0

UW PROFESSIONELE LINK NAAR DE TOEKOMST! N I E UW S B R I E F K VA B B – C R E C C B KON I NK L I J KE VER EN I G I NG VAN DE AC COUNT ANT S EN DE B E L A S T I NGADV I S EUR S VAN B E LG I Ë 1 MAART 2023 NUMMER : 02 . 2023 LEDEN LIDMAATSCHAP = ALLE WEBINARS GRATIS LIDGELD: 420 € ALLE OPLEIDINGEN 2023 Vanaf pagina. 19 K O N I N K L I J K E V E R E N I G I N G V A N D E A C C O U N T A N T S E N D E B E L A S T I N G A D V I S E U R S V A N B E L G I Ë IN DIT NUMMER Bischoffsheimlaan 33 1000 BRUSSEL Maurice Verdoncklaan 57 9050 GENTBRUGGE Telefoon: +32 900 10 465 E-mail: info@kvabb.org Voorwoord Bezwaartermijnen inkomstenbelasngen in digitale jden Onbelast schenken van aandelen op naam Gedeeltelijke btw-arek volgens de regel van het werkelijk gebruik Gelijke regels inzake erelasng op uitkeringen levensverzekering Niet aangie van buitenlandse inkomsten: geen bewijs van kwaad opzet NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 1 Een bankgi in grensoverschrijdende context Pagina 02 Pagina’s 03 - 05 Pagina 06 Pagina’s 07 - 09 Pagina’s 10 - 11 Pagina’s 12 - 13 Pagina’s 14 - 17 “ De erelasng hierop kan enigszins gedrukt worden door de voorafgaande schenking van het levensverzekeringscontract aan de begunsgde.”

C O L O F O N KVABB - CRECCB Bischoffsheimlaan 33 1000 BRUSSEL +32 900 10 465 info@kvabb.org V.U. Ludo Van den Bossche Geachte, De grote vraag die vandaag luidt is: Was de fusie wel een fusie en geen overname? En moet er inderdaad veel geld uitgegeven worden? Bij het fusieproces was er sprake van ‘voordelen’ zoals creae van een gezamenlijke hogere waarde, synergie, schaalvoordelen, kosten-efficiëne, lagere overheadkosten, gebundelde krachten enz. Maar bij een fusie zijn er ook ‘nadelen’, zoals de extra kosten die de fusie met zich mee brengt. Normaal matchten de beide instuten goed met elkaar. Er is nog de vraag of dit ook gold voor het personeel. Bij een fusie is er een belangrijk aandachtspunt dat bedrijven nogal eens over het hoofd zien: de werknemers. Ze verdienen alle aandacht, niet alleen jdens het fusieproces maar ook bij het eindresultaat. We stellen vast dat 80 % van het oude BIBF personeel hee afgehaakt. Daaruit kunnen we concluderen dat beide instuten toch niet zo goed matchten. Er zijn nu ook reeds een aantal personeelsleden van het oude IDAC die aaken. Maar als we posief blijven, zou dit de normale gang van zaken zijn. Of zou er toch iets anders achter zien? Is de leiding wel echt geschikt? Als buitenstaander hoor ik heel wat negaeve reaces dat het personeel alleen maar mag ja knikken en geen inbreng hee. Zelf heb ik de indruk dat de fusie een ‘overname’ is geworden en dat het acva en de geldmiddelen van het BIBF sllaan aan het verdwijnen zijn. Toen ik samen met JeanPhilippe (beiden accountant) het BIBF opriche, hadden we, met de toestemming van de inmiddels overleden voorzier Crockaert en Roger Vandelanoe, de bedoeling een instuut op te richten om een monopolie voor het beroep te verkrijgen. Deze opzet was goed gelukt, daar waar het toenmalige instuut van accountants nog niet in geslaagd was. Wij hebben ook willen aantonen dat we een instuut konden beheren als een goed huisvader. Als u de laatste balans van het BIBF raadpleegt, zal u zien dat er een onroerend goed ter waarde van 3.107.296 € in de balans stond genoteerd en een geldbelegging van 1.940.575 € en 831.026 € aan liquide middelen beschikbaar was. We stellen nu vast dat er in het nieuwe instuut een ‘verarming’ aan het gebeuren is. Het onroerend goed is verkocht en er zijn veel gelden weggevloeid naar nieuwe computers voor iedereen en programma-ontwikkelingen en werkgroepen. Er zijn een aantal programma’s ontwikkeld die dan verkocht worden aan de leden. Hierbij moeten we de vraag stellen: moet het instuut programma ‘s laten ontwikkelen en deze dan commercialiseren? Hier hebben de leden dan toch geen voordeel aan. Ik zou zeggen alleen één nadeel, want die ontwikkelingskosten lopen hoog op en de leden moeten daardoor onrechtstreeks hogere lidgelden gaan betalen. Strookt dat met een beheer als goede huisvader? Het instuut is toch geen commerciële instelling. Het is van cruciaal belang dat jullie dit goed beseffen. Daarom is het aan te raden om deel te nemen aan de Algemene Vergadering en jullie stem uit te brengen. Dit is de enige manier om te zeggen of u wel of niet akkoord bent het gevoerde beleid. Als u niet stemt, gaat u akkoord. We vrezen er echter voor dat het lidgeld zal sjgen en dat bijkomende kosten zullen worden doorgerekend aan de leden. Neem zeker deel aan de algemene vergadering! Ludo Van den Bossche NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 2 KVABB

I MPOSTO-advocaten Jan Sandra en Sarah Vandorpe stellen vast dat de regelgeving voor het indienen van een bezwaarschri rond inkomstenbelasngen te wensen overlaat. Voor een hybride aangetekende zending bijvoorbeeld, is op heden niets bepaald in het wetboek inkomstenbelasngen. Ook andere aspecten hieromtrent, zorgen voor een pak rechtsonzekerheid. Begin- en eindpunt van de bezwaartermijn van 6 maanden Inzake inkomstenbelasngen hee een belasngplichge het recht om een bezwaarschri in te dienen tegen een gevesgde aanslag (art. 366 WIB92). Het bezwaarschri dient te worden ingediend binnen de weelijk bepaalde termijn, zoals voorzien in arkel 371 WIB 92. Uit voornoemd arkel volgt dat een belasngplichge inzake inkomstenbelasngen jdig een bezwaarschri kan indienen binnen de zes maanden – ingeval van fysieke verzending van het aanslagbiljet – te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Wordt de aanslag digitaal verzonden, dan wordt men geacht op datum van verzending kennis te hebben genomen van de aanslag. Bijgevolg komen de drie werkdagen in de termijn dan te vervallen en begint de termijn van 6 maanden meteen te lopen. Het startpunt van de termijn is aldus weelijk bepaald. Een volgende vraag die zich stelt, is wanneer de termijn een einde neemt, of beter wanneer wordt een bezwaarschri geacht te zijn ingediend? Aangetekende zending: datum poststempel is datum van indiening Het derde lid van arkel 371 WIB92, zoals gewijzigd bij wet van 25 april 2014, bepaalt dat indien het bezwaarschri wordt ingediend bij aangetekende brief, de datum van de poststempel op het verzendingsbewijs geldt als datum van de indiening. Voorheen gold binnen de fiscale administrae de opvang dat het bezwaarschri ontvangen moest zijn door de fiscale administrae binnen de bezwaartermijn. Dit had tot gevolg dat een belasngplichge die zijn bezwaarschri indient bij gewone of aangetekende brief niet over de volledige termijn beschikte. De belasngplichge kon immers niet met zekerheid voorzien wanneer de postdiensten het bezwaarschri zouden bezorgen aan de belasngadministrae. Hij moest te allen jde een veiligheidsmarge inbouwen, waardoor de termijn de facto ingekort werd. Uit de voorbereidende werken blijkt dat het derde lid werd toegevoegd aan arkel 371 WIB92 om voornoemde onzekerheid tegemoet te komen. Ingeval een bezwaarschri wordt ingediend via aangetekende zending geldt de verzendingsdatum en niet de datum waarop de fiscus daadwerkelijk kennis neemt van het bezwaarschri. Dit moest ervoor zorgen dat de belasngplichge het bezwaarschri kan indienen met zekerheid over de datum van indiening. De datum van de poststempel op het verzendingsbewijs zou in dat geval als datum van de indiening gelden. Dit is er specifiek op gericht om de berekening van de bezwaartermijn gunsger te laten uitvallen voor de belasngplichge. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 3

Hybride aangetekende zending: datum poststempel zorgt voor nieuwe rechtsonzekerheid De vraag stelt zich of bovenstaande bepaling evenzeer toepasbaar is in een steeds meer gedigitaliseerde maatschappij, waarbij men over allerlei mogelijkheden beschikt om een aangetekende zending in te dienen. Zo bestaat er bijvoorbeeld de mogelijkheid om middels de tussenkomst van een gekwalificeerde verlener van een elektronische aangetekende zending een brief digitaal op te laden, waarna de dienstverlener de aangetekende zending in gematerialiseerde vorm aanbiedt aan de postdiensten. Dit is de zogenaamde hybride aangetekende zending. In het wetboek inkomstenbelasngen is tot op heden voor dit specifieke geval niets bepaald. Het Wetboek van Economisch Recht (verder: WER) bepaalt dienaangaande dat indien een zending aangetekend wordt verstuurd via tussenkomst van een erkende dienstverlener, de datum op het bericht van elektronische aangetekende zending wordt gelijkgesteld met de datum van de deponering van het aangetekend schrijven bij de postdienstverlener voor zover de verzending niet meer door de verzender kan worden gewijzigd of geannuleerd (art. X.II.N2 bijlage II, WER). Een belasngplichge kan er dan rechtmag op vertrouwen dat de aangetekende zending uiterlijk dienstverleners zijn daar immers weelijk toe verplicht op door de Europese eIDAS-verordening, zoals overgenomen in het WER. In een specifiek geval behandeld door ons kantoor werd een aanslag in de vennootschapsbelasng fysiek verzonden op 12/03/2021. De bezwaartermijn begon aldus te lopen op 17/03/2021, te weten de derde werkdag na verzending van het aanslagbiljet. Uit de toepassing van arkel 371 WIB92 volgt dat de bezwaartermijn bijgevolg verstreek op 16/09/2021, namelijk 6 maanden later. Het bezwaarschri werd aangetekend verzonden middels elektronische deponering op het zogenaamde DigiConnect-plaorm (www.aangetekende.email) op 15/09/2021, te weten binnen de bezwaartermijn. Dit plaorm is een erkende eIDAS gekwalificeerde vertrouwensdienst voor elektronische aangetekende zendingen. De belasngplichge kon er aldus rechtmag op vertrouwen dat de aangetekende zending ten laatste op 16/09/2021 – nog steeds binnen de bezwaartermijn – voor verzending in gematerialiseerde vorm aan de postdiensten zou worden aangeboden, dit is uiterlijk de werkdag volgende op de deponering van de elektronische aangetekende zending op het elektronisch plaorm (art. X.II.N2, bijlage II WER). Dit staat ook zo uitdrukkelijk vermeld in de bijkomende algemene voorwaarden van DigiConnect met betrekking tot hybride aangetekende zendingen: “De aansprakelijkheid van Connect Soluons beperkt zich tot de garane dat het gedeponeerde bericht op de gekwalificeerde dienst Aangetekende.email™ wordt afgedrukt en wordt gedeponeerd bij de postale operator (bpost) op de werkdag die volgt op deze van de deponering op de dienst”. de dag volgend op de dag van de deponering van de gekwalificeerde elektronische zending zal worden aangeboden aan de postdiensten. De erkende De datum van de poststempel vermeldt evenwel 17/09/2021, namelijk de tweede dag na deponering van de elektronische zending en buiten de bezwaartermijn. Het bezwaarschri werd door de fiscus afgewezen als laajdig. De fiscus weigert rekening te houden met het afgeleverde verzendingsbewijs door DigiConnect. Daaruit blijkt nochtans dat het bezwaarschri jdig werd verzonden door de belasngplichge. De fiscus weigert hier toepassing te maken van de bepalingen uit het WER inzake de hybride NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 4

aangetekende zending. Door enkel rekening te houden met de datum van de poststempel wordt de bezwaartermijn van de belasngplichge opnieuw de facto ingekort ingeval van de zogenaamde hybride aangetekende zending. Er bestaat aldus opnieuw rechtsonzekerheid voor de belasngplichge: de belasngplichge dient immers opnieuw zelf een veiligheidsmarge in te bouwen. Toekomsge wetswijziging Dat er op heden sprake is van een rechtsonzekerheid lijkt onder meer bevesging te vinden in een voorziene wetswijziging aan het arkel 371 WIB92 (zie wet 26 februari 2021 Wet betreffende de dematerialisae van de relaes tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en ween, B.S. 10 februari 2021). Met ingang van 1/01/2025 zal de datum van het verzendingsbewijs door de gekwalificeerde dienstverlener gelden als datum van de indiening van het bezwaarschri. Tot die jd lijkt de fiscus zich te blijven vastklampen aan de huidige tekst van art. 371 WIB92 waarbij zij de datum van de poststempel hanteert als datum van indiening van het bezwaarschri. Het blij voor de belasngplichge aldus opleen geblazen met de berekening van de bezwaartermijn. De belasngplichge kan best niet wachten tot de laatst nuge dag van de bezwaartermijn voor het indienen van zijn bezwaarschri wil hij discussies omtrent een al dan niet jdige indiening ervan vermijden. Bron: Imposto Advocaten Auteurs: Jan Sandra en Sarah Vandorpe NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 5

S inds 15 december 2020 moeten Belgische belasngplichgen in het buitenland verleden notariële schenkingsaktes in België laten registreren. Bijgevolg zal er in principe steeds schenkbelasng verschuldigd zijn op deze schenkingen. Een zoektocht naar alternaeve technieken dringt zich op. Daarbij rijst de vraag of een notariële akte, en dus de registrae in België, wel nodig is om aandelen op naam te schenken. Notariële schenking van aandelen Over de schenking van aandelen op naam is al veel inkt gevloeid. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat alle schenkingsakten, op straffe van niegheid, voor een notaris moeten worden verleden. Om de daarbij horende fiscale druk wat te temperen, bieden de regionale gunstregimes voor de schenking van aandelen van familiale vennootschappen een oplossing. Voor zover aan alle voorwaarden is voldaan, moet hierop geen schenkbelasng betaald worden. Het Waalse Gewest past een verlaagd 0%tarief toe bij de registrae van deze schenkingen, wat op hetzelfde neerkomt. Voor de vennootschappen die niet aan alle voorwaarden voldoen en dus niet kwalificeren als familiale vennootschappen, blijven alternaeve schenkingsvormen die niet aan de registraeplicht onderhevig zijn van belang. Onrechtstreekse schenking van aandelen aan toonder De handgi en de onrechtstreekse schenking zijn belangrijke door de rechtspraak toegestane uitzonderingen op de notariële schenkingsakte. Toen de aandelen aan toonder nog bestonden, namen velen bijgevolg hun toevlucht tot dit type van aandelen om via een handgi te kunnen schenken. De afschaffing ervan leidde ook tot het einde van de mogelijkheid tot handgi van aandelen. Onrechtstreekse schenking van aandelen op naam? Vervolgens rijst de vraag of aandelen op naam ook onrechtstreeks kunnen worden geschonken. Het hof van beroep te Antwerpen hee eerder al in twee arresten geoordeeld dat aandelen op naam wel degelijk onrechtstreeks geschonken kunnen worden door middel van inschrijving in het aandelenregister. Het loutere feit dat het aandelenregister is ondertekend door de beide parjen, maakt van dit register volgens het hof nog geen schenkingsakte, die verplicht voor een notaris moet worden verleden. Gebaseerd op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek concludeert het hof dat de overdracht louter consensueel gebeurt en de overschrijving in het aandelenregister de loutere bevesging/ uitvoering is van de eerder gedane overdracht. Recent hee het hof nog eens uitdrukkelijk bevesgd dat het, ondanks bepaalde andersluidende meningen in de rechtsleer, nog steeds van oordeel is dat aandelen op die manier kunnen worden geschonken. Gevolg Dat een hoger rechtscollege deze vorm van onrechtstreekse schenking blij aanvaarden, is belangrijk en laat de deur zonder twijfel open. Hoewel op deze onrechtstreekse schenkingen geen schenkbelasng verschuldigd is, moet worden benadrukt dat er wel erelasng zal verschuldigd zijn als de schenker binnen de drie jaar (of vijf jaar in het Waalse Gewest) overlijdt. Blij de schenker gedurende die periode verder leven, dan is er ook geen erelasng verschuldigd. Het is wel belangrijk dat dergelijke schenkingen met de nodige voorzichgheid en omkadering gebeuren. Tussen de parjen moet er ook een zogenaamd ‘pacte adjoint’ worden gesloten ter bevesging van de gedane schenking. In dit document kunnen ook bepaalde voorwaarden aan de schenking gekoppeld worden. Besluit Het komt er op neer om in iedere concrete situae na te gaan wat de beste manier zal zijn om de aandelen van uw vennootschap over te dragen aan, bijvoorbeeld, de volgende generae. Een grondige analyse en een oplossing op maat zijn daarbij van cruciaal belang! Auteur: Mark Delboo – Delboovocaten NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 6

V ia de wet van 27 december 2021 geldt vanaf 1 januari 2023 t.a.v. gemengde en gedeeltelijke belasngplichgen een nieuwe procedure voor de uitoefening van de btw-arek op basis van de regel van het werkelijk gebruik. Een nieuw KB van 26 oktober 2022 bepaalt nu in detail de uitvoeringsmaatregelen voor deze nieuwe procedure. Deze nieuwe regelgeving zal een belangrijke impact hebben voor alle sectoren met gemengde of gedeeltelijke btw-plicht, zoals onder meer vastgoed, financiële dienstverlening, overheden, onderwijs, medische dienstverlening, holdings, … Wat wijzigt er voor de regel van het werkelijk gebruik? De toepassing van de regel van het werkelijk gebruik bij gemengde of gedeeltelijke btw-plicht houdt in dat de btw-arek in eerste instane wordt bepaald door de allocae van kosten aan de onderscheiden acviteiten (in tegenstelling tot een algemeen verhoudingsgetal, waar op basis van omzet de btw-arek m.b.t. alle kosten wordt bepaald). De huidige regels schrijven voor dat een belasngplichge die het recht op arek van btw wenst uit te oefenen volgens de regel van het werkelijk gebruik, een schrielijk verzoek moet richten aan de bevoegde btw-controle. Op basis van rechtspraak kan dergelijk verzoek ook achteraf worden ingediend. De wet van 27 december 2021 past dit mechanisme aan: vanaf 1 januari 2023 is een voorafgaande kennisgeving verplicht. Het KB van 26 oktober bepaalt nu in detail hoe deze nieuwe regels moeten worden toegepast. We vaen de voornaamste elementen hierna samen: · De voorafgaande kennisgeving moet via elektronische weg (via formulier E604A of E604B) ingediend worden vóór het einde van het eerste aangiejdperk van het lopende kalenderjaar of het eerste aangiejdperk bij aanvang of wijziging van de acviteit. De kennisgeving hee uitwerking op 1 januari van het lopende kalenderjaar of vanaf de eerste dag van de aangieperiode volgend op de aanvang of wijziging van de acviteit. · De belasngplichge moet bovendien via Intervat gedetailleerde info meedelen over de wijze van de uitoefening van het recht op arek van de btw bij de indiening van btw-aangie van het eerste kwartaal of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar (onder meer info m.b.t. het vorige algemene verhoudingsgetal, percentages toerekening kosten aan de verschillende bedrijfsafdelingen, bijzondere verhoudingsgetallen). · Belangrijk: indien de kennisgeving en/of mededeling van de gevraagde info niet jdig gebeurt, kan de regel van het werkelijk gebruik ten vroegste worden uitgeoefend vanaf 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Een retroaceve toepassing wordt de facto uitgesloten. · Belasngplichgen kunnen terug overschakelen naar een algemeen verhoudingsgetal maar dit ten vroegste op 31 december van het derde jaar volgend op de datum van de uitwerking van de eerdere kennisgeving. Deze beëindiging (al dan niet geheel of gedeeltelijk) vereist een kennisgeving die pas uitwerking krijgt op 1 januari van het jaar volgend op deze kennisgeving. · De administrae verstuurt enkel een ontvangstbevesging, i.e. geen goedkeuring, m.b.t. de kennisgeving voor de toepassing of stopzeng van de regel van het werkelijk gebruik. De administrae hee evenwel het recht om de voorgestelde werkwijze inzake de uitoefening van de btw-arek te weigeren tot 31 december van het jaar volgende op het jaar waarin de iniële kennisgeving uitwerking hee gehad, met retroaceve uitwerking. Bovendien behoudt de NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 7

administrae zich het recht voor om onder de normale verjaringstermijnen de uitoefening van het recht op arek te controleren. · De administrae kan zelf de toepassing van de regel van het werkelijk gebruik opleggen via een gemoveerde beslissing, per aangetekende brief, die uitwerking hee vanaf de eerste dag van het betreffende aangiejdvak. Maar deze beslissing kan retroacef uitwerking hebben indien de administrae van oordeel is dat de gegevens in de aangie van aanvang of wijziging van acviteit of aanvraag van een btw-eenheid onjuist zijn. Via circulaire kan een bedrijfssector of groep belasngplichgen verplicht worden de regel van het werkelijk gebruik toe te passen. Zoals al in de wet wordt voorzien: belasngplichgen die per 31 december 2022 reeds de regel van het werkelijk gebruik toepassen, moeten vóór 1 juli 2023 een kennisgeving en mededeling van de gevraagde gegevens doen waarin de toepassing van de regel van het werkelijk gebruik bevesgd wordt. We merken op dat de termijn in het KB afwijkt van de termijn in de wet (vóór 30 juni 2023). Gevolgen en aandachtspunten Deze nieuwe bepalingen zullen een belangrijke impact hebben voor de prakjk. Zoals aangegeven zal een retroaceve toepassing van de regel van het werkelijk gebruik volgens de nieuwe regels niet langer mogelijk zijn, wat de mogelijkheden van belasngplichgen in belangrijke mate beperkt. Wanneer bv. bij een controle blijkt dat een onderneming een verdoken gemengde btwplichge is die geen 100% recht op arek kan uitoefenen, zal de administrae in principe een algemeen verhoudingsgetal opleggen en kan de regel van het werkelijk gebruik niet langer worden ingeroepen voor het verleden om de impact op het recht op arek bij de belasngplichge te magen. De nieuwe regels maken dit alles ook veel formalisscher. Bv. bij wijziging van een acviteit vereist dit een jdige en correcte indiening van het formulier E604B, om te vermijden dat men de regel van het werkelijk gebruik pas het daaropvolgend kalenderjaar kan toepassen. De vraag rijst ook wat de exacte werkwijze is wanneer een belasngplichge in de loop van een kalenderjaar, bv. op 30/06, haar acviteiten aanvangt of wijzigt (na voorafgaande kennisgeving volgt de gedetailleerde info pas het volgend kalenderjaar). Daarnaast bieden de nieuwe regels geen grotere rechtszekerheid omdat de administrae een lange termijn hee om de kennisgeving al dan niet te weigeren (tot 31 december van het volgende jaar). NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 8

Bovendien, zoals verduidelijkt in het verslag aan de Koning, kan een weigeringsbeslissing ook worden opgesteld in de vorm van een correceopgave of proces verbaal binnen de gewone verjaringstermijnen. De facto komt dit er o.i. op neer dat de administrae steeds retroacef de toepassing van de regel van het werkelijk gebruik, of de gehanteerde principes ter zake, kan verwerpen indien deze van oordeel is dat dit niet met de werkelijkheid overeenstemt. De opmerking van de Raad van State in het licht van het vertrouwensbeginsel lijkt ons hiermee niet afgedekt. Nog heel wat vragen dus. Zoals steeds, we verwachten hierover nog een gedetailleerde circulaire die de praksche toepassing van de nieuwe regels zal toelichten. Gelet op de inwerkingtreding van de nieuwe regels, hopen we dat deze circulaire nog dit jaar wordt gepubliceerd. Last but not least, belasngplichgen die momenteel de regel van het werkelijk gebruik toepassen, moeten uiterlijk op 30 juni 2023 een kennisgeving en mededeling van informae doen. Het is hierbij duidelijk de bedoeling dat de administrae de toegepaste werkwijze opnieuw zal checken en mogelijk aanpassingen zal opleggen of, in worst case, de toepassing van de regel van het werkelijk gebruik zal weigeren. Een laajdige kennisgeving zal leiden tot de jdelijke onmogelijkheid van toepassing van de regel van het werkelijk gebruik. Een proaceve check van de huidige btw-posie en een goede voorbereiding van de kennisgeving en informae is o.i. daarom aangewezen om niet met onaangename verrassingen geconfronteerd te worden. De administrae zelf kan in principe geen retroaceve toepassing van de regel van het werkelijk gebruik opleggen, tenzij de gegevens in aangies 604A (aanvang btw-plicht), 604B (wijziging acviteiten) of 606A (btw-eenheid) onjuist zijn. We zien hierover al de nodige discussies ontstaan (wat is “onjuist” in de visie van de administrae?). Hoe dit alles zich zal verhouden met de bevoegdheden van de administrae in het licht van een gewone btw-controle is niet volledig duidelijk. Daarbij rijst ook de vraag naar de mogelijke sance: kan er wel een boete worden opgelegd worden indien de administrae niet akkoord is met de toegepaste werkwijze (op zich wordt de wet niet geschonden?). Bron: Wet van 27 december 2021 houdende diverse bepalingen inzake btw (BS 31 december 2021); KB van 26 oktober 2022 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 4, 10, 19, 22 en 59 met betrekking tot de belasng over de toegevoegde waarde (BS 10 november 2022). Bron: Tiberghien advocaten Auteurs: Sjn Vastmans, Stein De Maeijer, Gert Vranckx, Loulou Geboers, Zosia Daniels, Belma Ozdemir, Lode Van Dessel NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 9

Levensverzekeringen worden sedert jaar en dag gebruikt als middel om ervoor te zorgen dat de financiële stabiliteit van het gezin wordt gewaarborgd bij overlijden van (één van) de echtgenoten of ouders. Voor, bij of na het overlijden van de verzekerde wordt het verzekerd kapitaal uitbetaald aan de aangewezen begunsgde. Die begunsgde is dikwijls de echtgeno(o)t(e) en/of de kinderen van de verzekeringnemer. Maar hoe zit het voor de erelasng? Wanneer wordt de begunsgde belast op de uitkering? Erelasng op kapitaal levensverzekering Ondanks het feit dat het uitgekeerde kapitaal bij een levensverzekering geen verkrijging uit de nalatenschap is, maar voortvloeit uit een contract, wordt dit ingevolge een ficebepaling (art. 8 van het Waals en Brussels Wetboek Successierechten en art. 2.7.1.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit) fiscaal toch gelijkgesteld met het verkrijgen van een legaat uit de nalatenschap van de erflater. Bijgevolg is hierop erelasng (of successierechten) verschuldigd ingevolge het overlijden van de verzekeringnemer. Bij levensverzekeringen kan het zijn dat het verzekerd kapitaal pas enige jd na het overlijden van de erflater wordt uitgekeerd aan de begunsgde of kan worden afgekocht door de (nieuwe) verzekeringnemer. In het verleden bestond in de drie gewesten de regel dat de erelasng meteen verschuldigd was bij het overlijden van de verzekeringnemer, nieegenstaande het feit dat het kapitaal op dat ogenblik mogelijk nog niet was uitgekeerd. In het Vlaamse gewest is dit gewijzigd voor overlijdens op of na 1 januari 2017: sindsdien wordt de erelasng pas geheven op het moment van de werkelijke aoop of uitkering (na het overlijden van de erflater). Op dat ogenblik moet een nieuwe aangie worden ingediend en zal dit aanleiding geven tot de heffing van erelasng. In navolging van de Vlaamse regelgeving hebben zowel de Waalse decreetgever (voor overlijdens op of na 1 januari 2022) als de Brusselse ordonnanegever (voor overlijdens op of na 11 augustus 2022) een parallelle regeling ingevoerd. Hierdoor is de regeling in de drie gewesten gelijk: de sommen worden pas belast op het moment van de aoop of uitkering, met andere woorden pas wanneer de begunsgde(n)/ belasngplichge(n) effecef de gelden hee/hebben ontvangen en niet louter door het feit dat de begunsgde gerechgd is om deze sommen in de toekomst te ontvangen. De erelasng hierop kan enigszins gedrukt worden door de voorafgaande schenking van het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Hierbij schenkt de verzekeringnemer rechtstreeks zijn rechten als verzekeringnemer (m.i.v. het recht op aoop en aanduiding van de begunsgde) uit het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 10

‘Verzekeringsgi’ De erelasng hierop kan enigszins gedrukt worden door de voorafgaande schenking van het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Hierbij schenkt de verzekeringnemer rechtstreeks zijn rechten als verzekeringnemer (m.i.v. het recht op aoop en aanduiding van de begunsgde) uit het levensverzekeringscontract aan de begunsgde. Deze techniek is in de prakjk beter gekend onder de term ‘verzekeringsgi’. Stel er wordt een polis geschonken aan de begunsgden met – op het ogenblik van de schenking – een aoopwaarde van 100. Nadien overlijdt de verzekeringnemer en keert de polis uit aan de begunsgde voor 150. Er zal nog erelasng verschuldigd zijn op 50. Ook de Waalse (vanaf 1 januari 2022) en Brusselse decreetgever (vanaf 11 augustus 2022) is de Vlaamse decreetgever hierin gevolgd. Daar waar tot voor kort een verzekeringsgi in het Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest de polis wel degelijk omvormde van een beding ten behoeve van een derde naar een beding ten behoeve van zichzelf (aldus vrij van erelasng), is deze techniek in geen van de drie gewesten nog een techniek om volledig te ontsnappen aan erelasng. De voorafgaande schenking jdens het leven van de iniële verzekeringnemer belet evenwel niet dat er naderhand alsnog erelasng wordt geheven. Het beding ten behoeve van een derde blij ook na de verzekeringsgi deze kwalificae behouden (vermits het tegenbewijs niet kan worden geleverd door aan te tonen dat het contract aan de begunsgde wordt geschonken). De Vlaamse decreetgever voorziet (sedert 1 januari 2017) dat er bij de heffing van de erelasng wel rekening gehouden wordt met de reeds gedane verzekeringsgi door de vermindering van de belastbare grondslag in de erelasng ten belope van de belastbare grondslag waarover schenkbelasng werd betaald. Samengevat wordt er sindsdien enkel erelasng geheven op de aangroei/waardevermeerdering van de polis tussen de schenking en het moment van aoop/ uitkering. Kortom, het Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest belasten levensverzekeringen sedert 2022 op eenzelfde wijze in de erelasng/successierechten. De taxae wordt uitgesteld tot op het ogenblik waarop de begunsgde effecef het geldelijk voordeel bekomt (ook wanneer dit gebeurt na het overlijden van de erflater) en de verzekeringsgi vormt een beding ten behoeve van een derde niet om naar een beding ten behoeve van zichzelf waardoor de begunsgde van het contract niet volledig zal ontsnappen aan de heffing van erelasng/successierechten. Bron & dank aan Cazimir Advocaten NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 11

W ie houder is van een buitenlandse rekening dient het bestaan ervan evenals in voorkomend geval de buitenlandse roerende inkomsten aan te geven in zijn Belgische aangie in de personenbelasng. Wanneer deze aangieverplichngen niet of niet volledig zijn gerespecteerd, betekent dit geenszins een vrijgeleide voor de fiscus om een belasngverhoging van 50% toe te passen. Belgische fiscus steeds meer op de hoogte dankzij CRS-fiches De internaonale gegevensuitwisseling is de laatste jaren zoals bekend sterk geëvolueerd. Vanuit het buitenland (Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg, etc.) wordt via de zogenaamde CRS-fiches vlot gerapporteerd aan de Belgische overheid omtrent het bestaan en de saldi van buitenlandse rekeningen waarvan Belgisch rijksinwoners tularis zijn. De Belgische fiscus is met andere woorden meer en meer op de hoogte van de financiële inlichngen van buitenlandse oorsprong. Het bestaan van een buitenlandse rekening moet worden gemeld in de Belgische aangie personenbelasng. Evenzeer moeten de in België belastbare buitenlandse roerende inkomsten voor hun neobedrag (na arek van de in het buitenland ingehouden belasng) in België worden aangegeven. Bij vergelijking met de CRS-fiches en desgevallend na nader onderzoek van de buitenlandse financiële inlichngen kan de Belgische administrae vaststellen of de buitenlandse inkomsten niet volledig zijn aangegeven. Belasngverhoging bij niet-aangie of onvolledige aangie Bij niet-aangie of niet-volledige aangie volgt een bericht van wijziging waarbij de niet-aangegeven inkomsten aan de belastbare basis worden toegevoegd. Opvallend is dat in deze berichten van wijziging, in de context van niet-volledige aangie van buitenlandse rekeningen, telkenmale een belasngverhoging wordt weerhouden van 50%. De laatste jaren zijn heel wat wijzigingsberichten in die zin verstuurd. Een belasngverhoging van 50% betre evenwel een administraeve sance met strafrechtelijk karakter. Een dergelijke verhoging kan slechts worden toegepast wanneer de onjuiste aangie is gebeurd met het opzet belasng te ontduiken, fraude dus. Deze toepassing vereist zowel een materieel element, de overtreding, als een moreel element, een bedrieglijk opzet om belasngen te ontduiken. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 12

Het komt de administrae toe dit vermeend opzet aan te tonen aan de hand van concrete feitelijke elementen. Overtredingen die hun oorsprong vinden in laajdigheid, materiële vergissingen, te goeder trouw begane onjuistheden komen niet aanmerking bij gebreke aan dit opzet. Bedrieglijk opzet wordt niet geacht bewezen te zijn door het loutere feit van de niet-aangie van belastbare inkomsten, zelfs al zijn deze omvangrijk. Van het voorgaande kan bevesging worden gezien in de administraeve commentaren. In de prakjk echter komt het veelvuldig voor dat de wijzigingsberichten wat betre deze belasngverhoging er louter een algemene standaardmovering op na houden (verwijzing naar algemene beginselen, de algemene stelling dat kapitalen naar het buitenland zijn verplaatst zonder aangie). Deze handelswijze roept vragen op; het valt immers niet te rijmen met de hierboven geduide bewijslast. Op vandaag zijn dan ook tal van bezwaarschrien hangende waarin wordt verzocht de belasngverhoging van 50% te herleiden tot 10% bij gebrek aan (bewijs van) bedrieglijk opzet. Rechtspraak kiest kant van belasngplichge In recente rechtspraak wordt alvast geoordeeld in het voordeel van de belasngplichge. Meer bepaald hee de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen bij vonnis van 3 mei 2021 een belangrijke uitspraak gewezen. In de betrokken casus was de belasngplichge tularis van rekeningen in Frankrijk en Duitsland. Ingevolge Franse en Duitse inlichngen, en na een vraag om inlichngen en antwoorden daarop, was komen vast te staan dat de rekening en roerende inkomsten van Franse en Duitse oorsprong niet (volledig) waren opgenomen in de Belgische fiscale aangies. De fiscus paste een belasngverhoging van 50% toe, en moveerde deze (enkel) als volgt: verwijzing naar de betrokken wetsbepalingen; verwijzing naar de niet-aangie van de rekening en de roerende inkomsten; verwijzing naar oudere rechtspraak inzake het overbrengen van kapitalen naar het buitenland zonder aangie ervan. De belasngplichge betwise deze belasngverhoging. De zaak kwam uiteindelijk voor de rechtbank te Antwerpen. De rechtbank zet de puntjes op de “i”: · Het is aan de belasngadministrae aan te tonen dat er sprake is van bedrieglijk opzet. · Het enkele feit dat geen aangie werd gedaan van belastbare inkomsten – zelfs al waren deze aanzienlijk – is onvoldoende als bewijs van bedrieglijk opzet. · Uit geen enkel element van het betrokken dossier kon worden afgeleid dat er sprake was van opzet, dat de belasngplichge de administrae bewust zou hebben misleid. De belasngverhoging moet worden verminderd tot 10%. We kunnen deze rechtspraak alleen maar onderschrijven. Met het toepassen van een dergelijke sance kan niet lichtzinnig worden omgegaan, dit vergt een duidelijke benadering in concreto, geval per geval, zo volgt uit de rechtspraak. De redenering van de rechtbank geldt ons inziens overigens a forori onder meer in de casussen waarbij het bestaan van de buitenlandse rekening (en desgevallend andere buitenlandse gegevens) in de aangie in de personenbelasng werd gemeld doch de roerende inkomsten niet volledig werden aangegeven. Bron en dank aan Imposto Advocaten Auteurs: Dries Verhaeghe en Jan Sandra NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 13

De bankgi is een geliefde techniek om schenkingen te doen aan bv. kinderen of kleinkinderen. Zoals uit dit arkel zal blijken, komt hier meer bij kijken dan louter een overschrijving van geld of effecten naar de rekening van de begiigde. Wanneer uw (klein)kinderen in het buitenland wonen, is dit bovendien niet aljd eenvoudig. De fiscaliteit is nog steeds een lappendeken in Europa en dat is voor schenkbelasng niet anders. Er bestaat op vandaag geen Europees kader, zodat voor elk concreet geval de regels van het land van de schenker of van de begiigde en zelfs van het land waar de geschonken goederen zich bevinden, moeten worden gecheckt. We lichten eerst kort de principes van de bankgi toe. Daarna geven we voor een aantal landen wat ps. 1. De bankgi: algemeen De Belgische principes met betrekking tot de bankgi zijn bekend. In beginsel is de bankgi een vormvrije gi. Het bestaan van een dergelijke gi wordt afgeleid uit een vermogensoverdracht (nl. de bankoverschrijving) alsook andere documenten (brieven, bewijsdocumenten, enz...) waaruit onder meer het begiigingsoogmerk van de schenker kan worden afgeleid. Een bankgi is mogelijk voor liquiditeiten, maar ook voor andere beleggingen die op rekening worden gehouden (aandelen, obligae, enz...) Het opstellen van bewijsdocumenten is ook van belang om te kunnen aantonen wanneer de gi plaatsvond, alsook welke de voorwaarden waren die de schenker wilde opleggen aan de begiigde (bijvoorbeeld een beding van terugkeer waardoor het geschonkene terugkeert naar de schenker bij het vooroverlijden van de begiigde). In een internaonale context, en om elke discussie daarover uit te sluiten, is een uitdrukkelijke rechtskeuze op te nemen voor het Belgisch recht. Merk ook op dat in de Belgische prakjk een dergelijk beding van terugkeer vaak oponeel wordt bedongen, maar dat dit gevolgen kan hebben in het buitenlands fiscaal recht. Het procédé is het volgende: de schenker kondigt in principe op voorhand aan dat hij een schenking wil doen, voor welk bedrag en onder welke voorwaarden. Daarna kan de overschrijving worden uitgevoerd, en tot slot worden documenten opgemaakt (een zgn. Pacte adjoint) waaruit blijkt dat de begiigde de schenking hee aanvaard en ook akkoord gaat met de door de schenker opgelegde voorwaarden. Over een dergelijke vormvrije gi is geen schenkbelasng verschuldigd. Indien de schenker binnen de drie jaar (Vlaanderen, Brussel) of vijf jaar (Wallonië) komt te overlijden als inwoner van het Vlaams, Brussels of Waals gewest en voorafgaandelijk niet is overgegaan tot de registrae van de bankgi, is alsnog erelasng verschuldigd door de begiigde op het ontvangen bedrag. De erelasng kan in rechte lijn oplopen tot 27% (boven de € 250.000) in Vlaanderen en tot 30% (boven de € 500.000) in Brussel en Wallonië. Wordt de schenker ziek binnen deze periode, dan kan alsnog spontaan schenkbelasng worden betaald, door de bewijsdocumenten te registreren. In dat geval is 3% schenkbelasng verschuldigd in Vlaanderen en Brussel en 3,3% in Wallonië als het gaat over schenkingen tussen ouders en (klein) kinderen en zal geen erelasng verschuldigd zijn in geval van overlijden binnen de 3/5 jaar. Merk op dat het op heden ook mogelijk is om het hele schenkingsprocédé digitaal te laten verlopen. In beginsel geldt dat sinds mei vorig jaar ook voor de registraeformaliteit. Dit kan makkelijk via myminfin. 2. Grensoverschrijdende context: Wat als uw kinderen in het buitenland wonen? Luxemburg Woont uw kind in Luxemburg, dan zijn er geen bijkomende fiscale aandachtspunten. Naar Luxemburgs recht worden uitsluitend registraerechten geheven op het niveau van de schenker. Wanneer een bankgi uitgaat van een Belgische rijksinwoner, en de NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 14

schenkingsdocumenten niet in Luxemburg worden geregistreerd, is er bijgevolg geen Luxemburgse schenkbelasng verschuldigd. Nederland Ook Nederland he geen schenkbelasng als een Nederlands inwoner een schenking krijgt. Een aandachtspunt voor een begiigde die in Nederland woont, houdt verband met de inkomstenbelasng. Zo kent Nederland de zgn. Box 3-belasng, die bestaat uit een heffing op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. In Box 3 wordt belasng geheven over een aangenomen, ficef rendement dat u verondersteld wordt te behalen over uw vermogen. Ingevolge het Nederlandse kerstarrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, geldt momenteel een jdelijk (quasi) nulrendement voor spaargelden. Indien u daarentegen een beleggingsportefeuille schenkt, geldt een ficef rendement van 6,17% in 2023. De peildatum voor deze Box 3-belasng is 1 januari. Indien u aan uw kind in Nederland schenkt, sjgt diens vermogen en riskeert uw kind dus belast te worden in Box 3, indien het over beleggingen gaat. He Nederland dan nooit belasng indien een nietinwoner schenkt? Toch wel, als een in Nederland gelegen onroerend goed wordt geschonken is er overdrachtsbelasng verschuldigd (voorheen 8%, maar het tarief is naar 10,4% gestegen met ingang van 1 januari 2023). Deze overdrachtsbelasng is in bepaalde gevallen ook van toepassing indien aandelen in vastgoedvennootschappen worden geschonken (die in beginsel ten belope van minstens 30% een in Nederland gelegen vastgoed aanhouden). In dat geval kan er overigens sprake zijn van dubbele heffing indien de schenker er in België voor opteert om 3% schenkbelasng te betalen: er zijn ter zake geen regels inzake voorkoming van dubbele heffing voorzien voor deze situae, noch in België, noch in Nederland. Het Verenigd Koninkrijk Ook het Verenigd Koninkrijk he geen schenkbelasng indien de begunsgde van de bankgi in het Verenigd Koninkrijk woont. Dat geldt zowel voor de schenking van Belgische banktegoeden, beleggingsportefeuilles ed., als voor tegoeden die in de UK worden gehouden. Hetzelfde geldt voor UK onroerend goed dat wordt geschonken. Wel zijn er een aantal andere aandachtspunten: als een niet-inwoner UK-goederen schenkt en binnen de 7 jaar komt te overlijden, dan worden deze gien alsnog belast met UK-erelasng. Gien gedaan in de drie jaar voor het overlijden, zijn onderworpen aan 40% heffing. Oudere gien zijn tegen lagere tarieven belastbaar (nl. 32% in jaar 4, 24% in jaar 5, 16% in jaar 6, en 8% in jaar 7). Ook de schenking van fondsen om een UK onroerend goed te financieren of om een lening af te lossen van de begiigde die hij is aangegaan bij NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 15

de aankoop van een UK onroerend goed, leidt mogelijk tot de heffing van UK-erelasng. Dit risico zal zich voordoen indien een link tussen de schenking en het UK onroerend goed zou blijken uit de schenkingsdocumenten (bijvoorbeeld omdat de schenker als last van de gi de verplichng hee opgenomen voor de begiigde om de geschonken geldsom te gebruiken om een onroerend goed in de UK aan te kopen of om een openstaande lening op een UK onroerend goed af te lossen). Tot slot, en dat is volledig anders dan in België, kan het koppelen van allerlei lasten en voorwaarden aan een schenking, er mogelijk toe leiden dat de schenker zich toch een aantal rechten hee voorbehouden waardoor het geschonken goed de facto geacht zal worden nog deel uit te maken van het vermogen van de schenker. Een voorbeeld is de schenking van een UK-woning waarbij de schenker zich het recht voorbehoudt er te blijven wonen. Ook bij overlijden na de periode van 7 jaar, zal er nog UK-erelasng verschuldigd zijn bij overlijden. Eenzelfde risico kan zich ook voordoen bij bankgien indien er voorwaarden aan gekoppeld worden (bvb. een convenoneel beding van terugkeer met zaakvervanging). Frankrijk Anders dan in België, Nederland, Luxemburg of UK, he Frankrijk wel schenkbelasng (genaamd “overgangsrechten ten kosteloze tel”) indien de begiigde in Frankrijk woont en dit sedert meer dan zes jaar gedurende de laatste en jaar. Een bankgi van niet-Franse goederen (bijvoorbeeld een Belgische effectenportefeuille) aan een Franse inwoner zal dus belastbaar zijn in Frankrijk als de gi ter kennis wordt gebracht van de Franse administrae. In Frankrijk is het mogelijk om te kiezen om een bankgi al dan niet te registreren. De Franse belasngwetgeving bepaalt dat een handgi, waaronder de bankgi valt, niet verplicht moet worden geregistreerd en dus niet belastbaar is zolang deze niet het voorwerp is geweest van een “révélaon”: zolang deze niet bekend is gemaakt (vrijwillig of volgens de belasngdienst, ter gelegenheid van een antwoord op de Belasngdienst in het kader van een controle). Het belastbaar feit voor de schenkbelasng wordt in principe gevormd door de datum van de bekendmaking van de handgi. Indien een bankgi bekend wordt gemaakt in Frankrijk, zal deze belastbaar zijn in de schenkbelasng. Wel gelden een aantal abaementen. Zo geldt tussen ouders en kinderen een vrijgesteld abaement van € 100.000 per schenking en per begiigde, per periode van vijien jaar. Het abaement kan worden opgevuld door middel van meerdere schenkingen in deze periode. Voor kleinkinderen geldt een abaement van € 31.865. Bovendien geldt voor bepaalde familiale schenkingen van geldsommen onder voorwaarden een vrijstelling van € 31.865, wanneer deze geregistreerd worden, die gecumuleerd kan worden met voormelde abaementen. Voor het overige lopen de tarieven schenkbelasng op van 5% (onder de € 8.000) tot 45% (boven de € 1.805.677) in rechte lijn en wordt dit berekend rekening houdend met de gien van de afgelopen 15 jaar. In bepaalde gevallen is het overigens verplicht de Franse administrae in kennis te stellen van een gedane bankgi: zo dienen bij overlijden de eerdere gedane bankgien te worden vermeld. Ook in Franse schenkingsakten moeten bv. eerder gedane gien (zoals bankgien) tussen parjen worden opgenomen, met inbegrip van het bedrag, datum van schenking en/of registrae,... dit met het oog NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 16

op het bepalen van het toepasselijke tarief op de schenking en de 15-jaarstermijn wat de abaementen betre. Tevens zal er in dat geval sprake zijn van heffing op gien waarover niet eerdere Franse schenkbelasng is betaald. Indien u de bankgi in België en Frankrijk registreert, wordt u dus mogelijks geconfronteerd met een dubbele belasng. In geval van schenking van niet-Franse goederen staat Frankrijk echter wel de verrekening toe van buitenlandse schenkbelasng zodat dubbele heffing vermeden wordt. Duitsland Net als Frankrijk hanteert Duitsland als regel dat een schenking in principe belastbaar is in hoofde van de in Duitsland wonende begiigde. Ook Duitsland kent een abaement toe. Hier geldt een hernieuwingsperiode van 10 jaar waarbinnen elk kind (per ouder) een belasngvrij abaement van € 400.000 kan genieten. Kleinkinderen genieten van een lager abaement (van € 200.000) indien hun ouder nog lee. Duitsland hanteert verder een gelijkschakeling tussen schenk- en erelasng wat tarieven en verminderingen betre. Hebben uw kinderen de voorbij 10 jaar reeds genoten van een vrijstelling op € 400.000 in de Duitse schenkbelasng, dan zal men geen aanspraak kunnen maken op dit abaement in de erelasng indien de schenker binnen de 10 jaar na de schenking is komen te overlijden. De tarieven in de schenk-en erelasng zijn verder progressief, met tarieven van 7% (tot € 75.000) tot 30% (boven € 26 miljoen). Indien de schenker ervoor zou opteren om in België 3% schenkbelasng te betalen, is het mogelijk om dubbele belasng te vermijden op basis van interne Duitse regelgeving. Zoals u ziet, zijn er toch een aantal belangrijke aandachtspunten bij iets wat zo eenvoudig lijkt als een bankgi. Dit is des te meer het geval indien er grensoverschrijdende elementen zijn. Auteurs: Griet Vanden Abeele - Alain Van Geel - Emilie Van Goidsenhoven - Victoria Colmant - Charloe Eraly Bron: Tiberghien advocaten NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 17

NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 18

LEVENSLANG LEREN! DATUM OPLEIDING 01.03.2023 Fiscale controles - Hoe gaat u ermee om? (Gewijzigde datum!) 06.03.2023 Fiscale opmalisae en eindejaarsverrichngen 07.03.2023 Fiscaliteit en successieplanning via de levensverzekering - De nieuwe 80%-regel 09.03.2023 Dividenduitkeringen onder het WVV door een fiscale bril 21.03.2023 Van BVBA naar BV - waar staan we met de omzeng na bijna 3 jaar 27.03.2023 Help! Ik erf een familiale vennootschap Specifieke vragen en oplossingen 28.03.2023 Intervisie & Actualia Fysiek seminarie - VOKA Geel—Kleinhoefstraat 9—2440 GEEL 30.03.2023 Einde van mijn beroepsloopbaan. Waarop leen en hoe anciperen? 25.04.2023 Medewerkers aantrekken en behouden 25.04.2023 Omvorming van (oude) vennootschappen conform het WVV 25.04.2023 Update vennootschapsbelasng AJ 2023 03.05.2023 Update vennootschapsbelasng AJ 2023 (Gewijzigde datum!) 04.05.2023 De alarmbelprocedure onder het WVV 08.05.2023 Hoe haalt u efficiënt geld uit de vennootschap? 09.05.2023 Update BTW—deel 1 Dagwebinar gesplitst in 2 delen - 09.00u.—12.00u. - Betalend 10.05.2023 Updae BTW—deel 2 Dagwebinar gesplitst in 2 delen - 09.00u.—12.00u. - Betalend 15.05.2023 Fiscale opmalisaes in de personenbelasng 16.05.2023 Anwitwaswegeving van A-Z 17.05.2023 Overdracht van ondernemingen 22.05.2023 Hoe bepaal ik de waarde van mijn accountantskantoor met zicht op overname? 23.05.2023 Update personenbelasng AJ 2023 25.05.2023 Update personenbelasng AJ 2023 26.05.2023 Update personenbelasng AJ 2023 DAGWEBINAR - 10.00u.—17.00u. - Betalend 30.05.2023 Intervisie & Actualia LIANTIS HASSELT—Maastrichtersteenweg 254—3500 HASSELT NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 19 SPREKER Tomas MARTENS Dieter MOENS Patrick VALCKX Bart CHIAU Yves VERDINGH Patrick HUYBRECHTS Jean-Philippe BONTE Ben PEETERS Maurice DE MEY Emily KORST Patrick VALCKX Donald VANDENBERGHE Yves VERDINGH Dominique DE MAREZ Roel VAN HEMELEN Jurgen OPREEL Jurgen OPREEL Pieter DEBBAUT Frank HAEMERS Yves VERDINGH Donald VANDENBERGHE Jos LEROY Filip VANDENBERGHE Maurice DE MEY Jef WELLENS Ben PEETERS

DATUM OPLEIDING SPREKER 30.05.2023 Update personenbelasng AJ 2023 31.05.2023 Update personenbelasng AJ2023 FYSIEK DAGSEMINARIE—10.00u.—17.00u. - Betalend VOKA GEEL—Kleinhoefstraat 9 –2440 GEEL 05.06.2023 Update vennootschapsbelasng AJ2023 FYSIEK DAGSEMINARIE—10.00u.—17.00u. - Betalend VOKA GEEL—Kleinhoefstraat 9 –2440 GEEL 08.06.2023 Update vennootschapsbelasng AJ 2023 - deel 1 Dagwebinar gesplitst in 2 delen - 09.00u.—12.00u. - Betalend 09.06.2023 Update vennootschapsbelasng AJ 2023 - deel 2 Dagwebinar gesplitst in 2 delen - 09.00u. - 12.00u. - Betalend 12.06.2023 Update personenbelasng AJ 2023 FYSIEK DAGSEMINARIE - 10.00Uu. - 17.00u. - Betalend VAN DER VALK - Luitenant Lippenslaan 66 - 2140 BORGERHOUT 13.06.2023 Update personenbelasng AJ 2023 Dagwebinar- 10.00 - 17.00u. - Betalend 19.06.2023 ITAA kwaliteitstoetsing en –controle: op weg om de kwaliteitsnorm te halen 20.06.2023 Overzicht administraeve, boekhoudkundige en fiscale verplichngen van een vzw 22.06.2023 Actualiteit: 80% regel: nieuwe circulaire 26.06.2023 BTW en onroerend goed. Waar zien de addertjes onder het gras? 27.06.2023 Hebben VOF en Commanditaire Vennootschap nog zin na het WVV? 04.09.2023 Omvorming van CVBA of BVBA naar BV: het is vijf vóór twaalf! 05.09.2023 Successieplanning: ‘De in-extremisplanning’ - als de jd het leven inhaalt 12.09.2023 Professioneel onderhandelen met de fiscus 26.09.2023 Hoe de inbreng van een handelsfonds of éénmanszaak in een vennootschap opmaliseren? 26.09.2023 Intervisie & Actualia LIANTIS HASSELT - Maastrichtersteenweg 254 - 3500 HASSELT 26.09.2023 Zelfstandige of vennootschap: de fiscale spelregels 27.09.2023 Sociale voordelen, voordelen van alle aard, aanslag geheime commissielonen 28.09.2023 Factureren van de management– aan de werkvennootschap Pieter DEBBAUT Jef WELLENS Yves VERDINGH Yves VERDINGH Yves VERDINGH Jef WELLENS Jef WELLENS Rolf DECLERCK Steven MATHEÏ Gerrit VAN DAELE Jurgen OPREEL Patrick VALCKX Patrick HUYBRECHTS Mark DELBOO Theo DE BEIR Patrick HUYBRECHTS Ben PEETERS Roel VAN HEMELEN Yves VERDINGH Donald VANDENBERGHE Jurgen OPREEL NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 20

DATUM OPLEIDING SPREKER 03.10.2023 BTW-perikelen en BTW-toepassing bij omzet buiten België 23.10.2023 Fiscaliteit van het privévermogen onder het vergrootglas 24.10.2023 Wat weet de fiscus over uw vermogen? 25.10.2023 De aansprakelijkheid van de accountant 26.10.2023 Balans– en Cash-Flow-analyse. Hou het schip op koers! 06.11.2023 BTW bij de zorgberoepen 07.11.2023 Update BTW 14.11.2023 Belangrijke wijzigingen in het burgerlijk wetboek 23.11.2023 Moeilijke en speciale boekingen 27.11.2023 Update internaonale fiscaliteit 28.11.2023 Intervisie & Actualia Fysiek seminarie - VOKA Geel—Kleinhoefstraat 9—2440 GEEL 28.11.2023 ITAA-kwaliteitstoetsing en controle: op weg om de kwaliteitsnorm te halen 28.11.2023 Ontbinding en vereffening van een vzw 30.11.2023 Beleggen via vennootschappen 04.12.2023 Auteursrechten anno 2023: impact van de nieuwe wetgeving 11.12.2023 Hoe de pijnpunten vermijden bij het ter beschikking stellen van vastgoed aan bedrijfsleiders 12.12.2023 Sociale wetgeving - Actualiteit 19.12.2023 Fiscale behandeling van inkomsten uit cryptomunten 19.12.2023 Intervisie & Actualia Fysiek seminarie - VOKA Geel—Kleinhoefstraat 9—2440 GEEL 21.12.2023 Handel in accijnsgoederen Jurgen OPREEL Ferenc BALLEGEER Vincent VERCAUTEREN Elke DE LEEUW Jan TUERLINCKX Serge PATTYN Frank BORGER Jurgen OPREEL Pieter VERHERSTRAETEN Patrick HUYBRECHTS Vincent VERCAUTEREN Ben PEETERS Rolf DECLERCK Steven MATHEÏ Yves VERDINGH Steven VANDEN BERGHE Philippe SALENS Jos MEYEN Steven VANDEN BERGHE Ben PEETERS Jurgen OPREEL NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 21

UITGELICHT DATUM OPLEIDING 28.03.2023 Intervisie & Actualia VOKA GEEL - Kleinhoefstraat 9 - 2440 GEEL 30.05.2023 Intervisie & Actualia LIANTIS HASSELT - Maastrichtersteenweg 254 - 3500 HASSELT 31.05.2023 Update personenbelasng AJ 2023 VOKA GEEL - Kleinhoefstraat 9 - 2440 GEEL 05.06.2023 Update vennootschapsbelasng AJ 2023 VOKA GEEL—KLeinhoefstraat 9 - 2440 GEEL 12.06.2023 Update personenbelasng AJ 2023 VAN DER VALK - Luitenant Lippenslaan 66 - 2140 BORGERHOUT 26.09.2023 Intervisie & Actualia LIANTIS HASSELT - Maastrichtersteenweg 254 - 3500 HASSELT 28.11.2023 Intervisie & Actualia LIANTIS HASSELT - Maastrichtersteenweg 254 - 3500 HASSELT 19.12.2023 Intervisie & Actualia VOKA GEEL - Kleinhoefstraat 9 - 2440 GEEL SPREKER Ben PEETERS Ben PEETERS Jef WELLENS Yves VERDINGH Jef WELLENS Ben PEETERS Ben PEETERS Ben PEETERS AVONDOPLEIDINGEN: 19.00u. - 22.00u. — DAGOPLEIDINGEN: 10.00u - 17.00u. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 22

OPLEIDINGSREEKSEN VOOR ITAASTAGIAIRS TER VOORBEREIDING VAN HET ITAA-BEKWAAMHEIDSEXAMEN DATUM OPLEIDING 26.01.2023 Opleiding stagiairs (1): Vennootschapsbelasng 02.02.2023 Opleiding stagiairs (2): Personenbelasng 09.02.2023 Opleiding stagiairs (3): Vennootschapsrecht & Verenigingsrecht 16.02.2023 Opleiding stagiairs (4): Fiscale procedure 23.02.2023 Opleiding stagiairs (5): Deontologie & Anwitwaswetgeving 02.03.2023 Opleiding stagiairs (6): BTW (Belasng over de Toegevoegde Waarde) 09.03.2023 Opleiding stagiairs (7): Bijzondere (weelijke) opdrachten voor de accountant 16.03.2023 Opleiding stagiairs (8): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (1) 22.03.2023 Opleiding stagiairs (9): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (2) 23.03.2023 Opleiding stagiairs (10): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (3) 29.03.2023 Opleiding stagiairs (11): Reorganisae van vennootschappen (algemene beginselen) 30.03.2023 Opleiding stagiairs (12): Fiscaal recht (algemene beginselen) DATUM OPLEIDING 07.09.2023 Opleiding stagiairs (1): Vennootschapsbelasng 14.09.2023 Opleiding stagiairs (2): Personenbelasng 21.09.2023 Opleiding stagiairs (3): Vennootschapsrecht & Verenigingsrecht 28.09.2023 Opleiding stagiairs (4): Fiscale procedure 04.10.2023 Opleiding stagiairs (5): Deontologie & Anwitwaswetgeving 05.10.2023 Opleiding stagiairs (6): BTW (Belasng over de Toegevoegde Waarde) 11.10.2023 Opleiding stagiairs (7): Bijzondere (weelijke) opdrachten voor de accountant 12.10.2023 Opleiding stagiairs (8): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (1) 18.10.2023 Opleiding stagiairs (9): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (2) 19.10.2023 Opleiding stagiairs (10): Boekhouden, jaarrekening en gebruik Wetboek (3) 25.10.2023 Opleiding stagiairs (11): Reorganisae van vennootschappen (algemene beginselen) 26.10.2023 Opleiding stagiairs (12): Fiscaal recht (algemene beginselen) SPREKER Yves VERDINGH Maurice DE MEY Hans DE WULF Frank VANBIERVLIET Frank HAEMERS Jurgen OPREEL Gislenus BATS Yves VAN WEEHAEGHE Yves VAN WEEHAEGHE Yves VAN WEEHAEGHE Yves VERDINGH Luc DE MEYERE Leen DE VRIESE SPREKER Yves VERDINGH Maurice DE MEY Hans DE WULF Frank VANBIERVLIET Frank HAEMERS Jurgen OPREEL Gislenus BATS Yves VAN WEEHAEGHE Yves VAN WEEHAEGHE Yves VAN WEEHAEGHE Yves VERDINGH Luc DE MEYERE Leen DE VRIESE 1 webinar: 80 euro - Reeks van 12 webinars: 960 euro. Er kan gewerkt worden met de KMO-portefeuille: (DV.O216803) Word stagiair-lid bij KVABB voor slechts 40 euro en geniet mee van alle voordelen! NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 23

D e KMO-portefeuille De kmo-portefeuille is een laagdrempelige en interaceve webtoepassing waarlangs ondernemers jaarlijks tot 7.500 euro subsidies kunnen bekomen van de Vlaamse overheid voor ondersteuning in hun processen van ondernemen, innoveren en internaonaliseren. KVABB is erkend dienstverlener KVABB is erkend diensterlener voor kmo-portefeuille voor de pijler Opleiding met als registraenummer DV.O216803. Dit betekent dat uw onderneming subsidies kan aanvragen voor seminaries die u of uw personeel volgt bij KVABB. Voor het domein opleiding geldt dat een opleiding gesubsidieerd kan worden indien zij uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of het toekomsge bedrijfsfunconeren van de onderneming, en dat zij gericht is op de kernprocessen van de onderneming. De opleiding draagt bij tot de versterking, groei of transformae van de onderneming in Vlaanderen en is enkel bedoeld voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in een vesging, gelegen in het Vlaams gewest. U kan opleidingen laten subsidiëren uit het toekomstgericht thema: Financiële geleerdheid: financiële en boekhoudkundige kennis die nodig is om een onderneming succesvol te beheren. U kan GEEN subsidies ontvangen voor de factuur van het lidgeld van de KVABB. Subsidies Hoeveel subsidie kunt u ontvangen? Kleine ondernemingen genieten 30 % steun, een middelgrote onderneming 20 % steun. Het minimum steunaanvraagbedrag is 100 euro. Het maximale steunplafond is vastgelegd op 7.500 euro steun per kalenderjaar. Subsidieaanvraagprocedure U kunt gebruik maken van de applicae op de website van Agentschap Ondernemen van de Vlaamse Overheid: hp://www.kmo-portefeuille.be hps://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/kmo-portefeuille NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 24

NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 25

J arenlang staat KVABB – CRECCB erom bekend kwaliteitsvolle seminaries in te richten. Dat is tot heden helemaal niet veranderd. Wat wel veranderd is, is de manier van kennis opdoen. Door de coronapandemie is de volledige digitale wereld in een stroomversnelling geraakt. Webinars zijn ons alom bekend en we volgen de opleidingen met zijn allen DIGITAAL. En toch is dit onvoldoende om de volledige markt te bedekken. Meer en meer kreeg KVABB de vraag om webinars uitgesteld te bekijken of om de opname van de webinars te kunnen (her)bekijken. KVABB hee een plaorm gecreëerd, waar het mogelijk wordt om toegang te krijgen tot de opgenomen webinars. Maar u zal er ook de syllabi terugvinden, net als gras arkels en de nieuwsbrieven. KVABB hee geïnvesteerd in de digitale wereld, en hoopt op deze manier om de digitale snelweg te kunnen volgen. Deze nieuwe applicae hebben we gedoopt tot digitale bibliotheek, kortom de KVABB-Bibliotheek of de KVABB-Bib Om te kunnen voldoen aan ieders vraag, staan er op de Bib zowel audio-fragmenten als videobeelden, net alsof u de webinar live zou volgen. Ook de syllabi krijgen een plaatsje in de bibliotheek. De digitale bibliotheek is te benaderen vanaf: hps://bib.kvabb.org Eenmaal geregistreerd op de bib, zal u zien dat bepaalde arkels gras zijn, andere betalend (via een ‘credits’-systeem). KVABB doet iets extra voor haar leden: elk betalend lid (420.00 euro lidgeld) krijgt 250 credits gras bij de betaling van zijn/haar lidgeld. Arkel Syllabus Audio Video # Credits KVABB-leden 20 credits 30 credits 40 credits # Credits Niet-leden 20 credits 45 credits 65 credits Registreer u snel: hps://bib.kvabb.org/nl/register Eenmaal u geregistreerd bent, wordt uw account geverifieerd. Pas na verificae, zal u ten volle kunnen genieten van de bib. Zo krijgt u, na verificae, als lid de lagere tarieven te zien. De webinars die u volgt via de Bib van KVABB, komen ook in aanmerking voor een aest permanente vorming, op voorwaarde dat u de controlepunten en de afsluitende toets afwerkt. Hee u vragen in verband met de nieuwe applicae? Contacteer ons op bib@kvabb.org. We wensen u veel plezier met het documentaecentrum De KVABB-Bibliotheek. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 26

WAT LEDEN Lidgeld Periode 01.01.2023—31.12.2023 Lidegeld voor personeel (Niet-ITAA-leden) Avondseminarie (3 u. vorming) Avondwebinar (3 u. vorming) Dagseminarie (6 u. vorming) Fysiek seminarie of webinar Opleidingen stagiaires ter voorbereiding van het ITAA-examen Niet-annulaekost avondseminarie Laajdige annulae avondseminarie Niet-annulaekost dagseminarie Laajdige annulae dagseminarie 420 euro 210 euro Gras 125 euro 80 euro 30 euro 125 euro STAGIAIR-LEDEN NIET-LEDEN 40 euro - 35 euro 125 euro 80 euro 30 euro 125 euro - - 125 euro 300 euro 80 euro 30 euro 300 euro CONTACT V.U. KVABB - CRECCB - Ludo Van den Bossche Foto’s: hps://www.pexels.com - hps://www.pixabay.com hps://www.unsplash.com - hps://pxhere.com KVABB - Bischoffsheimlaan 33 - 1000 BRUSSEL 0900 10 465 - info@kvabb.org KVABB - Bischoffsheimlaan 33 - 1000 BRUSSEL 0900 10 465 - info@kvabb.org NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 27

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
Home


You need flash player to view this online publication