36

Noodzakelijke verhoging van de veiligheid (Maaswerken project) Het Maasdal heeft van oudsher met hoogwaters van de Maas te kampen gehad en deze hebben, in interactie met de mens, het Maasdal in sterke mate gevormd. Het Maasdal bevindt zich aan de Limburgse kant grotendeels in het zogenaamde ‘onbedijkte’ gedeelte, met hoge gronden die de overstromingen begrenzen. De hoogwaters van 1993 en 1995 en de daarmee gepaard gaande wateroverlast hebben duidelijk gemaakt dat er aan de veiligheid het nodige schortte. Om de veiligheid te verhogen zijn daarom grootschalige rivierverruimende maatregelen uitgevoerd en kaden aangelegd, dan wel verhoogd, in het kader van het project de Maaswerken; deze werken zijn in hun afrondende fase en zullen sowieso voltooid worden. In dit Masterplan Maasdal worden de Maaswerken dus als op zichzelf staande ontwikkeling meegenomen in de referentiesituatie (dit is de uitgangssituatie voor de berekeningen, waar de plannen mee worden vergeleken). In 2005 zijn de meeste Limburgse waterkeringen (tot dusver kaden genoemd) onder de Wet op de Waterkeringen (WoW) gebracht met een vastgesteld beschermingsniveau van 1/250 jaar. Zoals het er nu naar uitziet zullen ze om de 6 jaar getoetst worden aan de hand van de actuele situatie. De hiervoor benodigde toetspeilen worden formeel vastgelegd in de Hydraulische Randvoorwaarden (HR), die steeds worden geactualiseerd. Th ans is de HR2006 vigerend. N.B.: Overigens geldt voor het bedijkte gedeelte van de Maas buiten de provincie Limburg een beschermingsniveau van 1/1250 jaar. Dit beschermingsniveau geldt ook voor het grootste deel van de Brabantse zijde van de Maas. Doorkijk naar de toekomst Eerder uitgevoerde verkennende studies, zoals de Integrale Verkenning Maas-II (kortweg IVM2, 2006) en de zogenaamde Quickscan (‘Ruimte voor de Maas’; 2010) geven een doorkijk naar wat er op hoofdlijnen aan rivierverruiming nodig is voor 2050 én 2100. Zoals eerder aangegeven is hierbij het uitgangspunt, dat de hogere rivierafvoeren die straks als gevolg van klimaatverandering kunnen worden verwacht, niet mogen leiden tot hogere waterstanden dan de huidige 1/250 norm voor de Limburgse zijde van het Maasdal. Overigens geldt dit principe ook voor de waterstanden die horen bij een 1/1250 beschermingsniveau voor het bedijkte deel van het plangebied en voor de Brabantse zijde.

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication