Kernidentiteiten onderverdeeld naar ontwikkelingsassen De verbindende kwaliteit van de ontwikkelingsassen die vroeger al voor groei en ontwik keling zorgde, zal opnieuw uitgangspunt zijn voor – nieuwe – ontwikkelingen. Boven dien is het zo dat de meeste kernidentiteiten vertegenwoordigd worden door hun verbondenheid met die ontwikkelingsassen. Daarom wordt in hoofdstuk 4 de selectie van kansrijke kernidentiteiten en de hierop gebaseerde project voorstellen, onderverdeeld naar de verschillende ontwikkelingsassen. We onderscheiden: • De verbindende rivier Van oudsher zijn de rivieren de belangrijkste ontwikkelingsassen. Dat begon al met de aanvoer van alle bodemmateriaal waaruit het stadsregionale landschap uiteindelijk is ontstaan; een landschap dat de rivieren mede vorm hebben gegeven. Rivieren fungeerden ook als migratieroutes, aanvankelijk vooral voor flora en fauna maar later ook voor de mens. Ze verbonden en verbinden dorpen en steden en waren tot ver in de twintigste eeuw de voornaamste verkeers- en transportaders. Rivieren en hun directe omgeving speelden een voorname rol in de ontwikkeling van handel en industrie. Scheepvaart, scheepsbouw, visserij en de talrijke veerdiensten betekenden voor velen een broodwinning. Kenmerkend voor het gebied van de stadsregio was – en is op bepaalde plekken nog steeds – de sedimentgerichte bedrijvigheid. Dijken stagneerden het water en bevorderden daardoor een grootschalige kleiafzetting. Zo kon een bloeiende baksteenindustrie ontstaan. Langs beide zijden van de Waal liggen als een kralensnoer (oude) baksteen fabrieken (van Spijk tot Bemmel, en van Millingen tot Beuningen): Panoven bij de Rijn, Beuningen (Staartjeswaard, Bunswaard), Zevenaar. Deze steenfabrieken zijn inmiddels opgenomen in het ‘Landschapsplan Rivierengebied’. Zand- en grindwinning vinden we langs de Waal (Bijlandt, Bingerden), de Rijn (Meinerswijk, Zevenaar, Randwijkse Waarden) en de Maas (Cuijk, Linden). Oude grindgaten krijgen vaak een tweede leven als recreatieplas (Rhederlaag, Mookerplas, Kraaijenbergse Plassen, Berendonck). Ooit belangrijk als transportweg, wordt de rivier tegenwoordig vooral gezien als scheidend element. Toename van het autoverkeer en wegtransport hebben voor nieuwe infrastructuur gezorgd. Stadjes en dorpen keren rivier de rug toe. Kansen liggen er in het opnieuw ontsluiten 16 Masterplan Dijk & Kolk van de rivier als een hoofdverbindingsas en daarmee als ontwikkelingsas op het gebied van woonwerk- en recreatieverkeer, migratie voor mens, flora en fauna, cultuuruitwisseling en hoogwaterbeleving. Verder kan het volstrekt eigen karakter van de vijf rivieren in de stadsregio gesublimeerd worden. • De verbindende dijk De meeste doorgaande dijken lopen parallel aan de rivieren en hebben daardoor een vrijwel even groot aandeel gehad in de ontwikkelingen. Ze hebben in het algemeen de grootste potentie voor nieuwe ontwikkeling. Niet voor niets is de titel van dit rapport ‘Masterplan Dijk en Kolk’. Ook de dijk is van ooit verbindend tot een scheidend element geworden en heeft aan relevantie ingeboet. Ze zijn in veel gevallen vrijwel gereduceerd tot de achterkant van het dorp. Dat geldt ook voor veel stadskades. Doel van dit masterplan is de dijk als ontwikkelingsas nieuw leven in te blazen. Kansen liggen onder meer in het herstellen van de oriëntatie op de rivier ter plaatse van dorpen en steden, zowel functioneel als ruimtelijk. Maar ook door ze zoveel mogelijk autovrij/-luw te maken (rust, veiligheid) en tot hoofdroute te maken voor geluidsarm langzaam verkeer – wandelaars, fietsers, enzovoort – met daarop aansluitend allerlei (thematische) bijroutes, dwars op of parallel aan de dijk naar bijzondere plekken in het landschap.
17 Online Touch Home