14

‘Het enige wat je doet is nieuwsgierig zijn naar elk subpersoon in de coachee zodat hij of zij die subpersonen in zichzelf ontdekt’ Hoe benoem jij de subpersonen? “Liever niet door er een naam op te plakken, zoals dit is de pleaser of de perfectionist. Ik hou het graag wat opener: ‘Ik hoor dat er een kant in jou is die van harmonie houdt. Mag ik eens met dat deel van je kennismaken?’ In de ontmoeting die daarop volgt, ben je vervolgens open, uitnodigend en benieuwd naar wie deze subpersoon is. Op die manier voelt dat deel zich welkom en laat het zich makkelijker zien en horen. Als ik ongeduldig word bij een subpersoon, zeg ik niet: ‘Ik word ongeduldig van jou’ want daarmee jaag ik dat deel waarschijnlijk weg en kan de coachee niet meer ontdekken hoe rustig en bedachtzaam dat deel is. Het is belangrijk dat ik zonder oordeel blijf.” Ben je altijd op zoek naar de subpersonen waar de coachee last van heeft? “Niet per se. Ik ga in gesprek met de subpersonen die zich in het vraagstuk van de coachee ophouden. Wie in jou bemoeien zich er allemaal mee? Soms komt iemand niet uit een vraag, juist omdat bepaalde kanten nog niet gehoord zijn. Of omdat een bepaalde kant met goede redenen zó sterk is, dat andere er niet aan te pas komen. Je werkt met polariteiten (Voice Dialogue heeft zijn oorsprong in het werk van Jung - red.). Als de één sterk op de voorgrond is, wat is er dan op de achtergrond waar je coachee ook gebruik van kan maken?” Zou je een lastige ik ‘thuis kunnen laten’? “Het is heel natuurlijk dat we als mens sommige kanten van onszelf lastig vinden en daar graag vanaf zouden willen. Maar kanten laten zich niet zomaar wegsturen. Je leert wel om meer regie te nemen en zorg te dragen voor de onderliggende kwetsbaarheid. Stel: je coachee moet een moeilijk gesprek voeren met haar baas en een kant in haar is doodsbang voor dat gesprek. Als ze dat bange meisje het gesprek laat voeren, is de kans groot dat de boodschap niet goed overkomt. In een Voice Dialogue-sessie kan de coachee eerst contact leren maken met dit bange meisje, haar angst horen en zorg voor haar dragen. Pas daarna zou ze misschien kunnen zeggen: ‘Ik weet dat jij het spannend vindt. Ik laat jou nu even thuis achter en kom je straks vertellen hoe het ging.” Ben je als coach bezig met: wie in de coachee stelt de vraag? “Het belangrijkst is dat ik er ben: luisterend, niet oordelend, uitnodigend en dat ik verwelkom wie zich aandient. Als ik in gesprek ben met de coachee, kijken al zijn subpersonen mee. Hoe meer ruimte en vertrouwen ik bied, hoe meer subpersonen zich veilig genoeg voelen om zich in een volgende sessie te laten zien.” Voor welke vraagstukken is Voice Dialogue minder geschikt? “Voice Dialogue is zeker niet geschikt bij alle vragen. Zoals voor een talentenonderzoek of als iemand een bepaalde vaardigheid wil leren. En je coachee moet natuurlijk ook open staan voor deze manier van werken.” Als coach heb je zelf ook te maken met de verschillende kanten in jezelf. Hoe ga je daarmee om? “Je komt als coach ook je eigen ikken tegen in een sessie, zoals bijvoorbeeld een resultaatgerichte ik, als het je te langzaam gaat als coach. Voice Dialogue heeft mij als coach geholpen om daar minder in te belanden. Als facilitator hoef je geen vragen op te lossen of antwoorden te vinden. Het enige wat je doet is nieuwsgierig zijn naar elk subpersoon in de coachee zodat hij of zij die subpersonen in zichzelf ontdekt. Dat vraagt van de coach steeds weer openheid en aansluiten bij: welke subpersoon is dit? Wat vindt deze subpersoon

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication