22

PENSIOENDIALOOG 03 24 Dick: “We hebben als brancheorganisatie veel input kunnen geven. Door de uitgebreide voorbereiding verloopt de uitwerking soepel. De aanpassing van het nabestaandenpensioen bijvoorbeeld, hebben we in overleg met de vakbonden zonder al te veel discussie kunnen oplossen in onze sector.” Rosa: “Dat is een goed voorbeeld inderdaad. Eerst bouwde je nabestaandenpensioen op boven een bepaalde drempel, dat valt nu weg. In het nieuwe stelsel krijg je vanaf de eerste euro nabestaandenpensioen. Dat betekent dat in de meeste gevallen het nieuwe nabestaandenpensioen beter uitpakt voor mensen met lage of lage middeninkomens. Ook maakt het voor de hoogte van de nabestaandenuitkering niet meer uit of je kort of lang bij eenzelfde werkgever in dienst was.” Dick Voortman Dick: “VNO-NCW en MKB-Nederland zijn de werkgeversorganisaties waar ook OnderhoudNL bij is aangesloten. Hoe kijken jullie als sociale partners aan tegen het nieuwe pensioenstelsel?” Rosa: “Er is bijna geen wet waar zo lang en door zoveel partijen over is nagedacht. Er is een evenwichtig stelsel ontstaan waarbij de input van sociale partners goed is meegenomen, zowel bij het maken van de politieke keuzes als in de technische uitwerking. Zoals allerlei dempingsmechanismen om tegenvallers op te vangen. Ook de doorsneepremie is losgelaten. Die hield in dat - eenvoudig gezegd – jongere medewerkers de ouderen ‘subsidiëren’ en andersom. Op zich werkt dat goed als de deelnemer zijn of haar hele loopbaan in dezelfde branche blijft. Maar de arbeidsmarkt is veranderd, dus het pensioensysteem moest individueler worden, dat is goed gelukt. ” Dick: “Jullie zaten als onderhandelingspartner het gehele traject aan tafel. Wat waren jullie belangrijkste uitgangspunten? Rosa: “Belangrijk was dat er heldere afspraken gemaakt konden worden over de hoogte van de premie voor meerdere jaren. Door het oude stelsel kon de premie jaarlijks omhoog en omlaag schieten. Nu hebben werkgevers meer duidelijkheid over hoeveel pensioen ieder jaar kost, en wordt de inhouding op het loon voor de werknemerspremie stabiel voor de medewerker. Ook wilden we dat het voor de medewerker duidelijk is hoeveel premie er ingelegd wordt en hoeveel rendement er gemaakt wordt. Hierdoor is het beter vergelijkbaar: het kan best zo zijn dat een werkgever die iets minder loon betaalt, toch betere arbeidsvoorwaarden biedt dan een andere werkgever, omdat die werkgever misschien wel meer pensioen inlegt voor de medewerker. Dick: “Dat is inderdaad een van de grootste winstpunten van het nieuwe stelsel. Als ik medewerkers in onze sector vertel dat ze dat twee of drie keer zoveel 22 ONDERHOUDNL

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication