10

leuk geweest. De pootballers hadden steeds met hun bal zijn tuintje omvergeschopt of waren door zijn zandtekeningen gerend. Daar waren ze mee begonnen, nadat zijn zogenaamde vriend Ivan, Cas had beschuldigd van het stelen van de lievelingssteen van de juf. Maar Ivan, die valse vriend, had die steen zelf gestolen! Helaas wilde niemand Cas geloven, zelfs de juf niet. Daarom deed Cas nu alles alleen. Vrienden kon je niet vertrouwen. Vandaag wilde Cas leren om vuur te spugen, terwijl hij vloog. Dan zou hij pas een echte draak zijn! Maar eerst ging hij ontbijten. Bij het ontbijt zei de vader van Cas: ‘Er is bijna geen vuursteen meer, omdat je zo veel hebt geoefend met vuurspugen. Ik ga onze voorraad aanvullen. Wat ga jij vandaag doen, Cas?’ Cas slokte nog een gebraden kippetje in één hap op voor hij zei: ‘Ik ga vandaag vliegend vuurspugen.’ Daarna schrokte hij een gebakken vis naar binnen. ‘Mag ik nog een ham, mam?’ Hij keek hebberig naar de ham die in de haard hing. ‘Vooruit dan maar, als je goed kauwt.’ Zijn moeder stak haar poot op. ‘En je groentes opeet. Groene draakjes hebben groentes nodig om te groeien.’ Cas vroeg zich af of oranje draakjes dan oranjes moesten eten, zoals worteltjes of sinaasappels. En aten gele draakjes geeltjes? Hij keek met opgetrokken neus naar de bak spruitjes voor hem. Hij had een hekel aan de groentes die hij bij zijn ontbijt moest eten. Vooral aan spruitjes en spinazie. Hij kon niet wachten tot hij groot was. Volwassen draken aten alleen vlees. Cas hield zijn neus dicht en gooide de spruitjes in zijn bek. Snel slikte hij alles door. Hij rilde en 10

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication