70

Bureau Spoorbouwmeester: pleitbezorger van nauwe samenwerking rondom ontwikkeling Stationskwartier Stations groeien uit tot multimodale knooppunten, met steeds meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Waar voorheen een reiziger bij aankomst of vertrek, zich een weg moest banen tussen de ronkende bussen en taxi’s op het voorplein, staan in het nieuwe stationskwartier de mensen zelf weer centraal. A sfalt en bestrating maken plaats voor zorgvuldig gemaakte - vaak groene - omgevingen waar het goed toeven is en waar je makkelijk en veilig doorheen kunt lopen of fietsen. De kwaliteit van de openbare ruimte is daarmee de belangrijkste component in het stationskwartier geworden. Samenwerking over de inrichting ervan is dan ook van groot belang. “Die openbare ruimte geeft niet alleen toegang tot het station, maar ook tot al het vastgoed dat daar ontwikkeld gaat worden”, legt Miguel Loos, adviseur Architectuur en Stedenbouw van Bureau Spoorbouwmeester, uit. “Wij zijn er stellig van overtuigd dat een integrale ontwerpbenadering van die openbare ruimte de enige juiste weg is. Het is een complex speelveld met veel stakeholders, waar ieder zijn eigen belang heeft, maar het inrichten van die openbare ruimte is een gezamenlijke opgave. Blijf je dit sectoraal aanpakken - de een doet het station, de ander het voorplein, een derde de bushalte, weer een ander het vastgoed of de fietsenstalling - dan zal het resultaat veel minder zijn. In eerste instantie moet je als medespeler misschien even een stap terug doen, maar door de meerwaarde van het samenwerken en de gedeelde belangen doe je daarna weer drie stappen vooruit. In onze publicatie ‘Het Nieuwe Stationskwartier’ doen wij aanbevelingen hoe je de samenwerking tussen al die partijen op een goede manier kunt organiseren.” Extra ruimte door dubbel grondgebruik Om naast een groen ingericht voorplein nog genoeg ruimte te houden voor andere faciliteiten, is stapelen noodzakelijk volgens Bureau Spoorbouwmeester. Zo komen er steeds meer ondergrondse fietsenstallingen onder het voorplein, zoals in Zwolle of Maastricht. “Fietsen worden niet meer voor de deur ‘gekwakt’, maar worden in een hoogwaardige stalling neergezet met toezicht, goede verlichting en bewegwijzering”, vertelt Jos van den Station Utrecht Centraal. Bron: Bureau Spoorbouwmeester / Fotograaf: Jannes Linders Jos van den Hende Miguel Loos ‘Het inrichten van de openbare ruimte in een stationskwartier is een gezamenlijke opgave’ Hende, eveneens adviseur Architectuur en Stedenbouw. Ook voor het ruimte-verslindende busplein wordt ondergronds naar oplossingen gezocht, zoals momenteel gebeurt in Eindhoven. “Dit stapelen stelt ons op ruimtelijk, architectonisch en civieltechnisch gebied ook voor behoorlijke uitdagingen”, vult Loos aan. “Zeker als je gelijktijdig op maaiveldniveau wilt vergroenen om daarmee een bijdrage te leveren aan een klimaatbestendige, gezonde en duurzame omgeving. Er moeten dan oplossingen worden bedacht om toch bomen te kunnen planten, terwijl daar onderdoor bussen rijden of fietsen worden gestald. Het mooie is, dat de stad dan weer doorloopt tot aan de voordeur van het station.” Centrale plek in de stad Naast het ondergronds gaan, levert ook het verplaatsen van de rangeerterreinen aan de achterzijde van stations, nieuwe ruimte op. “Arbo- en milieutechnisch past dat rangeren en opstellen van wagons ook helemaal niet meer in stedelijk gebied”, aldus Van den Hende. “Die ruimte benutten we nu voor de stad, het station en het maken van een tweede ingang, aan wat voorheen de achterkant van het station was.” Dat tweezijdig maken van 70 - Stationslocaties 2021/2022

71 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication