12

Ik hoop dat ze het waardeert dat we er gezamenlijk naartoe gaan. Maar dat uitspreken doet ze niet. Voorafgaand aan deze sterfdag doe ik al een paar dagen mijn best om telefonisch contact met mijn moeder te krijgen. Ik wil met haar afstemmen hoe laat zij erheen zou willen gaan. Mijn telefoontjes worden niet beantwoord. Ik wil toch zeker weten of ze mee wil. Daarom rijd ik, voordat ik naar de begraafplaats ga, eerst nog langs haar huis. Het maakt me ongerust dat ik niets van haar heb gehoord. Als ik voor haar deur sta en aanbel, hoor ik het geluid van de deurbel klinken maar ik zie geen enkel teken van leven in huis. Voor de zekerheid bel ik nogmaals aan. Opnieuw is er geen reactie. Toch meen ik op de eerste verdieping haar vitrage licht te zien bewegen. Ik bel haar op haar vaste telefoon en hoor de telefoon overgaan. Daarna probeer ik haar op haar mobiel te bereiken. Opnieuw krijg ik geen gehoor. Vertwijfeld sta ik bij haar deur. Bewoog de vitrage zojuist door een vleugje wind of bewoog het omdat zij zich erachter verscholen houdt? Ik ga alleen naar de begraafplaats. Daar dwalen mijn gedachten voortdurend af naar mijn jeugd en voel ik me neerslachtig worden. ‘s Middags belt mijn moeder mij thuis op. Ik ben er op dat moment niet. Mijn man, Marc, neemt de telefoon op. Mijn moeder geeft aan dat ze de volgende dag om 16.00 uur op bezoek wil komen. Haar huis en het onze liggen drie kilometer van elkaar vandaan. De laatste paar jaar vindt zij die afstand zelfs met haar elektrische fiets te ver om te overbruggen. Omdat zij al heel lang geen auto meer rijdt, is zij voor vervoer afhankelijk van anderen. Meestal halen en brengen wij haar in dit soort situaties. Daarom 12

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication