10

Hij keek naar het bed. De lakens zagen er al net zo gestreken uit als zijn pyjama en leken bovendien strak van de stijfsel te staan. “Ga er maar lekker in, jongen,” sprak zuster Kenau. “We zullen goed voor je zorgen.” Het waren slechts tien stappen van de deur naar het bed. Moeizaam strompelde René erheen. Al gauw viel hij uitgeput in slaap. “Gauw beter worden… vakantie,” waren zijn laatste gedachten. Twee uur later werd hij gewekt door een magere arts met zwart stekeltjeshaar. De man droeg een bril met glazen waarvan René zich, ondanks zijn ellendigheid, afvroeg of dat borrelglaasjes waren. “Zijn die voor de jonge jenever?” vroeg hij, terwijl hij ernaar wees. De vraag was eruit voor hij er zelf erg in had. Jammer genoeg had de beste man geen greintje gevoel voor humor en sloeg zichtbaar gepikeerd de lakens van het bed open. “Geen grapjes, snotjong, doe je armen omhoog!” Zijn stem had een vreemd krakend piepje. Zwijgend gehoorzaamde René. Wat een hork, dacht hij. “Nu je rechterbeen!” commandeerde de arts. Het lukte René niet. “Linkerbeen!” luidde het volgend bevel. De benen van René bleven krachteloos liggen. “Ik kan het niet,” verklaarde René. “Au!” De naald, waarmee de bebrilde stekelarts hem stak, voelde hij helaas wel. Maar bewegen ging nog steeds niet. “Ik weet genoeg,” zei de arts en de man vertrok weer, zonder afscheid te nemen. Die zie ik liever voorlopig niet meer terug, bedacht René en legde zijn hoofd terug op het kussen. Hij had pijn, overal in zijn lijf maar vooral in zijn hoofd en rug. Geen haar op zijn hoofd overwoog om dat aan die arts te vertellen. Opeens hoorde hij bekende stemmen. Hij keek naar de deur en zag nog net de lange magere rug van die vervelende arts. De man stond te praten… over hem. René sloot zijn ogen en spitste zijn oren. De irritante piepstem was duidelijk hoorbaar. 10

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication