Zijn vrouw was er minder gelukkig mee. Die zat de hele dag alleen thuis het broedsel zoet te houden. Als het zeepaard thuis was, lag hij chagrijnig op de bank en moest het broedsel stil zijn. Als dat niet gebeurde, vloekte hij het broedsel stijf of liet hij zijn losse staart wapperen. Iedereen, zijn vrouw incluis, was bang voor hem. Nadat het zeepaard voor de tigste keer thuis de beest had uitgehangen, ging zijn vrouw klagen bij de schepper. Deze kon niet tegen klagende vrouwen en overmatig drankgebruik en besloot dus tot een rigoureuze maatregel: uitwisseling van geest tussen het zeepaardvrouwtje en het zeepaardmannetje. Sindsdien vechten biologisch gezien bij het zeepaard de vrouwtjes om de mannetjes en zorgen de mannetjes voor het broedsel. Het enige wat niet is veranderd, is dat hij of zij – het is maar hoe je het bekijkt – er in de kroeg nog steeds lustig op los rijmt. Het zicht beperkt huil ik tranen van zout Zwevend langs de grens van mijn bestaan Droom ik mij een wereld van lucht Schreeuw ik mijn longen vol Met sterrenstof en maanlicht Droom ik mij een rit in een achtbaan De zon in het gezicht Bert Reigor
38 Online Touch Home