkende vervoersmachine. Met frequent rijdende bussen en treinen, waarvan de tijden goed op elkaar zijn afgestemd. “De tijd dat er zes bussen tegelijk voor een rood verkeerslicht staan te dampen, ligt achter ons,” aldus Van den Hende. “Vervoerders worden uitgedaagd frequenter te rijden, korter te stoppen en beter aan te sluiten op de treintijden. Daardoor wordt een busstation veel dynamischer en wordt de wachttijd korter. Met zo’n capaciteitssprong beperk je de overlast voor de stad en verhoog je de kwaliteit van het vervoer.” << Stationslocaties 2021/2022 - 71 Het Nieuwe Stationskwartier Ruimtelijke kwaliteit op het grensvlak van knooppunt en stad ding. Reizigers kunnen daardoor veel vaker te voet vanaf het station naar hun bestemming. Door deze herprofilering van het stationsgebied krijgt het station ook een andere functie. “Het stationsgebouw verandert daardoor van kleur”, zoals Jos van den Hende het noemt. “Van een gebouw voor vervoerders, waar je vroeger naartoe ging om een kaartje te kopen, wordt het een gebouw voor de stad. Een plek van ontmoeting. Een plek waar het niet erg is om even op je trein of bus te moeten wachten, sterker nog: waar je naartoe gaat ook al ga je niet op reis.” ‘Het Nieuwe Stationskwartier’ is een publicatie van Bureau Spoorbouwmeester in samenwerking met NS en ProRail. De publicatie benoemt de opgave, achtergronden en uitdagingen voor het nieuwe stationskwartier. Ook worden er aanbevelingen gedaan over hoe je de samenwerking kunt organiseren tussen de vele partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van stationsgebieden. Een must-read voor lokale en regionale overheden, vervoersbedrijven, vastgoedbeheerders en gebiedsontwikkelaars en iedereen die geïnteresseerd is in de veranderende rol van het station. De publicatie is gratis te downloaden op https://www.spoorbeeld. nl/bureau-spoorbouwmeester#node-220-0 Oproep tot samenwerking

Sociaal-maatschappelijke functie station Deurne krijgt vervolg in landelijk concept 72 - Stationslocaties 2021/2022

Het station als plek van verbinding. Michel Lintermans in Deurne legt al jaren zijn hele ziel en zaligheid erin om dat doel te bereiken. En met succes! Het stationsgebied in Deurne is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een gezellige ontmoetingsplek voor omwonenden en reizigers, een oase van rust voor pauzerende buschauffeurs, een stageplek voor leerlingen en een werkplek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of mensen met een taakstraf. Deze succesformule van Deurne dient als lichtend voorbeeld voor een verdere landelijke aanpak. Station Krabbendijke. Inzet: Michel Lintermans bij de fietspomp in Deurne I n 2014 richtte Michel Lintermans de Coöperatie Stationspark Deurne op. Zijn doel was niet alleen het verfraaien van het destijds troosteloze stationsgebied. Hij zag het station ook als een plek met een grote maatschappelijke functie. In de naast het station aangelegde moestuin vertelt hij vol enthousiasme zijn verhaal. Een verhaal dat regelmatig wordt onderbroken, omdat hij even iemand een aanwijzing moet geven, een voorbijganger groet of iemand bedankt. “Geweldig hoe jij het afdak zo mooi schoon hebt gemaakt! Bedankt kerel en tot volgende week weer!” Glimmend van trots loopt de aangesprokene de moestuin uit. “Die man heeft 20 jaar lang alleen maar thuis op de bank gezeten. Hij leeft helemaal op nu hij een paar keer per week hier wat klusjes kan doen. Dat is toch fantastisch!” Duurzaam en circulair Naast de uitbundig groeiende moestuin, met ruim 20 verschillende groentes, twee volières, een kippenren en een kas, is er ook een werkplaats. “We maken hier alles zelf: van de plantenbakken tot de tafels in het stationsrestaurant, van bankjes tot vogelhuisjes tot zwerfboekenkasten in de vorm van een locomotief. We hergebruiken veel materialen. Zo hebben we van oude afvalbakken uit de trein deze leuke plantenbakjes gemaakt. En op de koffiedrab uit het stationsrestaurant kweken wij onze champignons.” Koploper Deurne Deurne was het eerste station in Nederland dat een gratis watertappunt kreeg. Een initiatief dat inmiddels op veel stationslocaties navolging kreeg. Ook zijn ze, sinds juni 2021, het eerste Fairtrade treinstation van het land. De horecauitbater gebruikt zoveel mogelijk eerlijke en duurzame producten. Tomaten en andere groenten worden vers aangeleverd vanuit de moestuin. Ook het nabijgelegen restaurant De Heerlyckheid gebruikt de producten uit de stationsmoestuin in zijn gerechten. Het groenteafval wordt gecomposteerd. Stationslocaties 2021/2022 - 73

ken. Hun chauffeurs kunnen daar relaxt pauze houden terwijl de bus oplaadt. Ook hebben we bankjes neergezet bij de bushalte, zodat wachtende busreizigers even kunnen zitten.” Stijgende waardering De waardering voor het station is, door al deze initiatieven, in de afgelopen jaren flink gestegen. “Mensen ervaren een beheerd station als prettig en veilig”, vertelt Lintermans. “Het is inmiddels ook een plek geworden waar we activiteiten organiseren, zoals workshops in hoe je kunt composteren of hoe je een moestuin onderhoudt. We hebben hier al eens een klein festival gehouden en ook de jaarlijkse burendag vindt plaats in onze moestuin.” Boven: moestuin in Deurne. Onder: transformatorhuis met foto’s in Deurne Landelijke aandacht Een hoogtepunt in 2021 was het bezoek in juni van staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. “Ik heb haar mogen rondleiden en zij toonde zich zeer enthousiast over al onze initiatieven. Er is sindsdien zelfs een rijksambtenaar beschikbaar gesteld om een verdere professionaliseringsslag te maken in het landelijk uitrollen van dit concept. Want wat in Deurne kan, kan bij andere (kleinere) stations en ov-knooppunten natuurlijk ook!” Profiteren van opgedane kennis In het ‘Droombeeld’ (Vereniging Stations Lokaal) - een plan dat door Jos van Wegen (Coopnet), Vincent Jacobs, Thijs van Mierlo (LSA) en Michel Lintermans werd opgesteld – wordt omschreven hoe de leefbaarheid van een stationsgebied verhoogd kan worden. En hoe een stationslocatie een maatschappelijke, verbindende rol kan gaan vervullen. “Mensen Maatschappelijk gedreven Lintermans werkt met een groep van 15 tot 20 vrijwilligers, die regelmatig van samenstelling verandert. Mensen van diverse pluimage, die het meestal niet zo gemakkelijk hebben in het leven. “Wij werken samen met veel maatschappelijke organisaties zoals Bijzonder Jeugdwerk, een jeugdinternaat, bureau HALT, een penitentiaire instelling, de GGZ, maar ook middelbare scholen, waar jongeren een maatschappelijke stage moeten lopen.” De coöperatie onderhoudt ook goede contacten met vervoersbedrijven en spooronderaannemers als Krinkels BV, BAM en Structon die regelmatig onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Maar ook met (lokale) ondernemingen. “Het is voor alle partijen gewoon heel prettig werken als de sfeer rondom zo’n station goed is. Zo zijn we met busmaatschappij Arriva overeengekomen om een unit neer te zetten in onze moestuin, die we gezamenlijk gebruiKunstwerk fiets gemaakt door verstandelijk gehandicapten 74 - Stationslocaties 2021/2022

meest maatschappelijk georiënteerde station. “Het zou geweldig zijn om dit in Nederland voor elkaar te krijgen! Een gezonde competitie tussen stations is zeer motiverend voor vrijwilligers om net nog dat extra stapje te zetten in de verdere ontwikkeling van hun eigen station. Ik hoop van harte dat we dat binnenkort in Nederland kunnen gaan organiseren!” << Meer informatie: Michel Lintermans, 06 512 535 99 info@stationsparkdeurne.nl www.stationsparkdeurne.nl Doek met foto van het oude station en onze slogan hoeven zo niet opnieuw het wiel uit te vinden. Wij hebben in de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan en kunnen goed advies geven. Wij weten de weg in de beschikbare subsidieregelingen en zijn inmiddels een serieuze gesprekspartner voor het Rijk, NS en ProRail.”. Lintermans benadrukt dat er al diverse stations zijn met dit soort activiteiten. “Je hoeft natuurlijk niet allemaal een moestuin aan te leggen of een werkplaats te starten. In Krabbendijke is het stationsgebouw omgeturnd tot een kunstcentrum, in Horst-Sevenum tot een Bed & Breakfast en in een Helmonds station is een deelwinkel opgezet. Niks is onmogelijk. Het is wel altijd belangrijk dat activiteiten van onderop kunnen ontstaan, bedacht door mensen uit de buurt.” Meebewegen Er is inmiddels flink wat belangstelling vanuit diverse stations in Nederland voor de landelijke uitrol. Lintermans is daar verheugd over. Hij hoopt dat NS en ProRail goed zullen meebewegen in deze ontwikkeling. “Zij hebben eraan moeten wennen dat er activiteiten op hun terrein plaatsvinden, waar ze zelf niet de regie over voeren. Maar over het algemeen zijn ze welwillend en krijgen we de zaken samen met hen goed voor elkaar.” Landelijke wedstrijd tussen stations Een andere droom van Michel Lintermans is om op landelijk niveau stations wedstrijden te gaan organiseren, net zoals in het Verenigd Koninkrijk. Daar worden jaarlijks, door de nationale organisatie van treinstations (CRN), prijzen uitgereikt in diverse categorieën. Zoals het meest kindvriendelijke, het meest historische of het meest milieuvriendelijke station. Lintermans heeft het voor elkaar gekregen om als enige niet-VK station mee te doen met deze wedstrijd. En met succes! Station Deurne viel al twee keer in de top 3 prijzen voor het Stationslocaties 2021/2022 - 75 Boven: Kunstgalerij in Krabbendijke. Onder: volière met kanaries in Deurne

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Stationslocaties Nederland BRABANT EINDHOVEN De omgeving van Eindhoven Centraal groeit de komende 20 jaar door naar een nieuwe woon-, werk-, verblijf- en leefwijk met het centraal station als hart van de Brainportregio. Met 55 hectare gaat het om een van de grootste binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen van Nederland. Tot 2040 verandert deze stenige omgeving met wegen en kantoren in een nieuw stuk centrum. Nu woont er niemand en straks ongeveer 15.000 Eindhovenaren. In maart 2021 stelde de gemeenteraad unaniem de ontwikkelvisie voor het gebied vast. Er komen tot 2040 ongeveer 6.500 woningen, waarbij de mens centraal staat. Verder komt er veel groen en heeft duurzaamheid, klimaat en ruimte voor langzaam verkeer prioriteit. Eindhoven realiseerde als enige regio economische groei tijdens de pandemie. Daarmee bevestigt de stad zijn rol als wereldspeler op het gebied van kennis, design en technologie. Dat is straks terug te zien in dit gebied. Eindhoven is in trek bij zowel binnen- als buitenlandse kenniswerkers. Dat levert flinke druk op de toch al overspannen woningmarkt. Deze ontwikkeling voorziet in de behoefte aan woonruimte voor elke portemonnee, met nadruk op sociale en middensegment woningen. GILZE-RIJEN De gemeente Gilze en Rijen wil een spoorzone ontwikkelen waar het goed en veilig wonen, werken en reizen is. Centraal daarin staat de stationsomgeving, de verbinding met de rest van de gemeente en de bereikbaarheid en ontwikkeling van Rijen Zuid. De gemeente wil een veilige oversteek voor al het lokale vervoer, een aantrekkelijk gebied, veilige perrons en geluidswerende maatregelen. Een onderdoorgang biedt straks toegang tot de perrons en vormt de verbinding tussen de aan beide zijden van het spoor gelegen dorpskernen. De stationsomgeving krijgt een frisse, groene en moderne uitstraling die past binnen de kern van Rijen. Het monumentale stationsgebouw van Rijen, dat dateert uit 1916, onderging in 2020 een grote opknapbeurt. Hierbij kregen ook de kozijnen en deuren weer de kleuren uit het oorspronkelijke ontwerp. Dit gebouw biedt niet alleen ruimte aan wachtende reizigers, maar ook aan ondernemers. In het najaar 2021 is gestart met de aanleg van een fietssnelroute vanaf het station naar de rand van het dorp. Dit nieuwe stuk fietspad is straks onderdeel van de snelfietsroute Breda-Tilburg. HELMOND Aan het Stationsplein in Helmond is het voormalig UWV-kantoor getransformeerd naar een duurzaam appartementencomplex met 95 huurwoningen. De appartementen zijn geheel gasloos gemaakt en hebben zonnepanelen op het dak. Het markante gebouw, met de naam HIER/HERE, is een hippe woonplek geworden voor vooral jonge starters op de woningmarkt. Het gebouw is verdeeld in 54 appartementen voor starters en 41 volledig ingerichte short-stay studio’s. De architect heeft ervoor gekozen om zoveel mogelijk bestaande elementen terug te laten komen in het nieuwe pand. Door delen van vloeren en wanden te slopen en op verschillende plekken lichtkoepels te installeren wordt er veel daglicht het gebouw binnengebracht. Rondom het appartementencomplex zijn verschillende buitenruimtes gerealiseerd voor bewoners. Aan de voorzijde, grenzend aan het Stationsplein, is de buitenruimte voorzien van statafels, bloembakken en een pergola. Aan het Stationsplein is een hoek van het gebouw open gemaakt, waarbij de betonnen kolom constructie is gehandhaafd en er hangende balkons zijn gerealiseerd. De achterwand is weer voorzien van onderhoudsvriendelijk groen. Een prachtig voorbeeld van hoe een bestaand kantoorgebouw een nieuwe woonbestemming krijgt. 76 - Stationslocaties 2021/2022 ROOSENDAAL De provincie Noord-Brabant heeft Roosendaal opgenomen in haar transformatieprogramma voor middelgrote steden. De provincie is bereid om mee te investeren in het ontwikkelplan Rondje Roosendaal. De spoorzone is hierin een troefkaart. NS-Stations heeft aangegeven dat het station zelf alsook de gronden rondom het station ontwikkeld kunnen worden. Dit biedt een unieke kans voor een nieuw werk- en woongebied op dit belangrijke mobiliteitsknooppunt. Op de plek van een vroeger industrieterrein, achter het spoor en dichtbij het stadscentrum, wordt een nieuwe en duurzame wijk ontwikkeld: Stadsoevers. Met bijzondere gebouwen, gedurfde materialen, uitgesproken kleuren en ruimte voor wonen, water en groen. Hier komen ruim 450 nieuwe woningen voor eigenzinnige, enthousiaste en ondernemende bewoners. Onderdeel van de wijk is een Urban Sports- en Speelpark, die mensen uitnodigt in beweging te komen. Een urban hotspot, van maar liefst twee hectare met een skatebaan, freerunningparcours, velden voor 3x3 basketball en een streetdancevloer. Met ook veel speelmogelijkheden voor kleine kinderen. Het Urban Sports- en Speelpark in de wijk Stadsoevers is straks een van de grotere parken van Brabant. Het zal naar verwachting in november 2021 klaar zijn.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES ’S-HERTOGENBOSCH In het gebied Spoorzone ’s-Hertogenbosch komt veel samen. Zo zie je hier cultuur en industrieel erfgoed, vervoersknooppunt en natuur, aanwezigheid van jonge mensen en nieuwe werkgelegenheid. En nieuwe stedelijke woonvormen. We maken gebruik van het succes van de binnenstad en vergroten dit naar de Spoorzone: de verbrede binnenstad. Waarbij er veel aandacht is voor ontwikkelingen op het gebied van duurzame mobiliteit: van e-bike tot zero emissie bus. Het station en de directe omgeving zijn hierin een belangrijk knooppunt. De Spoorzone vormt zo het vertrekpunt voor een nabije, bereikbare stad. Daarnaast wordt in de Spoorzone het bedrijfsklimaat versterkt, met het innovatiedistrict in het Grasso/Grenco terrein als kernpunt. We gaan voor een gezonde arbeidsmarkt met ruimte voor data en nieuwe technologieën. Onderwijs, overheid en bedrijfsleven weken samen en delen kennis. Daadkracht en ruimte om te experimenteren zijn in dit gebied belangrijke pijlers. En dit alles zo duurzaam mogelijk. Dat is de kracht van Spoorzone ’s-Hertogenbosch. FLEVOLAND ALMERE Vanaf april 2022 vindt in Almere de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade Expo plaats. Er worden in een half jaar zo’n twee miljoen bezoekers verwacht, die voor een groot deel met het Openbaar Vervoer zullen komen. Reden voor de stad om het stationsgebied in Almere Centrum in twee jaar tijd versneld te vernieuwen en te verduurzamen. Het station krijgt een mooie hal met nieuwe winkels, puien, plafonds en transparante liften. De pleinen voor en achter het station sluiten mooi op elkaar aan in een brede en overzichtelijke passage die door de hal heen loopt. Op de perrons komen nieuwe houten banken, windschermen, wachtruimtes, betonnen poefjes en ‘groene eilanden’. Ook komen er zonnepanelen en glas met geïntegreerde zonnecellen. Het busstation krijgt een nieuw plafond en goede verlichting. De beide stallingen krijgen een facelift en bieden samen plaats aan ruim 3.300 fietsen, scooters en brommers. Tevens wordt er flink geïnvesteerd in het vernieuwen van leegstaande kantoren rondom het station. Bezoekers lopen straks vanuit het station over een mooie groene loper de stad in, richting Floriade. TILBURG In het hart van de Spoorzone Tilburg opent in het voorjaar van 2022 een innovatieve hotspot de deuren: MindLabs, een gebouw en living lab waarin onderwijs (universiteit, hoge school en ROC), overheid en bedrijfsleven samenwerken aan oplossingen voor de toekomst. Het samenwerkingsverband is onderdeel van de AI hub Brainport, met als aandachtsgebieden virtual, mixed & augmented reality, natural language and data processing, robotics & avatars en serious games & learning. De missie? Het versnellen van de ontwikkeling van mens en maatschappij door kennis en toepassing van interactieve technologie te verbinden met ondernemerschap. Hierbij staat de interactie tussen mens en technologie centraal. Deze ‘human centered Artificial Intelligence’ houdt zich bezig met vragen als: hoe houden we de zorg toegankelijk, wat kunnen we slimmer organiseren, hoe kunnen we leren leuker maken, hoe krijg je talenten op de juiste plek, hoe vergroten we de veiligheid? Bij MindLabs worden daar oplossingen voor bedacht. De Tilburgse Spoorzone is daarmee weer een prachtige nieuwe parel rijker. LELYSTAD De gemeente Lelystad legt de lat hoog bij de toekomstige vernieuwing van het stationsgebied. Met het toevoegen van circa 600 woningen en kantoorruimte wordt een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van het gebied. In de visie voor het vernieuwen van het stationsgebied komen verschillende ontwikkelingen samen: verkeer, parkeren, wonen en werken. Met als doel een stationsgebied dat goed bereikbaar is, dat meer woningen, bedrijvigheid en groen heeft en waar je je fiets makkelijk kunt parkeren. Het stationsgebied wordt samen met het Stadshart dé entree voor belangrijke bestemmingen in de stad en de regio, zoals Lelystad Airport, de Oostvaardersplassen en de kustzone. Het wordt een belangrijk en aantrekkelijk stadsdeel waar bezoekers en inwoners graag wonen, werken en verblijven. Het vernieuwde stationsgebied wordt zo een belangrijk visitekaartje voor de stad en speelt een sleutelrol in de toekomstige groei van Lelystad. GELDERLAND EDE-WAGENINGEN Het stationsgebied in Ede ondergaat een flinke metamorfose en wordt een modern OV-knooppunt: een plek waar reizigers makkelijk en snel overstappen op de trein, bus, taxi en ander vervoer. Ede bereidt zich voor op een groeiend aantal reizigers, bezoekers en inwoners. Door het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer rijden er straks meer treinen van en naar Ede-Wageningen. Ook worden de overstaptijden verkort. Het nieuwe treinstation wordt herkenbaar en toegankelijk, met roltrappen en liften, goede informatievoorzieningen, diverse winkels en comfortabele wachtruimtes. De eerste bouwactiviteiten zullen in najaar 2021 starten. De verwachting is dat het nieuwe station in 2024 in gebruik wordt genomen. Verder komen er twee nieuwe tunnels en een langzaam-verkeersviaduct. De spoorinfra in het stationsgebied wordt vernieuwd. Ook krijgt Ede een mooi stationsplein, een nieuw busstation en een taxivoorziening. Er komt een P+R met ruim 500 parkeerplaatsen en een fietsenstalling met ongeveer 1.800 plaatsen. Daarnaast komt er ook een bewaakte stalling (eerste 24 uur gratis) voor ongeveer 6.000 fietsen. Stationslocaties 2021/2022 - 77

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS GRONINGEN NOORD-HOLLAND GRONINGEN De metamorfose van station Groningen is in volle gang. Het station gaat ruimte bieden aan meer treinen en voor het eerst ook aan doorgaande regiotreinen. Reizigers hoeven daardoor minder over te stappen. Er komt een voetgangerspassage onder de sporen door. Parallel daaraan wordt een fietstunnel aangelegd. Onder de passage en de tunnel komt een stalling voor zo’n 6.000 fietsen. Het busstation verhuist van de noordzijde naar de zuidzijde van het station. Door de verplaatsing van het opstelterrein voor treinen is aan de zuidzijde 35.000 m2 vrijgekomen voor een nieuw stuk stad. Als de bouw van het nieuwe station klaar is, naar verwachting in 2024, start de gemeente Groningen met de gebiedsontwikkeling. Het Stationsgebied moet een plek worden waar reizen, wonen, werken en ontspannen samenkomen. Ook het nieuwe muziekcentrum gaat zich aan deze zuidzijde vestigen. Door de verhuizing van de bussen komt aan de noordzijde ruimte vrij voor de vestiging van nieuwe bedrijvigheid en functies. Het vernieuwde Stationsgebied is nog meer dan nu de plek waar stad en regio elkaar ontmoeten. AMSTERDAM Amstel Het Amstelstation is een moderne toegangspoort voor reizigers die de stad Amsterdam per trein binnenkomen. De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan de herinrichting van het station en de omliggende openbare ruimte. De Amstel Tower, met 192 woningen en een hotel, en het busstation, met daaronder een parkeergarage, zijn in LIMBURG VENRAY De gemeente Venray heeft, in het verlengde van de opwaardering van de spoorverbinding tussen Nijmegen en Roermond, de wens om haar station en de stationsomgeving om te vormen tot een volwaardig knooppunt voor het openbaar vervoer. De gemeente wil het station, het stationsgebouw en de omgeving van het station een kwaliteitsimpuls geven, om daarmee het openbaar vervoer en het reisgemak te verbeteren. Er wordt gedacht aan een ruimer busstation, uitbreiding van de stallingscapaciteit voor fietsen en parkeerplaatsen voor auto’s, opknappen van het stationsgebouw en meer voorzieningen voor de reizigers. In 2019 is een projectteam gestart met een onderzoek om het station van Venray en haar omgeving te vernieuwen. Doel is om van het station een visitekaartje voor de stad te maken, een plek waar iedereen zich welkom en veilig voelt en waar het (openbaar) vervoer een centrale plek heeft. In het project speelt duurzaamheid een grote rol. Er wordt o.a. gekeken naar opvang van het regenwater en het leggen van zonnepanelen op de nieuwe luifels in combinatie met groene daken. Ook moeten elektrische (deel)mobiliteiten een plek krijgen. De stationsomgeving wordt straks groener en er worden zo veel mogelijk duurzame materialen toegepast, die gemakkelijk te demonteren, te vervangen en te hergebruiken zijn. Hierdoor wordt het station in de toekomst niet alleen veiliger en prettiger om te verblijven, maar ook een stuk duurzamer. 78 - Stationslocaties 2021/2022 2018 opgeleverd. In de zomer van 2019 is de gehele openbare ruimte opgeknapt, inclusief het tramstation met verblijfsplein. Ook is toen de fietsenstalling met ruim 3.300 fiets-parkeerplekken en een lift naar de stationshal geopend. In oktober 2021 is de vernieuwde stationshal klaar. De herinrichting van de stationshal en de omliggende openbare ruimte zorgen ervoor dat reizigers makkelijk kunnen overstappen op de trein, tram, bus of metro. Het is een levendig en veilig gebied geworden, waar het goed toeven is voor bewoners, passanten en reizigers. Tegenover het Amstelstation op het Julianaplein wordt volop gebouwd aan het nieuwbouwproject AMST. Hier komen 252 middeldure en vrije sector huurwoningen, een broedplaats, horeca en een Jumbo supermarkt. De woningen worden naar verwachting in 2023 opgeleverd. AMSTERDAM Sloterdijk NS, ProRail, gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam willen van station Amsterdam Sloterdijk een modern station maken dat klaar is voor de toekomst. Goede verbindingen en faciliteiten voor reizigers die er met de trein, metro, bus, tram en fiets komen en een overzichtelijk, prettig stationsgebied: dát is de ambitie. De directe omgeving van station Sloterdijk, waar voorheen vooral kantoren waren gevestigd, is de afgelopen jaren sterk veranderd. Die transformatie naar een groen, gemengd woon-werkgebied zet zich de komende jaren voort. Tot 2040 kunnen er 5.000 à 7.500 nieuwe woningen bij komen. De verwachting is dat de reizigersgroei jarenlang flink zal toenemen mede door de ontwikkeling van Haven-Stad, ten noorden van het stationsgebied. Behalve de gewenste verbetering van de beleving en de oriëntatie van reizigers in en om het station, moeten er daarom ook sterkere verbindingen tussen de woon- en werkgebieden komen. Daarnaast moet het station, waar verschillende vormen van openbaar vervoer en ander vervoer samen komen, geoptimaliseerd worden. ProRail werkt momenteel aan het aanbrengen van vier nieuwe wissels en aanpassingen aan de perrons om de reizigerstoename op te vangen.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES BEVERWIJK De ontwikkeling van de Spoorzone is één van de speerpunten voor Beverwijk in de komende jaren. Met als doel het realiseren van een stoer, duurzaam en prettig leefbaar gebied, waar gewoond en gewerkt wordt met voldoende voorzieningen. Een gebied dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het centrum van Beverwijk. Zonder daarvoor natuurgebied of open landschap op te offeren. De gebiedsontwikkeling zorgt voor een enorme impuls: er komen in potentie 10.000 woningen bij met alle extra voorzieningen die hiervoor nodig zijn: scholen, apotheken, winkels, dienstverleners. Dat zorgt voor extra werkgelegenheid voor stad en regio, met een potentieel voor 5.000 extra arbeidsplaatsen. De eerste stappen in deze ontwikkeling worden nu gezet, te beginnen met het Stationsgebied, de entree van Beverwijk. Hier liggen veel kansen voor het bouwen van woningen en het toevoegen van voorzieningen. Daarnaast hebben NS en ProRail ideeën om het station te moderniseren. De omgeving denkt mee in de planvorming. Een mooie kans om Beverwijk economisch vitaler te maken en woningen te bouwen waarmee de stad de huidige woningnood het hoofd kan bieden. Een kans die Beverwijk niet laat liggen! DIJK EN WAARD In het voorjaar van 2022 worden in het Stationsgebied Dijk en Waard (de nieuwe gemeente die bestaat uit de voormalige gemeenten Heerhugowaard en Langedijk) de eerste woningen in het gebouw De Groene Trede opgeleverd. Dit appartementencomplex, pal naast het NS-station, beschikt over unieke woon-werk lofts en moderne appartementen, koop en huur. Twee derde van deze woningen gaan naar bewoners uit de gemeente Dijk en Waard. Daarmee sluit de woningbouw (ook) aan op de lokale woonvraag met het gemeentelijke woningonderzoek als basis. In Dijk en Waard worden uiteindelijk 10.000 woningen gerealiseerd. De ontwikkeling van woningbouw en andere functies gaat hand-inhand met de ontwikkeling van het OV-knooppunt. De ondertunneling van het spoor speelt daarbij een belangrijke rol. Samen met ProRail en ingenieursbureaus is afgelopen zomer voor een groot deel van fase 1 een integraal schetsontwerp uitgewerkt. Ook de bereikbaarheid van de N242 en lokale wegen wordt tijdens de werkzaamheden aan fase 1 onderzocht. Ideeën daarvoor worden samen met bedrijven en bewoners uit de omgeving geïnventariseerd. HAARLEM In juli 2021 hebben de gemeente Haarlem en de provincie NoordHolland gezamenlijk een visie voor de ontwikkeling van het stationsgebied opgesteld. Het huidige stationsgebied is geen locatie om trots op te zijn. Het stationsgebouw heeft weliswaar monumentale kwaliteiten, maar het station vormt geen hoogwaardige entree voor de binnenstad Haarlem. Het stationsgebied moet een aantrekkelijke plek worden waar wonen, werken en verblijven samenkomen. Voetgangers en fietsers krijgen in de omgeving van het station voorrang. De wandel- en fietsroutes naar het station en het centrum worden veiliger en er komen meer overdekte fietsenstallingen bij het station. De gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland willen ervoor zorgen dat het stationsgebied een goed functionerend knooppunt blijft voor het openbaar vervoer. En daarnaast een prettige en aantrekkelijke plek voor iedereen die via het station naar de Haarlemse binnenstad komt. De visie geeft richting op lange termijn en brengt samenhang tussen de ontwikkelingen in het gebied. Bij de toekomstige transformatie van het station en de openbare ruimte eromheen wordt gekeken naar reizen, werken, winkelen, wonen, verblijven en duurzaamheid. OVERIJSSEL DEVENTER Direct naast het NS station in Deventer en op de rand van de historische binnenstad ligt stadscampus De Kien. Het is een gebied waar kennisontwikkeling en innovatie op het vlak van Tech en IT samenkomen. De daar gevestigde opleidingsinstituten werken samen met hun buren, internationale kennisbedrijven. Met de Provincie Overijssel, Gemeente Deventer, eigenaren en ontwikkelaars in het gebied bouwen zij letterlijk en figuurlijk aan een toekomstbestendige, groene en slimme woon- en werklocatie rondom het station. Met ruimte voor het toevoegen van meer dan 600 woningen (nieuwbouw en transformatie), onderwijs en moderne werk- en ontmoetingsplekken kan het gebied uitgroeien tot een slimme, groene en gezonde stadscampus. Uniek aan deze toepassingsgerichte campus is de binnenstedelijke ligging: wonen, werken en studeren direct nabij het OV knooppunt. Op een prachtige plek die voor een groot deel samenvalt met de groenblauwe singelstructuur die het centrum van Deventer omzoomt. En op loopafstand van de gezellige binnenstad. HENGELO Ten zuiden van station Hengelo krijgt een nieuw stadsdeel vorm, Hart van Zuid. Belangrijkste kernmerken: eigenzinnig, met stedelijk elan, op sporen van een industrieel verleden. Hart van Zuid moet vooral jonge mensen aantrekken die graag in een dynamische omgeving wonen en op zoek zijn naar een betaalbaar huis. Die woningen komen er: met de bijdrage uit de Woningbouwimpuls kan Hengelo versneld ruim 700 woningen bouwen. Dicht bij de binnenstad komt hoogbouw en in de rest van het gebied een grote verscheidenheid aan grondgebonden woningen. De verschillende deelgebieden worden gefaseerd ontwikkeld. Er is volop aandacht voor ruimtelijke kwaliteit met veel groen en water. Het Business District wordt de komende jaren ontwikkeld tot hét centrum voor internationaal zakendoen in Twente. Grote spelers in Hart van Zuid zorgen ervoor dat de economische aantrekkingskracht van dit gebied onveranderd groot blijft. Met het poppodium Metropool en een skatelandschap midden in het gebied is er bovendien volop gelegenheid voor ontmoeting en ontspanning. Stationslocaties 2021/2022 - 79

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS ene naar de andere mobiliteit kunnen overstappen. Het autoparkeren mag daar wat verder vanaf liggen. De gemeente Raalte wil al langere tijd de parkeergelegenheid bij beide stations uitbreiden en bij Raalte een transferium/ P&R-locatie aanleggen. Het is nu heel belangrijk de verschillende ontwikkelingen goed op elkaar af te stemmen. Daarom bekijkt de gemeente of het mogelijk is eerst een tijdelijke uitbreiding van de parkeerplaatsen te realiseren. Ook wordt onderzocht of de nieuwe fiets-/voetgangersverbinding, die onderdeel is van het project Knooppunt Raalte, ingepast kan worden in de stationsomgeving. ENSCHEDE Centrumkwadraat, de naam van de spoorzone in Enschede, moet de kwaliteit van de stad gaan vergroten. Bereikbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid zijn sleutelwoorden in de gebiedsontwikkeling rondom en ten noorden van het station. Het resultaat? Een dynamisch gebied met ruimte om te wonen en te werken, vlakbij het station met alle gemakken van de stad binnen handbereik. In dit ambitieuze project wordt het stationsplein autovrij gemaakt en vergroend. Dit sluit aan bij de ambities van de gemeente op het gebied van klimaat adaptatie en duurzaamheid. Hierbij spelen aandacht voor cultuurhistorisch erfgoed, gebruik van duurzame materialen, compact en flexibel bouwen, ruimte voor groen en een slim watersysteem een grote rol. Het vernieuwde stationsplein wordt straks dé ontvangstruimte van de stad. Onder het plein komt een onderdoorgang richting de noordzijde. Het terrein van de oude melkfabriek wordt herontwikkeld tot een gebied met een mix van wonen, werken en voorzieningen. Een nu nog rommelige troosteloze plek langs het spoor naar Duitsland wordt omgeturnd naar een centrum-stedelijk woongebied, omringd door een autovrij park. Met alle OV-mogelijkheden op loopafstand. RAALTE De stations in Raalte en Heino (gemeente Raalte) worden in de toekomst mogelijk ingrijpend veranderd. Door eventuele verbetermaatregelen van ProRail op het spoortracé Zwolle-Enschede, kan het nodig zijn de perrons op de stations aan dit tracé te vergroten. Hierbij kan gekozen worden voor een breder middenperron, combinaties van een middenperron en een zijperron of twee zijperrons. ProRail werkt momenteel aan ruimtelijke modellen voor beide stations. Hierbij wordt eerst gekeken wat goede spoortechnische oplossingen zijn en hoe de stationsomgeving daarop aan kan sluiten. De modellen gaan met name over de indeling: waar komen de perrons, waar de fietsenstallingen, waar het autoparkeren, waar de busperrons, hoe wordt alles goed met elkaar verbonden en hoe is de bereikbaarheid vanuit de omgeving? Het streven is om fietsenstallingen en bushaltes dicht in de buurt van de perrons te hebben, zodat reizigers snel en gemakkelijk van de 80 - Stationslocaties 2021/2022 STEENWIJKERLAND Station Steenwijk in Steenwijkerland gaat de komende jaren flink op de schop. Het sterk verouderde stationsgebouw en het weinig sfeervolle stationsplein krijgen een stevige boost. Het station moet een uitnodigende ‘rode loper’ worden, zowel richting de monumentale vestingstad als richting het Nationaal Park Weerribben-Wieden in de ‘achtertuin’. Het stationsgebouw ‘nieuwe stijl’ krijgt faciliteiten die passen bij een modern intercitystation. Verschillende vormen van duurzaam vervoer zijn straks direct ‘om de hoek’ te vinden, net als digitale reizigersinfo. Praktische publieksvoorzieningen, voldoende groen en een gezellige sfeer maken van het toekomstig station een ontmoetingsplek waar het reizigersgemak voorop staat. Het voorplein wordt heringericht. Met als uitgangspunt: minder blik, meer verblijfsruimte. Er komen eet- en drinkgelegenheden en een terras. Creatieve kunst- en cultuuruitingen zorgen samen met extra groen voor de aankleding. Er komt een eigentijds en gevarieerd aanbod van duurzame deelmobiliteiten, zoals -e-scooters, e-steps en elektrische deelauto’s. Op het verlanglijstje voor de toekomst staat, naast een royale, deugdelijke fietsenstalling, zelfs een opstapplaats voor duurzaam vervoer over water. Zo kunnen toeristen en recreanten vanaf het station het achterliggende natuurgebied goed bereiken. Station Steenwijk wil in de toekomst hét centrale knooppunt worden in een netwerk van overstappunten (over land én water), verspreid door de hele gemeente. Met als eerste stap een facelift voor het station, dat in de komende jaren gaandeweg zal gaan veranderen van een gribus in een waar pareltje. ZEELAND VLISSINGEN Ontwikkelingen, realisatie van projecten en kwaliteitsimpulsen volgen elkaar in een rap tempo op in de Zeeuwse havenstad Vlissingen. Het Stationsgebied van Vlissingen krijgt, als knooppunt voor bereikbaarheid en economische groei, de komende tijd een enorme kwaliteitsimpuls. Gemeente Vlissingen en alle stakeholders in het gebied stelden een toekomstvisie op en starten eind 2022 met de realisatie van het masterplan. Het Stationsgebied gaat functioneren als uitvalsbasis voor de omliggende gebieden, zoals de Kenniswerf. De Kenniswerf is dé plek in Zeeland waar het gebeurt. Een innovatiedistrict in de havenstad. Een plek waar je prettig, productief en inspirerend kunt studeren of werken, maar ook uitstekend kunt wonen en/of recreeren. Hier kun je onderdeel uitmaken van een netwerk tussen (inter-) nationale bedrijven, start-ups en opleidingen, de plek waar kennis, talent en ondernemen samen komt. Of je hier nu werkt, studeert, onderneemt of verblijft. Centraal in Zeeland, voorzien van o.a. een kennis lab, onderwijsinstellingen, een incubator en een veelzijdig achterland aan innovatieve organisaties en bedrijven. Kortom, hét innovatiedistrict van Zeeland.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES ZUID-HOLLAND DELFT Campus De gemeente Delft gaat het gebied rond station Delft Campus (voorheen station Delft Zuid) de komende jaren ontwikkelen. Om zo de bereikbaarheid, verblijfskwaliteit, uitstraling, mobiliteit, sociale veiligheid en verbindingen in het gebied te verbeteren. Ook komen er woningen, voorzieningen en bedrijven. Station Delft Campus wordt het eerste energie-neutrale treinstation van Nederland, met een kap van zonnepanelen. Naast een verdubbeling van het spoor (van twee naar vier sporen) komt er ook een fiets- en voetgangerstunnel. Het stationsgebied Delft Campus wordt een veilig en modern OV-knooppunt. Dat de TU Delft, Voorhof, Tanthof, Schieoevers en zelfs Midden-Delfland gaat verbinden. De komende jaren ontwikkelt het gebied zich tot een fijne plek waar meer mensen kunnen wonen en werken. Met de bouw van het station begint ook de ontwikkeling van het omliggende gebied. Een omgeving waar voorzieningen en veel duurzame innovaties komen. Zoals slimme mobiliteitsoplossingen. De gemeente wil voor 2040 zo’n 15.000 nieuwe woningen bouwen. En ruimte maken voor 10.000 nieuwe banen. Samen met NS, ProRail, de aanwezige ontwikkelaars en bewoners in het gebied is er gewerkt aan een gebiedsvisie. Deze vormt de basis voor verdere plannen in het stationsgebied. DEN HAAG Hollands Spoor In 2020 kreeg het oudste station van Den Haag een tweede volwaardige entree aan de kant van Laakhaven. Een enorme kwaliteitsimpuls voor deze zijde van de stad. Station Hollands Spoor en omgeving is onderdeel is van het Central Innovation District (CID) Den Haag. Er komen hier duizenden woningen bij, zodat er genoeg woonruimte is voor het groeiend aantal bewoners in de stad. Naast een plek om te wonen wil de gemeente in dit gebied zeker ook ruimte maken voor werken, studeren, recreëren en winkelen. Het voormalige Grote Belastingkantoor, recht tegenover station Hollands Spoor, krijgt na vele jaren leegstand een nieuwe bestemming. Er is een bouwplan gemaakt met 176 hotelkamers en 66 (shortstay-)appartementen. Op de begane grond behouden de huidige supermarkt en horeca hun plek en komt er ook ruimte voor nieuwe bedrijven. Naar verwachting start de verbouwing van het gebouw eind 2021/begin 2022. Station Hollands Spoor en omgeving moet een prettige plek worden voor innovatieve bedrijven en mensen, met goede voorzieningen en openbare ruimte. Het gebied wordt een uitbreiding van het stadscentrum. DEN HAAG Centraal Rondom Den Haag Centraal gaat de komende jaren veel gebeuren. Na de verbetering van het station is nu de omgeving aan de beurt. Zo zijn er plannen voor een nieuw, hoog gebouw naast station Den Haag Centraal en de Hoftoren. Het gebouw krijgt zo’n 1.200 woningen (ook sociale huur) en 28.000 m2 kantoren. Er komt ruimte voor winkels, DELFT Centraal Het is nog maar zes jaar geleden dat het station van Delft helemaal is vernieuwd. De stationshal kwam samen met het stadskantoor van de gemeente in een nieuw gebouw. En de sporen, tot dan toe in het straatbeeld, verdwenen onder de grond. Het station is sindsdien meer dan alleen maar een plek waar je de trein, bus, tram of taxi pakt. Het is een fijne plek om even te verblijven of op doorreis te zijn. Met een gevarieerd winkelaanbod, gratis wifi en prettige zitgelegenheid. Toch staat er alweer een verdere uitbreiding van het station op stapel. Door het stijgende aantal reizigers op het traject Den Haag – Rotterdam moeten er meer treinen kunnen rijden. ProRail gaat daarom nog twee extra sporen aanleggen. Dit gebeurt in een tunnelbuis die in 2018 werd aangelegd in de bestaande spoortunnel. Bij deze nieuwe sporen wordt er een nieuw perron gebouwd dat aansluit op de stationshal. In het spoorzonegebied van Delft, direct naast het historisch stadshart en het station, verrijst een nieuw stadsdeel van ongeveer 24 hectare: Nieuw Delft. In deze nieuwe wijk is ruimte voor zo’n 1.200 woningen en meer dan 40.000 m2 aan stedelijke functies. Hier krijgen architectuur, ondernemerschap en vernieuwing de ruimte en wordt de economische positie van de stad versterkt. In Nieuw Delft staat de toekomst letterlijk voor de deur. Stationslocaties 2021/2022 - 81 horeca en voorzieningen zoals een fitness, een kinderopvang en een fietsenmaker. Daarnaast zijn er ruimtes waar bewoners en gebruikers elkaar kunnen ontmoeten. Ook de openbare ruime wordt aangepakt. Het plan is de bestaande gebouwen te slopen. De komende jaren gaat ook het plein voor het centraal station er anders uitzien. Op dit Koningin Julianaplein komt een appartementengebouw, met ook ruimte voor horeca en winkels. Het gebouw krijgt twee woontorens van ongeveer 90 meter hoog. Daarin komen ongeveer 400 appartementen. Bewoners kunnen kiezen uit koop-, vrije sector huur-, en sociale huurappartementen. De woningen worden tussen de 47 m2 en 120 m2 groot. De twee torens zijn met elkaar verbonden door een lager gedeelte, een soort ‘vallei’ tussen de torens. Hier komen groene daktuinen en een groot gemeenschappelijk terras. Het plein zelf krijgt een nieuwe inrichting met beplanting, een horecapaviljoen en terrassen. Onder het plein werd in 2020 de grootste ondergrondse fietsenstallingen van Europa in gebruik genomen. Het KJ-plein is één van de stadsentrees die herkenbaar Haags moet zijn voor bewoners en bezoekers. De gemeente wil reizigers met dit plein gastvrij welkom heten in Den Haag.

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS DEN HAAG - Laan van NOI Naast station Laan van NOI, op de plek waar nu nog het vroegere ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat, zijn plannen voor de bouw van een complex met de naam AnnA. De start van de sloop en eerste bouwfase staat gepland voor eind 2022. AnnA bestaat uit twee gebouwen van maximaal 28 meter hoog en vier torens, in hoogte variërend van 125 meter tot 75 meter. In de gebouwen komen ongeveer 1.000 tot 1.200 woningen. De helft van de nieuwe woningen, variërend van klein tot groot, bestaat uit betaalbare huur- en koopwoningen. Hieronder zijn ook sociale huurwoningen. Op de benedenverdieping is ruimte voor voorzieningen zoals kinderopvang, winkels en horeca voor de bewoners en de wijk. Verder komen er kantoren voor kennis- en technologiebedrijven van hoog niveau. Hiermee kan het gebied verder invulling krijgen als IT Security Campus. Dit is een gebied voor bedrijven die werken aan internetveiligheid en technologie. Fietsen en auto’s worden binnen en ondergronds geparkeerd. AnnA is vooral voor nieuwe bewoners en gebruikers die een eigen auto minder belangrijk vinden. Ze maken gebruik van het openbaar vervoer dat op loopafstand te vinden is, deelauto’s en fiets. Vanaf het station komen aantrekkelijke looproutes naar het Beatrixkwartier, de Schenk en de wijk Bezuidenhout. GORINCHEM Bij station Gorinchem wordt momenteel een nieuwe reizigerstunnel gebouwd. Het station bleek in het verleden onvoldoende toegankelijk te zijn voor reizigers met een beperking. De bestaande reizigerstunnel was erg krap en niet geschikt om bereikbaar te maken met een lift. De nieuwe tunnel krijgt representatieve en herkenbare ingangen en zorgt bovendien voor een prettige verbinding van de wijk Haarwijk met de historische binnenstad van Gorinchem. Ook komt er een lift en een nieuw zijperron dat bereikbaar wordt met een hellingbaan. Het vernieuwde station Gorinchem moet eind 2021 klaar zijn. ProRail zette in 2020, vanuit veiligheidsoogpunt, vooralsnog een streep door de plannen voor een nieuw treinstation langs de MerwedeLingelijn in Gorinchem-Noord. Gemeente, provincie NoordHolland en ProRail bekijken alternatieve scenario’s om alsnog een treinhalte aan deze MerwedeLingelijn te realiseren. GOUDA In de Spoorzone Gouda worden eind 2021 de eerste bouwontwikkelingen zichtbaar. Met vooral veel woningen voor mensen met een kleine portemonnee. Direct naast het station Gouda verrijst een nieuw appartementencomplex: De Koploper. In het naar een trein genoemde gebouw komen 156 sociale huurwoningen voor kleine gezinnen of eenpersoons huishoudens. Het gebouw krijgt een mooie binnentuin waar bewoners samen dingen kunnen organiseren. Ook rondom het gebouw is er in de stedenbouwkundige opzet rekening gehouden met zoveel mogelijk groen. Aan de andere kant van het spoor worden 223 woningen gebouwd voor jongeren tussen 18 en 28 jaar: project 1828. Het moet een echte community worden met gedeelde voorzieningen. Huurders kunnen een huurcontract van maximaal vijf jaar tekenen. In het najaar worden in de spoorzone 60 tijdelijke, prefab, sociale huurwoningen geplaatst, bestemd voor een doelgroep met weinig kansen op de woningmarkt of spoedzoekers. In het ontwerp is rekening gehouden met duurzaam bouwen: zo is de fundering van het oude schoolgebouw op de locatie hergebruikt, zijn de woningen gasloos gemaakt en gefabriceerd van gerecycled hout. 82 - Stationslocaties 2021/2022 ROTTERDAM Centraal De combinatie van een hypermodern station met ov-mogelijkheden en ontwikkelruimte in het hart van de stad maakt Rotterdam Central District (RCD) tot een unieke plek en een mooie stadsentree. De centrale ligging en de mix van wonen, werken, reizen en ontspannen, maken van RCD een levendig gebied. Een plek waar Rotterdam en Europa elkaar ontmoeten. De komende jaren zullen nieuwe initiatieven van de grond komen die het gebied verder versterken als internationale toegangspoort tot de binnenstad van Rotterdam. In het voormalige Weenapoint-complex in Rotterdam Central District wordt een gemengd kantoor-, woon- en commercieel programma ontwikkeld, met de naam The Modernist. Op deze toplocatie, pal tegenover Rotterdam CS, komt zo’n 17.000 m2 kantoorruimte en zo’n 300 woningen. The Modernist is het sluitstuk dat de transformatie van Weenapoint compleet maakt. Het is een belangrijke schakel in de ontwikkeling van het RCD tot een gebied met internationale allure. Tree House wordt een 130 meter hoge, duurzame woon- en kantoortoren in het RCD, geïnspireerd op het ecosysteem van een boom. Het omvat 41.000 m2 , met 275 woningen en 15.000 m2 kantoorruimte. SCHIEDAM Schiedam is één van de belangrijkste OV-knooppunten in de zuidelijke Randstad. Tussen station Schiedam Centrum en de A20 verrijst een grootstedelijk stuk stad. Schieveste wordt een van de beste plekken om te wonen in de Zuidelijke Randstad. Met een spectaculaire én vriendelijke uitstraling. Een stoere plek, die de contrasten niet schuwt. In Schieveste wil je graag wonen, omdat je daar zo centraal woont. Elke minuut vertrekt er wel een trein, bus of metro op loopafstand. Parkeren doe je uit het zicht. Een autovrije, groene loper verbindt alle deelgebieden en nodigt uit tot ontmoeting. In Schieveste komen koopwoningen, huurwoningen in de vrije sector en sociale huurwoningen. Het wordt een echte gemengde stedelijke centrumwijk. Schieveste is een indrukwekkende vastgoedontwikkeling. De eerste woningen gaan in 2023 in verkoop. De start verhuur volgt daarna. Uiteindelijk worden er op deze locatie circa 3.000 woningen gerealiseerd. Schiedam levert hiermee een belangrijke bijdrage aan de Verstedelijkingsopgave voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

DEAR FUTURE, CAN I HAVE AN OFFICE WITH A VIEW? Spoorzone Tilburg is het nieuwe en baanbrekende talent- en innovatiedistrict van Nederland. Grenzend aan het station en goed verbonden met stad, regio en land biedt het de ideale uitvalsbasis voor je bedrijf of satelliet vestiging. Talent, wetenschap en ondernemerschap vinden elkaar in een van de vele living labs die dit compacte gebied rijk is. Met behulp van data, ai, VR en digitalisering wordt gepionierd en hard gewerkt aan slimme producten en diensten met meerwaarde voor de samenleving. En na het werk tref je elkaar bij de buren aan de bar of dineer je samen op een rooftop. Het is een plek waar je kunt kiezen tussen shoppen, lunchen in de prijswinnende LocHal of lunchwandelen in het Spoorpark. Een gebied waar je struikelt over het talent en partners die jou verder helpen. TILBURG MAKEITINTILBURG.COM/SPOORZONE SCAN ME FOR MORE INFO! © Foto SDK Vastgoed

Energy is everywhere Bouwen met verstand vraagt om installatieontwerpen met visie. Energie acquireren, conserveren, economiseren & recycleren. Zo maakt Hori Sustainable Solutions elk gebouw optimaal duurzaam. Hori Sustainable Solutions - Engineering excellence Hori Sustainable Solutions B.V. I Stationslaan 10 I 3701 EP Zeist, Nederland I t +31 (30) 691 28 28 I info@hori.nl I www.hori.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
Home


You need flash player to view this online publication