25

stellen en terug te geven wat je ziet gebeuren. Toen ik zag dat er binnen de OU (Open Universiteit) een onderzoeksprogramma naar coaching liep, wist ik meteen dat ik daar voor mijn scriptie bij wilde aansluiten. Bereidheid professionals Wat mij positief heeft verrast, is de interesse vanuit de praktijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van coaching. Het symposium is daar uiteraard een mooi voorbeeld van, maar ook de bereidheid van professionals uit het werkveld om bij te dragen aan onderzoek vind ik heel mooi en belangrijk. Ik had mijn onderzoek niet op deze wijze kunnen uitvoeren als Resilians daar niet aan mee had gewerkt. Coaching is zonder meer een mooi vak waar ik graag mee verder ga. Na mijn afstuderen begin dit jaar is coaching voor mij iets meer op de achtergrond geraakt. In mijn huidige werk (als HR-adviseur) coach ik wel regelmatig mensen en pas ik ook vaker coachtechnieken toe. Ik ben echter niet formeel als coach bezig, maar ik moet zeggen dat ik door het NOBCO Symposium wel weer geïnspireerd ben geraakt om hier echt meer mee te doen - ook voor het doen van onderzoek. Als ik een goede manier weet te vinden, zou ik het inderdaad leuk vinden mij hier verder in te specialiseren. Het prijzengeld gebruik ik trouwens om dit jaar met Kerst nog wat extra uit te kunnen pakken met cadeaus voor mijn familie.” Johan Lataster: begeleider Dr. Johan Lataster begeleidde zowel Eva van Duin als Ruud van Dun bij hun thesis. Hij is als universitair hoofddocent verbonden aan de vakgroep Levenslooppsychologie van de Open Universiteit. Johan: “Het was enorm motiverend om te merken dat Eva en Ruud hun thesis als meer beschouwden dan ‘alleen’ een afstudeeropdracht. Ze waren veel bezig met het onderwerp en ik merkte dat ze echt een betekenisvolle bijdrage wilden leveren. De lat lag dus hoog, maar dat het nu in een eerste en tweede prijs resulteert, is natuurlijk wel een droomscenario. Over Eva Eva is heel attent, betrokken en erg fijn om mee samen te werken. Ze heeft met haar scriptie aan de wieg gestaan van een langer lopend onderzoek naar coaching - dat ik nu samen met andere Open Universiteit-studenten voortzet. Ze laat dus echt wat na. Eva gaat zeer grondig en nauwkeurig te werk, en stelt volgens mij hoge eisen aan zo’n beetje alles wat ze doet en aflevert. Complexe materie kan ze heel goed op een begrijpelijke manier presenteren. Dat laat ze niet alleen zien in haar scriptie, maar ook bijvoorbeeld in een kort artikel over haar onderzoek in het Tijdschrift voor Coaching, waar veel positieve reacties op kwamen. Een heel mooi rolmodel voor de studenten die nu dit onderzoek voortzetten. Over Ruud Omdat Ruud afstudeerde in de arbeids- en organisatiepsychologie bracht hij theoretische inzichten mee die voor mij als begeleider vanuit de master levenslooppsychologie ook weer verrijkend waren. Het was een frisse blik en mooie kruisbestuiving. Inhoudelijk voerden we best felle discussies, maar altijd in een gemoedelijke, relaxte sfeer. Lekkere mentale work-outs waren dat, ik houd daar wel van. Voor zijn scriptie werkte Ruud intensief samen met wetenschappers (OU) en praktijkmensen (Resilians), en slaagde hij erin om iedereen op één lijn te krijgen. Bovendien wist hij zijn eigen tijd én die van alle betrokken partijen optimaal te managen. Het was wat dat betreft ook een heel gestroomlijnd traject. Werkrelatie en coaching Wat het mij zelf heeft opgeleverd? Allereerst bevestigen beide studies dat de werkrelatie echt een hele belangrijke rol speelt in coaching. Dat blijkt dus een robuuste bevinding. Eva’s onderzoek geeft ons vooral meer inzicht in het waarom daarachter. Er is herhaaldelijk geopperd (o.a. door Spence & Oades, 2011; Gabriel et al., 2014) dat de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 1985) een bruikbaar theoretisch kader voor coaching biedt, maar er volgden nog maar weinig empirische studies om deze veronderstelling te toetsen. Eva’s onderzoek suggereert dat een goede werkrelatie gepaard gaat met betere coachuitkomsten vanwege een gevoel van psychologische basisbehoeftenbevrediging aan de kant van de coachee. Een bevinding met belangrijke implicaties voor zowel vervolgonderzoek als de coachpraktijk. Een op het eerste gezicht misschien verrassende uitkomst van het onderzoek van Ruud was dat face-to-face en telefoon-coaching qua uitkomst hetzelfde waren. Als je andere studies erop naslaat, dan is dat eerder ook wel gevonden. Je vraagt je wel af hoe dat kan natuurlijk en wat daar dan een verklaring voor is. Het rijmt bijvoorbeeld niet helemaal met het idee dat non-verbale communicatie een essentiële rol speelt in begeleidingsprocessen. Maar Ruud noemt ook een aantal methodologische verklaringen (bijvoorbeeld selectie in de steekproef en selectieve uitval) waar in toekomstig onderzoek beter rekening mee kan worden gehouden. Trots Al met al denk ik dat Eva en Ruud waarschijnlijk veel te bescheiden zijn over hun persoonlijke prestaties. Dat siert hen. Het is daarom des te mooier dat de jury - puur op beoordeling van hun werk - nu deze mensen in de spotlight zet. Ze verdienen het. Als begeleider vanuit de Open Universiteit vervult het me natuurlijk ook met trots dat twee van onze masterstudenten hier nu op het podium stonden.” 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication