10

Levensverzekeringen worden sedert jaar en dag gebruikt als middel om ervoor te zorgen dat de financiële stabiliteit van het gezin wordt gewaarborgd bij overlijden van (één van) de echtgenoten of ouders. Voor, bij of na het overlijden van de verzekerde wordt het verzekerd kapitaal uitbetaald aan de aangewezen begunsgde. Die begunsgde is dikwijls de echtgeno(o)t(e) en/of de kinderen van de verzekeringnemer. Maar hoe zit het voor de erelasng? Wanneer wordt de begunsgde belast op de uitkering? Erelasng op kapitaal levensverzekering Ondanks het feit dat het uitgekeerde kapitaal bij een levensverzekering geen verkrijging uit de nalatenschap is, maar voortvloeit uit een contract, wordt dit ingevolge een ficebepaling (art. 8 van het Waals en Brussels Wetboek Successierechten en art. 2.7.1.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit) fiscaal toch gelijkgesteld met het verkrijgen van een legaat uit de nalatenschap van de erflater. Bijgevolg is hierop erelasng (of successierechten) verschuldigd ingevolge het overlijden van de verzekeringnemer. Bij levensverzekeringen kan het zijn dat het verzekerd kapitaal pas enige jd na het overlijden van de erflater wordt uitgekeerd aan de begunsgde of kan worden afgekocht door de (nieuwe) verzekeringnemer. In het verleden bestond in de drie gewesten de regel dat de erelasng meteen verschuldigd was bij het overlijden van de verzekeringnemer, nieegenstaande het feit dat het kapitaal op dat ogenblik mogelijk nog niet was uitgekeerd. In het Vlaamse gewest is dit gewijzigd voor overlijdens op of na 1 januari 2017: sindsdien wordt de erelasng pas geheven op het moment van de werkelijke aoop of uitkering (na het overlijden van de erflater). Op dat ogenblik moet een nieuwe aangie worden ingediend en zal dit aanleiding geven tot de heffing van erelasng. In navolging van de Vlaamse regelgeving hebben zowel de Waalse decreetgever (voor overlijdens op of na 1 januari 2022) als de Brusselse ordonnanegever (voor overlijdens op of na 11 augustus 2022) een parallelle regeling ingevoerd. Hierdoor is de regeling in de drie gewesten gelijk: de sommen worden pas belast op het moment van de aoop of uitkering, met andere woorden pas wanneer de begunsgde(n)/ belasngplichge(n) effecef de gelden hee/hebben ontvangen en niet louter door het feit dat de begunsgde gerechgd is om deze sommen in de toekomst te ontvangen. De erelasng hierop kan enigszins gedrukt worden door de voorafgaande schenking van het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Hierbij schenkt de verzekeringnemer rechtstreeks zijn rechten als verzekeringnemer (m.i.v. het recht op aoop en aanduiding van de begunsgde) uit het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 10

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication