15

3 OVER KERNIDENTITEITEN EN ONTWIKKELINGSASSEN Kernidentiteiten zijn unieke, karakteristieke eigenschappen, wezenskenmerken waarmee een bepaalde plaats of groter gebied zich nadrukkelijk onderscheidt van andere gebieden. Ze doen zich voor in verschillende vormen en hoedanigheden. Binnen de stadsregio onderscheiden we drie soorten identiteitsdragers: verbindende lijnen, solitaire puntlocaties en autonome ensembles. Verbindende lijnen: ontwikkelingsassen Typerend voor een gebied dat zo rijk is aan rivieren en ander oppervlaktewater als de stadsregio, is dat vrijwel alle ontwikkelingen zich van oudsher voltrokken langs lijnen: verbindende lineaire structuren die parallel lopen aan of verband houden met het systeem van (deels latente of verdwenen) waterlopen. Dat geldt zowel voor de geofysische en de demografische als voor de economische en cultuurhistorische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingsassen zijn daarmee meteen ook de voornaamste identiteitsdragers. Aan deze assen concentreren zich dan ook de meeste puntlocaties en ensembles. Als meest relevante historische ontwikkelingsassen en identiteitsdragers onderscheiden we de rivieren zelf, de dijken, de linies, de corridor Arnhem-Nijmegen en de zomen en (stroom)ruggen. Het is de bedoeling ze bij de ontwikkeling van het cultuurhistorisch erfgoed ‘Dijk en kolk’ opnieuw een belangrijke rol te geven. Puntlocaties De meeste puntlocaties worden ‘letterlijk’ door de genoemde lijnstructuren verbonden – dat geldt bijvoorbeeld voor veren (rivieren) en verdedigingswerken (linies). Maar er zijn ook op zich zelf staande, solitaire puntlocaties of enclaves, die niet met deze lineaire structuren samenhangen. Die locaties zijn eerder thematisch met elkaar verbonden. Dit soort plekken ontleent zijn eigenheid aan een bijzondere omstandigheid of een dramatische gebeurtenis. Denk aan zandhoogten (donken), terpen of slagvelden (Tweede Wereldoorlog, Tachtigjarige Oorlog). Puntlocaties, al dan niet gekoppeld aan lijnstructuren, hebben opvallend vaak aan te merken als ‘Lieux de mémoire’, ‘herinneringsplekken’ die een bijzondere status verdienen en soms ook al hebben (ze worden dan gemarkeerd door monumenten, plaquettes, kapellen enzovoort). Erfgoedontwikkeling van dit soort locaties zou kunnen plaatsvinden door ze op de een of andere manier thematisch te verbinden. Voor de verdronken dorpen zou dat bijvoorbeeld kunnen met behulp van een speciaal ontworpen landmark dat in het landschap de plaats aangeeft van de vroegere kapel of kerk. Lieux de mémoire zijn bij uitstek plaatsen met een eigen bijzonder verhaal. Ensembles Op enkele plaatsen vinden we een aantal verschillende identiteiten vlakbij elkaar, waarvan het de moeite waard kan zijn die – in combinatie – gezamenlijk te ontwikkelen. Dit zijn zogenaamde universeel gave ensembles, plaatsen waar sprake is van een unieke stapeling van bijzondere kenmerken (cultuur- en/ of natuurhistorisch). Dit soort locaties leent zich bij uitstek voor ontwikkeling als Museaal landschap – de term spreekt eigenlijk voor zich. Een voorbeeld van een mogelijk ensemble is het al eerder genoemde fort Pannerden. Kekerdom met de watersnood van 1995 “Van oudere mensen hadden wij gehoord dat het water in 1926 ook in de kerk had gestaan. Dat is dus – met de ervaring van 1993 – éénmaal in de zeventig jaar dachten wij. Als dat zo weinig voorkomt, kunnen we dus zelf wel de boel opruimen. Maar wat bleek … in 1995 is het alwéér zover. We volgden nauwlettend de waterstanden, en het water bleef maar stijgen. (…) Zondagsmorgens ging ik samen met Joke Giesen de dijk op en we konden toen al niet verder meer dan halfweg het toegangspad naar de kerk.. Zondagsmiddag opnieuw – nu met de laarzen aan – poolshoogte genomen. Bij de kerkdeur stonden we al tot onze knieën in het water. ’s Maandagsmorgens was de kerk al niet meer bereikbaar en de meeste grafzerken verdwenen onder de waterspiegel. Het water stond toen ongeveer 20 cm hoog tegen de zandzakken. Op weg terug naar huis ontmoetten we Ed van Zelst die ons vertelt dat we hoogstwaarschijnlijk moeten evacueren.. ’s Middags om 13.00 uur zal het bekend worden gemaakt”. Uit: “Bedreigde Dijken … daar waar de Rijn en Waal wordt …” Masterplan Dijk & Kolk 15

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication