De rechtbank oordeelt dan ook dat Vlabel niet slaagt in zijn bewijslast voor de toepassing van de anmisbruikbepaling op de gestelde verrichngen. De inbreng in het intern gemeenschappelijk vermogen moet bijgevolg door Vlabel worden gerespecteerd bij de vaststelling van de verschuldigde schenkingsrechten. De rechtbank stelt: “Het is niet omdat de wetgever een specifieke anmisbruikbepaling in het leven hee geroepen om elkaar snel in de jd opvolgende onroerende schenkingen tussen dezelfde parjen te onrekken aan het herhaalde voordeel van de progressiviteit van arkel 2.8.4.1.1, §1 VCF, dat elk geheel van rechtshandelingen dat gekenmerkt wordt door de relaeve snelheid waarmee deze elkaar opvolgen en ten gevolge waarvan de eenmalige progressiviteit van arkel 2.8.4.1.1., §1 VCF doorbroken wordt, strijdig met de doelstellingen van de weelijke bepaling genoemd kan worden. Dit aanvaarden zou immers tot gevolg hebben dat de belasngadministrae vrijelijk verrichngen (of een geheel van verrichngen) kan aanduiden die voor haar niet door de beugel kunnen omdat deze niet voldoen aan de doelstellingen van ‘de wet’ zoals zij die interpreteert, en uiteindelijk de belasngadministrae wetgevend optreedt.” Dit betekent evenwel (spijg genoeg) niet dat Vlabel zich in de prakjk ook zomaar zal conformeren aan deze rechtspraak. Gevolgen voor de prakjk Het besproken vonnis oordeelt terecht dat er geen sprake is van fiscaal misbruik wanneer een onroerend goed wordt ingebracht in een huwgemeenschap en gevolgd wordt door een schenking van dit onroerend goed binnen een korte jdspanne. Dit betekent evenwel (spijg genoeg) niet dat Vlabel zich in de prakjk ook zomaar zal conformeren aan deze rechtspraak. Nieegenstaande het feit dat Vlabel werd teruggefloten door de rechtbank van eerste aanleg te Gent, past hij zijn zienswijze immers nog niet aan. Dit blijkt onder andere uit de Voorafgaande Beslissing nr. 22001 van 1 februari 2022 (publicae op 31 maart 2022), waarbij Vlabel er in het kader van deze problemaek nog steeds van uitgaat dat er sprake is van frustrae van een wetsbepaling (en dus van fiscaal misbruik), en vervolgens de bewijslast bij de belasngplichge legt om nietfiscale moeven aan te tonen. Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent is duidelijk. Vlabel blij evenwel – in strijd met deze rechtspraak – halsstarrig zijn eigen visie toepassen. Op deze manier worden belasngplichgen de facto verplicht om ofwel te hoge belasng te betalen, ofwel om hun gelijk af te dwingen voor de rechtbank. Nota Bene: Een arrest van het hof van beroep te Gent (van 25 oktober 2022) hee het besproken vonnis hervormd in het nadeel van de belasngplichge. Bron: Cazimir advocaten Referenes [1] Omzendbrief 2015/1 van 16 februari 2015. [2] Art. 3.17.0.0.2 VCF. [3] Grondweelijk Hof 30 oktober 2013, nr. 141/2013. [4] Omzendbrief 2015/1 van 16 februari 2015. [5] KB nr. 9 van 3 juli 1939 (BS 5 juni 1939, 4544). NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 04.2023 - Pag. 12
13 Online Touch Home