11

‘Verzekeringsgi’ De erelasng hierop kan enigszins gedrukt worden door de voorafgaande schenking van het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Hierbij schenkt de verzekeringnemer rechtstreeks zijn rechten als verzekeringnemer (m.i.v. het recht op aoop en aanduiding van de begunsgde) uit het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Deze techniek is in de prakjk beter gekend onder de term ‘verzekeringsgi’. Stel er wordt een polis geschonken aan de begunsgden met – op het ogenblik van de schenking – een aoopwaarde van 100. Nadien overlijdt de verzekeringnemer en keert de polis uit aan de begunsgde voor 150. Er zal nog erelasng verschuldigd zijn op 50. Ook de Waalse (vanaf 1 januari 2022) en Brusselse decreetgever (vanaf 11 augustus 2022) is de Vlaamse decreetgever hierin gevolgd. Daar waar tot voor kort een verzekeringsgi in het Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest de polis wel degelijk omvormde van een beding ten behoeve van een derde naar een beding ten behoeve van zichzelf (aldus vrij van erelasng), is deze techniek in geen van de drie gewesten nog een techniek om volledig te ontsnappen aan erelasng. De voorafgaande schenking jdens het leven van de iniële verzekeringnemer belet evenwel niet dat er naderhand alsnog erelasng wordt geheven. Het beding ten behoeve van een derde blij ook na de verzekeringsgi deze kwalificae behouden (vermits het tegenbewijs niet kan worden geleverd door aan te tonen dat het contract aan de begunsgde wordt geschonken). De Vlaamse decreetgever voorziet (sedert 1 januari 2017) dat er bij de heffing van de erelasng wel rekening gehouden wordt met de reeds gedane verzekeringsgi door de vermindering van de belastbare grondslag in de erelasng ten belope van de belastbare grondslag waarover schenkbelasng werd betaald. Samengevat wordt er sindsdien enkel erelasng geheven op de aangroei/waardevermeerdering van de polis tussen de schenking en het moment van aoop/ uitkering. Kortom, het Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest belasten levensverzekeringen sedert 2022 op eenzelfde wijze in de erelasng/successierechten. De taxae wordt uitgesteld tot op het ogenblik waarop de begunsgde effecef het geldelijk voordeel bekomt (ook wanneer dit gebeurt na het overlijden van de erflater) en de verzekeringsgi vormt een beding ten behoeve van een derde niet om naar een beding ten behoeve van zichzelf waardoor de begunsgde van het contract niet volledig zal ontsnappen aan de heffing van erelasng/successierechten. Bron & dank aan Cazimir Advocaten NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication