26

Met welke ethische dilemma’s krijgen coaches te maken? In ons vak komt het vaak voor dat situaties ‘grijs’ zijn. Kijk, er zijn maar weinig bij NOBCO aangesloten coaches die er bewust een bende van maken of geheel incompetent zijn. Wat we helaas wel zien, zijn coaches die zich volstrekt onvoldoende bewust zijn van de eisen die aan ons vak gesteld mogen worden en van wat in de IEC daarover is bepaald. Om een voorbeeld te noemen: we komen nog veel te vaak tegen dat coaches de vertrouwelijkheid van de gesprekken met hun coachees schenden. Soms subtiel, in een paar woorden tegen de leidinggevende van de coachee op een receptie. Maar ook wel heel openlijk, door bijvoorbeeld een verslag te sturen naar een HR-medewerker, een arbeidsrecht advocaat of de Raad voor de Kinderbescherming. Het valt mij altijd op dat deze coaches dat doen in de veronderstelling dat ze daarmee hun coachee het beste helpen. Of soms zelfs het idee hebben dat ze het verplicht zijn. Terwijl in de werkelijkheid het verbreken van de vertrouwelijkheid gewoon niet mag. Zeg maar nooit, ook niet een klein beetje. Dat is een hele harde regel met maar een paar uitzonderingsgevallen. En dat zijn vrij extreme situaties die vrijwel nooit voorkomen, zoals wanneer je coachee zegt dat hij serieuze en gedetailleerde plannen heeft om zichzelf of anderen wat aan te doen. En dan nog is het verbreken van vertrouwelijkheid iets wat je alleen met de grootste zorg omgeven mag doen. Dus iets wat je eerst met je coachee en je supervisor of een andere ervaren coach bespreekt. De morele afweging die erachter zit moet je goed aan jezelf en anderen kunnen uitleggen. Wat zijn veelvoorkomende klachten van coachees? Gegrond verklaarde klachten betreffen enerzijds zaken die met de contractering en opstelling van de coach te maken hebben, zoals een ontbrekende of onduidelijke contractering, het verkeerd voorstellen van de eigen deskundigheid en de grenzen van de eigen vaardigheden en verantwoordelijkheden niet kennen. Anderzijds gaat het om klachten over het feitelijke handelen van de coach. Naast het verbreken van de vertrouwelijkheid die ik al noemde, betreft dat bijvoorbeeld het aangaan van sociale of fysieke relaties met coachees, het niet nakomen van afspraken, belangenverstrengeling of de schijn daarvan en het niet respecteren van het recht van een coachee op het beëindigen van de coachrelatie. Een coach weet vaak niet wat de persoonlijke grenzen zijn van een coachee. Hoe moet hij die dan definiëren? Dat is zeker lastig. Juist daarom is het zo belangrijk dat je je als coach bewust bent van de ethische component van het vak. In de klachtencommissie kijken we dus niet alleen naar of je handelen ‘goed of fout’ is geweest conform de IEC. We kijken ook heel goed naar hoe je als coach tot je afwegingen bent gekomen. Ben je je bewust geweest dat er een moreel dilemma was, en hoe ben je met dat dilemma omgegaan? De ene coach vindt het bijvoorbeeld geen probleem om te starten met een coachtraject van iemand die leiding geeft aan een andere coachee waarmee hij al een lopend traject heeft. Die redeneert: de kachel moet roken en het is niet per se verboden om twee mensen te coachen die in een relatie met elkaar staan. Een andere coach onderkent dat dit belangenverstrengeling kan inhouden en bespreekt het met zijn huidige coachee en met de leidinggevende en brengt het als casus in, in zijn intervisiegroep. Pas daarna maakt hij bewust de keuze om het in dit geval wel te doen en communiceert hij daar duidelijk over met alle betrokkenen. Over de eerste coach zullen we als klachtencommissie waarschijnlijk minder mild oordelen dan over de tweede. Het onderkennen en maken van dat soort morele afwegingen is dus een must. Je bewust en met zorg bewegen in het grijze gebied is een kunst op zich. Wat kunnen gevolgen zijn voor een coachee als een grens wordt overschreden? Soms is er weinig concrete schade en gaat het de coachee alleen om de morele genoegdoening. Maar soms ook is de schade groot. Een vader

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication