5

HEUVELBODE Upbergen =Upbergen in Nederland, hoogmakerij op de fiets= Ringklimfusie Klimproduct Alpering Klimroute Clustering Stijging min (%) 1,00 0,50 0,50 Stijging max (%) 4,00 2,00 1,50 Zowel klimringen als beklimmingen kunnen, al dan niet door elkaar, gebruikt worden als bouwstenen van klimproducten. Het cement tussen beklimmingen wordt meestal gevormd door de verbindende verzameling klimstroken, valsvlakken en platbodems genaamd het Groubaix, als verarmd restant van een gefuseerde klimring. Alperingen stapelen zoveel mogelijk aaneengesloten klimstroken, terwijl clusteringen passende klimringen combineren en zo structuur geven aan een hoogmakerij. Formules klimlading Zwitsalp Bij goed opgemeten beklimmingen en klimroutes kun je de klimlading berekenen met enkel het hoogteverschil en de lengte. Neem hiervoor bij beklimmingen het product van 220 (= 200 * 1,1) en het hoogteverschil in het kwadraat en deel dit door de lengte. Bij klimroutes gebruik je factor 1,9 om de klimlading te schatten (200 * 1,9 = 380). Het getal zegt iets over hoe zwaar een beklimming of klimroute op papier is, want de praktische moeilijkheidsgraad is namelijk ook afhankelijk van de snelheid. » ZWI_klim = 220 * H² / L » ZWI_route = 380 * H² / L Mergelp Bij een klimroute in de duinen ligt minimaal de helft van alle hoogtemeters als een matig gefuseerde klimring onder de beklimmingen in het Groubaix. Naast de som van de klimlading van alle beklimmingen met afdalingen, schat je ook de klimlading van het Groubaix, met een gestelde stijging van de klimstroken van 1,58 %. De moeilijk te isoleren beklimmingen in de duinen vergroten de weerstand tegen de klimstroom. In de praktijk blijkt deze 2,7, tegen 1,9 op de stuwwal (200 * 2,7 = 540). » MGL = 540 * H² / L – 5 – R.J. Duchateau 2020

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication