47

Stapsgewijze diagnose We nemen eerst samen met de autotechnicus de voorgeschiedenis door. Vervolgens beginnen we samen met de autotechnicus aan een stapsgewijze diagnose. Na elke stap trekken we een conclusie en bepalen we de volgende stap van het diagnosetraject. Stap 1 De eerste stap bij diagnose stellen is altijd: gaat het om een bekend probleem? Wanneer je zoekt naar een probleem dat eerder door iemand anders is opgespoord en opgelost, dan is dat jammer van de tijd. Bekende problemen worden door de fabrikant vaak beschreven in technische service bulletins (TSB’s). Om deze in te zien, heb je toegang tot het online portaal van de fabrikant nodig. Bij oudere auto’s steekt de fabrikant meestal geen energie meer in het maken van TSB’s. AutoNiveau Solutions Pro is een waardevol aftermarket TSB-systeem. In AutoNiveau Solutions Pro worden bekende problemen gedocumenteerd en bijgehouden, van nieuwere en van oudere voertuigen. Omdat de garagehouder geen gebruik maakt van deze bronnen, zoekt de helpdeskmedewerker van AutoNiveau eerst naar bekende problemen. In AutoNiveau Solutions Pro vindt hij aan de hand van het kenteken en de foutcodes een TSB. In het betreffende TSB wordt verwezen naar een mogelijke lekkage in een specifieke slang die onderdeel is van de carterventilatie. Dit zou een oorzaak kunnen zijn van deze klacht. De monteur controleert de carterventilatie nauwkeurig maar vindt geen lekkage. Conclusie na stap 1 Een bekend probleem met de carterventilatie is niet de oorzaak van deze storing. Stap 2 Nu wordt het zaak om te kijken naar wat er precies in de mengselregeling gebeurt. Om een duidelijk beeld te krijgen, adviseren we een viergasmeting te doen en daarbij ook de fueltrims en de pompstroom van de breedband-lambdasonde onder EOBD uit te lezen. motormanagement op de lambdasonde. Wanneer de lambdasonde een arm mengsel (zuurstof) ziet dan zal de SFT positief zijn. Wanneer de lambdasonde vervolgens een rijk mengsel constateert dan zal de SFT weer negatief zijn. De SFT van +25% geeft aan dat het motormanagement op basis van de lambdasonde nog 25% extra verrijkt. De SFT loopt tegen de grens van zijn regelbereik aan. Dit is de reden voor de foutcodes. De pompstroom van de breedbandlambdasonde is in de motorregeleenheid uit te lezen onder EOBD. In dit geval constateert de autotechnicus dat de gebruikte diagnosetester deze meetwaarde via EOBD bij dit voertuig niet weergeeft. De pompstroom is om onduidelijke reden niet uit te lezen. De viergasmeting tijdens de storing. De EOBD meetwaarden: Long term fueltrim (LFT) +20%, Short term fueltrim (SFT) +25% stabiel. Aan de viergasmeting is te zien dat het mengsel op dit moment rijk is. De Long term fueltrim (LFT) is de ingeleerde mengselaanpassing. De LFT van +20% geeft aan dat het motormanagement het mengsel standaard al 20% verrijkt. De Short term fueltrim (SFT) is de directe reactie van het Conclusie na stap 2 De eerste viergasmeting maakt duidelijk dat het mengsel te rijk is. Het motormanagement verrijkt het mengsel bewust. Dit blijkt Bovendien wordt de Short term uit de fueltrims. fueltrim niet negatief. Hieruit valt af te leiden dat het mengsel, ondanks de verrijking, nog steeds als arm wordt gezien. De meting van de mengselsamenstelling gaat niet goed. 47

48 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication