7

V ia de wet van 27 december 2021 geldt vanaf 1 januari 2023 t.a.v. gemengde en gedeeltelijke belasngplichgen een nieuwe procedure voor de uitoefening van de btw-arek op basis van de regel van het werkelijk gebruik. Een nieuw KB van 26 oktober 2022 bepaalt nu in detail de uitvoeringsmaatregelen voor deze nieuwe procedure. Deze nieuwe regelgeving zal een belangrijke impact hebben voor alle sectoren met gemengde of gedeeltelijke btw-plicht, zoals onder meer vastgoed, financiële dienstverlening, overheden, onderwijs, medische dienstverlening, holdings, … Wat wijzigt er voor de regel van het werkelijk gebruik? De toepassing van de regel van het werkelijk gebruik bij gemengde of gedeeltelijke btw-plicht houdt in dat de btw-arek in eerste instane wordt bepaald door de allocae van kosten aan de onderscheiden acviteiten (in tegenstelling tot een algemeen verhoudingsgetal, waar op basis van omzet de btw-arek m.b.t. alle kosten wordt bepaald). De huidige regels schrijven voor dat een belasngplichge die het recht op arek van btw wenst uit te oefenen volgens de regel van het werkelijk gebruik, een schrielijk verzoek moet richten aan de bevoegde btw-controle. Op basis van rechtspraak kan dergelijk verzoek ook achteraf worden ingediend. De wet van 27 december 2021 past dit mechanisme aan: vanaf 1 januari 2023 is een voorafgaande kennisgeving verplicht. Het KB van 26 oktober bepaalt nu in detail hoe deze nieuwe regels moeten worden toegepast. We vaen de voornaamste elementen hierna samen: · De voorafgaande kennisgeving moet via elektronische weg (via formulier E604A of E604B) ingediend worden vóór het einde van het eerste aangiejdperk van het lopende kalenderjaar of het eerste aangiejdperk bij aanvang of wijziging van de acviteit. De kennisgeving hee uitwerking op 1 januari van het lopende kalenderjaar of vanaf de eerste dag van de aangieperiode volgend op de aanvang of wijziging van de acviteit. · De belasngplichge moet bovendien via Intervat gedetailleerde info meedelen over de wijze van de uitoefening van het recht op arek van de btw bij de indiening van btw-aangie van het eerste kwartaal of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar (onder meer info m.b.t. het vorige algemene verhoudingsgetal, percentages toerekening kosten aan de verschillende bedrijfsafdelingen, bijzondere verhoudingsgetallen). · Belangrijk: indien de kennisgeving en/of mededeling van de gevraagde info niet jdig gebeurt, kan de regel van het werkelijk gebruik ten vroegste worden uitgeoefend vanaf 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Een retroaceve toepassing wordt de facto uitgesloten. · Belasngplichgen kunnen terug overschakelen naar een algemeen verhoudingsgetal maar dit ten vroegste op 31 december van het derde jaar volgend op de datum van de uitwerking van de eerdere kennisgeving. Deze beëindiging (al dan niet geheel of gedeeltelijk) vereist een kennisgeving die pas uitwerking krijgt op 1 januari van het jaar volgend op deze kennisgeving. · De administrae verstuurt enkel een ontvangstbevesging, i.e. geen goedkeuring, m.b.t. de kennisgeving voor de toepassing of stopzeng van de regel van het werkelijk gebruik. De administrae hee evenwel het recht om de voorgestelde werkwijze inzake de uitoefening van de btw-arek te weigeren tot 31 december van het jaar volgende op het jaar waarin de iniële kennisgeving uitwerking hee gehad, met retroaceve uitwerking. Bovendien behoudt de NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication