aangetekende zending. Door enkel rekening te houden met de datum van de poststempel wordt de bezwaartermijn van de belasngplichge opnieuw de facto ingekort ingeval van de zogenaamde hybride aangetekende zending. Er bestaat aldus opnieuw rechtsonzekerheid voor de belasngplichge: de belasngplichge dient immers opnieuw zelf een veiligheidsmarge in te bouwen. Toekomsge wetswijziging Dat er op heden sprake is van een rechtsonzekerheid lijkt onder meer bevesging te vinden in een voorziene wetswijziging aan het arkel 371 WIB92 (zie wet 26 februari 2021 Wet betreffende de dematerialisae van de relaes tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en ween, B.S. 10 februari 2021). Met ingang van 1/01/2025 zal de datum van het verzendingsbewijs door de gekwalificeerde dienstverlener gelden als datum van de indiening van het bezwaarschri. Tot die jd lijkt de fiscus zich te blijven vastklampen aan de huidige tekst van art. 371 WIB92 waarbij zij de datum van de poststempel hanteert als datum van indiening van het bezwaarschri. Het blij voor de belasngplichge aldus opleen geblazen met de berekening van de bezwaartermijn. De belasngplichge kan best niet wachten tot de laatst nuge dag van de bezwaartermijn voor het indienen van zijn bezwaarschri wil hij discussies omtrent een al dan niet jdige indiening ervan vermijden. Bron: Imposto Advocaten Auteurs: Jan Sandra en Sarah Vandorpe NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 5
6 Online Touch Home