14

Speerpunt 2: Kwaliteitsimpuls bestaande natuur De gerealiseerde natuur functioneert ecologisch nog niet altijd optimaal. Bijvoorbeeld door versnippering (c.q. gebrek aan samenhang), door problemen met beheer en beheerafstemming, en door tekortschietende financiën. Inzet is om alle bestaande natuur in 2030 een rapportcijfer 8 te laten scoren. Daarbij zijn dit onze vijf prioriteiten: 1. Versnelde verschraling van (te) voedselrijke gebieden. Daarbij gaat het deels om depositie van elders en deels om omvorming van voormalige (voedselrijke) landbouwgronden. Naast een aanpak aan de bron kan hiervoor plaatselijk uitmijnen of afplaggen een oplossing bieden. 2. Verbeteren van de waterkwaliteit door: a. Baggeren van sloten en meren en het creëren van voldoende ruimte voor baggerdepots. b. Vermindering van de inlaat van gebiedsvreemd water door langer vasthouden van gebiedseigen (kwel)water. Dat geldt zowel voor een aantal plassengebieden als voor de binnenduinrand en het herstel van duinrellen. 3. Verbeteren peilbeheer. Het waterpeil, c.q. de drooglegging, is nog niet altijd op het gewenste niveau. Dat komt soms omdat de inrichting nog moet worden voltooid en soms doordat er particuliere onderbemalingen vergund zijn. In samenspraak met de grondgebruikers zetten we ons in voor een optimaal peilbeheer. 4. Verbeteren graslandbeheer. Met name in een aantal weidevogelreservaten spelen problemen met verruiging (o.a. pitrus, riet), mede door gebrek aan menskracht en financiën, vooral voor het arbeidsintensieve beheer van veenweidegebieden. Er wordt al hard gewerkt aan optimalisering van beheer; de komende jaren zal dit worden voorgezet en uitgebreid. 5. Plaatselijk terugdringen van schadelijke/ongewenste soorten. We onderscheiden drie typen: a. Predatoren van boerenlandvogels, wadvogels en koloniebroeders. b. Ganzen, met name overzomerende. Deze brengen schade toe aan kwetsbare natuur (orchideeëngrasland, waterriet etc.) en lijken plaatselijk ook de weidevogels in de weg te zitten. Bij populatiebeheer is het provinciale Ganzenakkoord van 2014 leidend. Daarbij is het bovendien cruciaal om het beleid voor rust- en foerageergebieden ook na 2019 voort te zetten. c. Invasieve exoten. Een aantal soorten dreigt de gebiedseigen natuur te overwoekeren, zoals Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop. 14

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication