17

‘Bij leren van volwassenen speelt vooral de omgeving waarin geleerd wordt en levenservaring een rol’ 17 Op Europees beleidsniveau wordt een leven lang leren gedefinieerd als ‘alle leeractiviteiten die gedurende het hele leven ontplooid worden om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren.’ Dat gaat dus om jongeren, maar ook om volwassenen. Zit er een verschil in hoe deze twee groepen leren en waardoor ontstaat dat verschil dan? “Vanuit meerdere invalshoeken is dat inderdaad zo”, vertelt Desirée. “Het eerste verschil is dat volwassenen een veel grotere bron van informatie om zich heen hebben waarvan ze kunnen leren. Ze hebben meer meegemaakt, waarvan ze hebben kunnen leren. Jongeren hebben die ervaring vanwege hun leeftijd automatisch niet.” Formeel, informeel en non-formeel leren Naast levenservaring is het doel waarvoor iemand leert en de omgeving waarbinnen wordt geleerd anders. “Door hun levenservaring zoeken volwassenen bij het leren meer naar oplossingen voor problemen die ze zijn tegengekomen. Dat zie je bij jongeren minder. Die leren omdat het moet en meestal in een schoolse omgeving. Dat noemen we formeel leren. Volwassenen volgen ook wel formele opleidingen, maar zij leren ook veel in non-formele of informele omgevingen. Non-formele omgevingen zijn bijvoorbeeld in-company trainingen of een cursus in de vrije tijd. Informele omgevingen zijn de gesprekken bij het koffieapparaat, op het schoolplein of wanneer je je ouders bezoekt in een verzorgingstehuis. Jongeren leren ook informeel, in de sociale omgang met medeleerlingen, maar het informele of non-formele leren is in verhouding niet zoveel als bij volwassenen.” Werking van de hersenen Er wordt vaak gedacht dat volwassenen minder makkelijk leren. Volgens Desirée klopt dat feitelijk niet, omdat de wijze waarop het brein werkt bij jongeren en volwassen identiek is: “Als we gaan leren, dan maken onze hersenen netwerken aan, zodat zaken opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Het aanmaken van die netwerken gaat bij jongeren en volwassenen precies hetzelfde. Alleen zijn jongeren er veel actiever mee bezig. Die zijn continu aan het leren en strategieën aan het ontwikkelen om dingen te onthouden. Volwassenen doen dat niet. Zo’n proces, waarin je dus bepaalde verbindingen te weinig aanspreekt, zorgt ervoor dat wat je geleerd hebt naar de achtergrond verdwijnt. En dus veel minder makkelijker weer uit je geheugen kan worden opgehaald.”

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication