De vlam schoot naar zijn vaders staart en stak die in brand. Zijn vader zwiepte zo heftig met zijn staart in het rond om de vlammen uit te krijgen dat de andere helft van het bos omging. Dus oefende Cas nu liever in zijn eentje. Hij verbrandde drie bomen, zette vier bergtoppen in de fik en verdampte vijf meertjes voor hij het een beetje onder de knie had. Of beter gezegd: onder de tong. Vuurspugen is ook erg moeilijk. Eerst moest Cas genoeg vuursteen kauwen en daarbij niet op zijn tong bijten, want daarmee verbrandde hij de eerste boom. Daarna moest hij het vuursteen gruis in zijn tweede maag laten vallen. Niet in zijn eerste maag, want die is voor gewoon eten. Toen dat toch gebeurde, verdampte hij een meertje. Het is heel pijnlijk als je vuursteengruis in je eerste maag krijgt. Om een vonk te maken, moest hij boeren en tegelijkertijd met zijn tanden knarsen. Dat is niet gemakkelijk, probeer het maar. En hij moest op het goede moment zijn mond wijd opendoen. Toen hij dat vergat, deed zijn mond zo zeer dat hij van schrik een bergtop in de fik zette. Maar het moeilijkste was om te leren richten met zijn kop en de grootte van de vlam regelen met zijn adem. Vandaar dat Cas nog twee bomen, drie bergtoppen en vier meertjes verwoestte voor hij dat goed kon. Eigenlijk had Cas op school moeten leren vuurspugen, maar hij was verhuisd voordat ze daaraan waren begonnen. Hij woonde nu te ver van school vandaan en kon er niet meer naartoe. Maar dat vond Cas fijn. Op school was het de laatste tijd helemaal niet 9
10 Online Touch Home