7

kan bij uitstek een rol nemen rond dit thema, meent Reinhoudt. “De account/financieel dienstverlener moet scherp zijn op risico’s, óók maatschappelijke. Dat past bij zijn rol. Als een accountants- en/of administratiekantoor risico’s ziet, kan deze op grond van de expertise klanten wijzen op de risico’s en hen daarin begeleiden.” “Het voordeel van niet-financiële controles is dat je als financieel dienstverlener veel dieper inzicht krijgt in de onderneming en beter begrijpt hoe waarde wordt gecreëerd en wat de impact is van zo’n onderneming op de wereld om zich heen,” meent Looijenga. Hij ziet de rol verschuiven van puur de jaarrekening naar een bredere rol waarbij de maatschappelijke impact en risico’s op nonfinancial gebied worden besproken. “In het mkb, waar je vaak een adviserende rol hebt, liggen kansen om dit thema mee te nemen. Die behoefte groeit bij bedrijven. De intrinsieke motivatie om duurzaam te ondernemen in het mkb is hoog. Als mkb-kantoor kun je zo’n klant helpen bij de eerste stappen naar een duurzaamheidsrapportage.” EENVOUDIG EN MEETBAAR Meten is een belangrijke stap in het proces. “Als iets nog niet wordt gemeten, moet je nadenken hoe je dat inricht en de keten daarin betrekt. Dat moet je vastleggen. Er zijn voldoende vrijwillige standaarden en er is heel veel kennis beschikbaar qua niet-financiële data. Bedrijven die dat willen, kunnen morgen starten met duurzaamheidsrapportages,” vertelt Looijenga. De competenties van de account/financieel dienstverlener komen bij het inrichten en opzetten van de niet-financiële rapportages goed van pas. “Een belangrijk onderscheid met financiële rapportages is dat je geen dubbele boekhouding hebt. Bij duurzaamheidsinformatie heb je vaak maar één enkel meetpunt. Als account/financieel dienstverlener weet je goed hoe processen in elkaar moeten zitten en hoe je goede checks-and-balances inbouwt. Een tweede kwaliteit is dat hij goed kan klankborden wat andere ondernemers op dat gebied doen.” “ BEDRIJVEN DIE DAT WILLEN, KUNNEN MORGEN STARTEN MET DUURZAAMHEIDSRAPPORTAGES” “Bij het vaststellen van de prestatiedoelen (kpi’s) gaat het erom dat ze “houtsnijden, eenvoudig en meetbaar zijn,” zegt ook Reinhoudt. Belangrijk handvatten daarbij zijn het Klimaatakkoord, het Grondstoffenakkoord en het 100.000 Banenplan. “Daar staat in wat er moet gebeuren. Dat kun je omrekenen naar wat er van jou als bedrijf wordt verwacht qua bijdrage. Daar zouden je doelen op geënt moeten zijn. Die doelen zijn niet vrijblijvend.” Hij vervolgt: “De eerste stap is dat je een aantal sleutelissues benoemt, waar je zelf invloed op hebt. Onderwerpen die je kernprocessen raken. Bij een maakbedrijf gaat het bijvoorbeeld over je grondstoffen, energieverbruik of personeel. NOAB.NL 7 COVERARTIKEL

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication