32

V roeger floten de bergmarmotten nog niet. Nee, zij piepten naar elkaar. In dat ene jaar, lang geleden, wist een marmottenmeisje toen zij na de winterslaap weer buitenkwam dat ze niet bij de familie wilde blijven. Ze was nieuwsgierig, wilde de wereld ontdekken en was vastbesloten te gaan zwerven. Iedereen had hier moeite mee, want marmottenfamilies blijven altijd samen en zorgen tot in de dood voor elkaar. Maar ze volgde haar hart en vertrok. Ze ging bergopwaarts, ontmoette gemzen en steenbokken. Zielsgelukkig was ze. In dat jaar waren nieuwe bewoners in de bergen komen wonen, de steenarenden. Op een hooggelegen rotsrichel hadden zij hun nest gemaakt. Toen het marmottenmeisje hier aankwam, zag zij in het nest een jongen met glanzende bruine ogen, goudkleurige veren en een brede borst. Ze voelde vlinders in haar buik. De twee jonge dieren raakten aan de praat en de vonk sloeg over. De ouders zagen de verliefdheid van het jonge stel en het meisje mocht blijven. De jonge arend kreeg vliegles en zij mocht mee. Ze zat op zijn sterke rug en samen cirkelden ze hoger en hoger in de warme lucht. Ze zagen watervallen, berghellingen vol gele en roze bloemen en beneden in het dal stroomde een rivier met lichtblauw melkachtig water. Tijdens het vliegen maakten de grote vogels klagende korte fluitgeluiden. De jonge marmot probeerde dit na te doen en ze wist het tot een korte scherpe fluit te brengen.

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication