25

Martijn Martijn IJsseldijk (1976) uit Oldenzaal kreeg in 2016 thuis op de bank een hart - stilstand. Zijn vriendin reanimeerde hem tot de ambulancedienst kwam, die met behulp van een hartmassageapparaat met de naam Lucas zijn hart weer aan de praat kreeg. Martijn bleek een verstopte kransslagader te hebben. Hij heeft sindsdien een stent, dertig procent van zijn hart is afgestorven. “Ik was veertig, net voor mezelf begonnen als stoffeerder. Wat kon mij nu over komen? En toen lag ik daar, in mijn badjas, op de bank. Als ik erover praat word ik weer emotioneel. Het is me inmiddels zo vaak verteld, dat ik me er een voorstelling van kan maken, maar eigenlijk is die hele periode daarvoor en het traject daarna gewoon een blur. Ik werd na twaalf dagen coma verward wakker. Mijn vriendin Daan heeft dagenlang tegen me lopen praten en voor me gezongen, maar de enige zin die ik me herinnerde was van mijn moeder: ‘Jongen, alles komt goed.’ Komt misschien omdat ik Daan pas twee jaar kende. Dan is je moeder een houvast. Het drong niet tot mij door dat ik hersenletsel had. Je denkt gewoon: het hart doet het weer en verder sta je nergens bij stil. Na vijf maanden revalidatie zou ik wel weer op mijn oude niveau verder gaan. Ik had altijd mijn eigen boontjes gedopt, dus dat leven pakte ik weer op. Dat ging niet, en dat maakte me opstandig. Het werd thuis één grote strijd. Pas toen ik besefte dat ik hulp nodig had, brak ik. Daan en ik zijn maandenlang goed begeleid door maatschappelijk werk, ook op het relationele vlak. We hadden zo veel op de planning: boerderijtje, kindje. We kwamen opeens in financieel zwaar weer en dat was slopend. Ik ben op mezelf gaan wonen en hierdoor hebben we onze relatie kunnen redden. Ik heb nu mijn eigen plek waar ik op terug kan vallen. Daar komt geen prikkel binnen en dan kom ik tot rust. Mijn kortetermijngeheugen is een puinhoop. Maar ook de daadkracht is weg: ik kan heel goed fantaseren en dingen bedenken, maar ze niet uitvoeren. Inmiddels heb ik een soort langetermijnplan: op mijn vijftigste moet ik alles geaccepteerd hebben en weer in balans zijn. Dan ben ik tevreden en kan ik wellicht een paar uur per week weer wat betekenen voor de maatschappij. Ik heb de dromen van een man van veertig, maar moet het leven leiden van een oude man. Me daarbij neerleggen, vind ik moeilijk, dat blijft een continu gevecht. Ik denk nooit meer: was ik er maar in gebleven, wel eens: wat stelt het allemaal nog voor. Als persoon ben ik veranderd, ook wel in positieve zin. Ik ben een zachter mens geworden. Wat ik het meest mis: niks gaat meer vanzelf, bij alles moet ik nadenken. Die vanzelfsprekendheid van dingen waarbij je vroeger niet eens stilstond. Van alles wat ik doe, geniet ik nu wel heel bewust.” 25 WOENSDAG 27 JULI 2016 23.40 UUR

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication