11

11 Lex van Teeffelen De onderzoekers zijn best wel geschrokken van de resultaten, vertelt hij. “Zeventig procent van de ondernemers investeert op dit moment vrijwel volledig vanuit privé in het eigen bedrijf. Dat is tricky.” De oorspronkelijke vraag luidde: heeft u behoefte aan financiering? “Eén op de vier antwoordde ‘ja’. Vervolgens hebben we de vraag anders geformuleerd: heeft u afgelopen jaar in uw bedrijf geïnvesteerd? Daarop antwoordde zeventig procent ‘ja’.” Als er dan toch een behoefte is aan geld, is het beter om op consumptief krediet terug te vallen. “Nog steeds duur geld, maar het is een stuk goedkoper dan het zakelijk flitskrediet”. Factoring Factoring is één van de manieren waarop een ondernemer zijn liquiditeitspositie kan vergroten. “Dan moet je je totale bestand ‘factoren’. Daarmee is het qua kosten rond de 1 en 1,5% op maandbasis en is ook nog eens het risico op wanbetaling afgekocht. Factoring is pure bevoorschotting: binnen een paar dagen heb je tegen de tachtig procent van je geld binnen.” Andere kredietalternatieven zijn Qredits – “Maar dan moet je een bedrijfsplan laten zien” – en de kredietfaciliteit van de Bbz-regeling. “Daarvan maken maar heel weinig ondernemers gebruik. De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) bestaat nog, maar de banken maken er geen gebruik van. En als ze het gebruiken, dan is het vaak voor de grotere bedragen.” Een NOAB tweede drempel van de BMKB is de risico-opslag van twee, drie procent die ondernemers moeten betalen. Van Teeffelen is kritisch naar de banken: “Nu pas gaat de kredietkraan weer open, terwijl de volgende crisis eraan komt. De banken financieren precies op het verkeerde moment.” ‘Er mist een Wft kleinzakelijk’ “Zorg dat je partner een baan heeft,” adviseert Van Teeffelen. “Zodat er een andere inkomstenbron is naast het ondernemersinkomen.” En misschien wel nog belangrijker: “Houd er direct mee op als je er geen ondernemersinkomen uit kunt halen. Stop ermee! Je komt privé ook enorm in de problemen.” Hij vervolgt: “Ik spreek ondernemers die zestig tot tachtig uur werken en nog geen € 2000 verdienen. Dan adviseer ik ze ‘is het niet tijd om ermee op te houden?’. A is het niet verkoopbaar en B moet je nadenken om ermee te stoppen als je zo hard moet werken voor je inkomen. Je bouwt niks op. Als je jong bent en geen grote verplichtingen hebt, maakt het niet zo veel uit. Maar met een hypotheek en kinderen. Dit is dé tijd om te zeggen ‘het zit er niet meer in, ik ga iets anders doen’. Er is een schreeuwende behoefte aan personeel.” ■ Activa | Nummer 1 - 2019 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication