– en wat niet al. Eigenlijk moeten we zelfs moeite doen om ons de geschiedenis in haar voortdurende beweging van het lijf te houden. In coronatijd is dat al helemaal duidelijk geworden. We zijn – anders dan veel sociologen en marketingmensen ons willen doen geloven – geen atomaire, zelfbepalende individuen maar met al onze vezels verbonden met de samenleving om ons heen. Ook waar we denken veel individualistischer te (kunnen) zijn dan vorige generaties, zijn we dat wel met zijn allen – en is die gedachte zelf dus ingebed in een collectieve beweging. Binnen die grotere bewegingen hebben we wel degelijk altijd eigen speelruimte. We hoeven ons niet willoos in de maalstroom van de tijd mee te laten sleuren. We kunnen ten eerste nuchter blijven en steeds proberen een heldere afweging te maken tussen enerzijds wat goed was en goed gaat in de manier waarop we zaken eerder organiseerden en anderzijds de nieuwe, vaak nog onbeproefde, inzichten die met messiaanse ijver over ons uitgestort worden. Terwijl veel zogeheten ‘managers’ het als hun hoogste roeping beschouwen om de laatste mode te verwerken in het beleid van een organisatie – omdat ze toch meer willen doen dan ‘op de winkel passen’ – hebben in de afgelopen jaren veel professionals in de zorg, het onderwijs en binnen het overheidsapparaat getracht dit nuchtere tegenwicht te vormen. Wordt ons onderwijs echt beter van de laatste inzichten die een paar jonge ambtenaren met een studie onderwijskunde en nul onderwijservaring in Den Haag zijn gaan verkondigen? Wordt de zorg beter van een steeds verdergaande protocollering? Is de publieke zaak wel in goede handen bij ambtenaren die met kwan10
11 Online Touch Home