23

de coachee, naast te weinig bewustzijn van de eigen problemen, verkeerde verwachtingen hebben van de coaching, psychische problemen hebben of geen duidelijk doel. Zo’n 10% van de deelnemende coaches noemde te weinig supervisie of te weinig expertise als oorzaak van de bijwerkingen. Dat coaches die oorzaken vooral buiten zichzelf zoeken kan duiden op een menselijke neiging om verklaringen voor falen of slechte ervaringen buiten onszelf te zoeken. Dat noemen we de fundamentele attributiefout: we denken graag dat de dingen die goed gaan aan onszelf te danken zijn, terwijl we geneigd zijn om te denken dat de dingen die niet goed gaan komen door anderen of de omgeving. Deze natuurlijke neiging van mensen om op die manier om te gaan met negatieve uitkomsten kan de reden zijn dat coaches de oorzaken vooral buiten zichzelf zoeken. Dat brengt wel een gevaar met zich mee, want een coach zal minder geneigd kunnen zijn om bij zichzelf te rade te gaan wanneer er sprake is van bijwerkingen voor de coachee. Het belang van een goede relatie De hierboven genoemde resultaten hebben betrekking op wat coaches zelf dachten dat oorzaken waren van de bijwerkingen. Dat zegt dus nog niet zoveel over de daadwerkelijke oorzaken van de bijwerkingen. Wanneer de onderzoekers in een ander onderzoek bekeken welke factoren daadwerkelijk voorspellend waren voor de bijwerkingen, dan kwam vooral de relatie tussen coach en coachee (de werkalliantie) en de ervaren competentie van de coach naar voren. Dat zou kunnen betekenen dat een goede werkalliantie en een competente coach de bijwerkingen van coaching mogelijk kunnen verminderen. De competentie van de coach werd in dit onderzoek overigens beoordeeld door de coachees, en is daarmee een subjectieve inschatting van hoe competent de coach in diens ogen was. Coaching als proces van verandering De hierboven beschreven bijwerkingen lijken op het eerste gezicht tegenstrijdig met de bevinding dat coaching zou leiden tot een hoger psychisch welzijn en meer tevredenheid. Uit een overzichtsartikel van Grover en Furnham uit 2016 blijkt echter dat de resultaten uit onderzoek met betrekking tot levenstevredenheid en werktevredenheid niet altijd eenduidig zijn. Zo worden niet altijd positieve effecten gevonden van coaching op werk- of levenstevredenheid. Daarnaast wordt in onderzoek naar de effecten van coaching gekeken naar gemiddelde scores van een hele groep mensen (in dit geval coachees). Hoewel die groep dan over de hele linie bijvoorbeeld een hoger psychisch welzijn ervaart als gevolg van coaching, is het mogelijk dat er enkele coachees tussen zitten die juist een lager psychisch welzijn ervaren als gevolg van coaching. Dat er bij coaching bijwerkingen kunnen optreden zoals een verminderde werktevredenheid of levenstevredenheid is wellicht minder vreemd dan het in eerste instantie lijkt. Coaching gaat immers over een proces van verandering. Een coachee kan bijvoorbeeld ontdekken dat het werk dat hij of zij doet helemaal niet goed ‘past’, of dat hij of zij eigenlijk niet leeft naar de eigen waarden of normen. Dat kan leiden tot (tijdelijke) ontevredenheid. Uitdaging voor onderzoekers Overigens brengt het onderzoeken van mogelijke bijwerkingen van een interventie de nodige uitdagingen met zich mee. Een bijwerking treedt immers op bij een goed uitgevoerde interventie en is geen gevolg van wanpraktijken. Dat betekent dat je in onderzoek naar mogelijke bijwerkingen goed moet kijken naar 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication