Het komt de administrae toe dit vermeend opzet aan te tonen aan de hand van concrete feitelijke elementen. Overtredingen die hun oorsprong vinden in laajdigheid, materiële vergissingen, te goeder trouw begane onjuistheden komen niet aanmerking bij gebreke aan dit opzet. Bedrieglijk opzet wordt niet geacht bewezen te zijn door het loutere feit van de niet-aangie van belastbare inkomsten, zelfs al zijn deze omvangrijk. Van het voorgaande kan bevesging worden gezien in de administraeve commentaren. In de prakjk echter komt het veelvuldig voor dat de wijzigingsberichten wat betre deze belasngverhoging er louter een algemene standaardmovering op na houden (verwijzing naar algemene beginselen, de algemene stelling dat kapitalen naar het buitenland zijn verplaatst zonder aangie). Deze handelswijze roept vragen op; het valt immers niet te rijmen met de hierboven geduide bewijslast. Op vandaag zijn dan ook tal van bezwaarschrien hangende waarin wordt verzocht de belasngverhoging van 50% te herleiden tot 10% bij gebrek aan (bewijs van) bedrieglijk opzet. Rechtspraak kiest kant van belasngplichge In recente rechtspraak wordt alvast geoordeeld in het voordeel van de belasngplichge. Meer bepaald hee de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen bij vonnis van 3 mei 2021 een belangrijke uitspraak gewezen. In de betrokken casus was de belasngplichge tularis van rekeningen in Frankrijk en Duitsland. Ingevolge Franse en Duitse inlichngen, en na een vraag om inlichngen en antwoorden daarop, was komen vast te staan dat de rekening en roerende inkomsten van Franse en Duitse oorsprong niet (volledig) waren opgenomen in de Belgische fiscale aangies. De fiscus paste een belasngverhoging van 50% toe, en moveerde deze (enkel) als volgt: verwijzing naar de betrokken wetsbepalingen; verwijzing naar de niet-aangie van de rekening en de roerende inkomsten; verwijzing naar oudere rechtspraak inzake het overbrengen van kapitalen naar het buitenland zonder aangie ervan. De belasngplichge betwise deze belasngverhoging. De zaak kwam uiteindelijk voor de rechtbank te Antwerpen. De rechtbank zet de puntjes op de “i”: · Het is aan de belasngadministrae aan te tonen dat er sprake is van bedrieglijk opzet. · Het enkele feit dat geen aangie werd gedaan van belastbare inkomsten – zelfs al waren deze aanzienlijk – is onvoldoende als bewijs van bedrieglijk opzet. · Uit geen enkel element van het betrokken dossier kon worden afgeleid dat er sprake was van opzet, dat de belasngplichge de administrae bewust zou hebben misleid. De belasngverhoging moet worden verminderd tot 10%. We kunnen deze rechtspraak alleen maar onderschrijven. Met het toepassen van een dergelijke sance kan niet lichtzinnig worden omgegaan, dit vergt een duidelijke benadering in concreto, geval per geval, zo volgt uit de rechtspraak. De redenering van de rechtbank geldt ons inziens overigens a forori onder meer in de casussen waarbij het bestaan van de buitenlandse rekening (en desgevallend andere buitenlandse gegevens) in de aangie in de personenbelasng werd gemeld doch de roerende inkomsten niet volledig werden aangegeven. Bron en dank aan Imposto Advocaten Auteurs: Dries Verhaeghe en Jan Sandra NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 02.2023 - Pag. 13
14 Online Touch Home