13

Het komt de administrae toe dit vermeend opzet aan te tonen aan de hand van concrete feitelijke elementen. Overtredingen die hun oorsprong vinden in laajdigheid, materiële vergissingen, te goeder trouw begane onjuistheden komen niet aanmerking bij gebreke aan dit opzet. Bedrieglijk opzet wordt niet geacht bewezen te zijn door het loutere feit van de niet-aangie van belastbare inkomsten, zelfs al zijn deze omvangrijk. Van het voorgaande kan bevesging worden gezien in de administraeve commentaren. In de prakjk echter komt het veelvuldig voor dat de wijzigingsberichten wat betre deze belasngverhoging er louter een algemene standaardmovering op na houden (verwijzing naar algemene beginselen, de algemene stelling dat kapitalen naar het buitenland zijn verplaatst zonder aangie). Deze handelswijze roept vragen op; het valt immers niet te rijmen met de hierboven geduide bewijslast. Op vandaag zijn dan ook tal van bezwaarschrien hangende waarin wordt verzocht de belasngverhoging van 50% te herleiden tot 10% bij gebrek aan (bewijs van) bedrieglijk opzet. Rechtspraak kiest kant van belasngplichge In recente rechtspraak wordt alvast geoordeeld in het voordeel van de belasngplichge. Meer bepaald hee de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen bij vonnis van 3 mei 2021 een belangrijke uitspraak gewezen. In de betrokken casus was de belasngplichge tularis van rekeningen in Frankrijk en Duitsland. Ingevolge Franse en Duitse inlichngen, en na een vraag om inlichngen en antwoorden daarop, was komen vast te staan dat de rekening en roerende inkomsten van Franse en Duitse oorsprong niet (volledig) waren opgenomen in de Belgische fiscale aangies. De fiscus paste een belasngverhoging van 50% toe, en moveerde deze (enkel) als volgt: verwijzing naar de betrokken wetsbepalingen; verwijzing naar de niet-aangie van de rekening en de roerende inkomsten; verwijzing naar oudere rechtspraak inzake het overbrengen van kapitalen naar het buitenland zonder aangie ervan. De belasngplichge betwise deze belasngverhoging. De zaak kwam uiteindelijk voor de rechtbank te Antwerpen. De rechtbank zet de puntjes op de “i”: · Het is aan de belasngadministrae aan te tonen dat er sprake is van bedrieglijk opzet. · Het enkele feit dat geen aangie werd gedaan van belastbare inkomsten – zelfs al waren deze aanzienlijk – is onvoldoende als bewijs van bedrieglijk opzet. · Uit geen enkel element van het betrokken dossier kon worden afgeleid dat er sprake was van opzet, dat de belasngplichge de administrae bewust zou hebben misleid. De belasngverhoging moet worden verminderd tot 10%. We kunnen deze rechtspraak alleen maar onderschrijven. Met het toepassen van een dergelijke sance kan niet lichtzinnig worden omgegaan, dit vergt een duidelijke benadering in concreto, geval per geval, zo volgt uit de rechtspraak. De redenering van de rechtbank geldt ons inziens overigens a forori onder meer in de casussen waarbij het bestaan van de buitenlandse rekening (en desgevallend andere buitenlandse gegevens) in de aangie in de personenbelasng werd gemeld doch de roerende inkomsten niet volledig werden aangegeven. Bron en dank aan Imposto Advocaten Auteurs: Dries Verhaeghe en Jan Sandra NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication