81

MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG 81 Zorgverlening: dagopvang van mensen met een beperking Tal van aspecten van het boerenleven, zoals omgang met dieren, werken in de moestuin en ‘buiten’ zijn, hebben een therapeutisch eff ect. Vooral mensen met een beperking en dementerende ouderen hebben er baat bij. Veel zorgorganisaties exploiteren in eigen beheer zorgboerderijen. Maar het aantal zelfstandige zorgboerderijen neemt toe. Deze zogenaamde zorgboeren realiseren naast hun gewone agrarische activiteiten dagopvang, speciaal voor deze groep van zorgbehoevenden. Daarnaast zijn er steeds meer boeren actief op het gebied van (buitenschoolse) kinderopvang. Boer als rentmeester De aanduidingen Ecologische Hoofdstructuur, Provinciale Ontwikkelingszone Groen, Ecologische Maascorridor zijn allemaal van toepassing op (delen van) de Maasdalzone en zijn welbewust door de Provincie bepaald. Het beleid daarachter is nadrukkelijk gericht op behoud van biodiversiteit. Met dat doel wordt langzaam maar zeker een robuust ecologisch migratienetwerk gerealiseerd, een systeem dat garant staat voor ecologische veerkracht. Ook bij de – tot dusver in het kader van de noodzakelijke rivierverruiming uitgegeven – concessies voor ontgrondingen ligt het accent voornamelijk op natuurontwikkeling. Voor het Maasdal zijn bovendien subsidieregelingen van kracht voor het realiseren van enerzijds ‘nieuwe natuur’ en anderzijds ‘beheersgebieden’, waar agrariërs natuur- en landschapsgericht boeren. Zowel bij ‘nieuwe natuur’ als bij ‘beheersgebieden’ in de uiterwaarden ligt het accent op herstel van kleinschalige ‘natuurlijke’ cultuurlandschappen als het heggenlandschap en het kwelbeeklandschap met zijn natte hooilanden en elzenstrookverkaveling. Opmerkelijk is dat het merendeel van de bedreigde soorten die op de Rode Lijst staan, zijn leefgebied heeft in de kleinschalige ‘natuurlijke’ cultuurlandschappen. Beleidsdoel is dat het aantal Rode Lijst soorten in 2020 verminderd moet zijn ten opzichte 19942002; de populatie van Rode Lijst soorten moet dus weer toenemen. Herstel van dit soort kleinschalige cultuurlandschappen leidt daarmee tot behoud en zelfs een toename van biodiversiteit. Maar dat niet alleen. Deze feitelijke herwaardering van het ‘natuurlijke’ cultuurlandschap is meteen ook een herwaardering van datzelfde landschap als erfgoedlandschap. Al die kleinschalige cultuurlandschappen zijn immers exponenten van de specifi eke eigenheid en belevingswaarde van de streek. De stapeling van cultuurlijke en natuurlijke waarden is voor het begrip kwaliteitslandschap elementair; ze vormen de grondslag voor de aantrekkingskracht van het ‘groene hart’. Natuur- en landschapsontwikkeling en inherent daaraan beheer en onderhoud zijn dus cruciaal voor zowel de biodiversiteit als voor de aantrekkingskracht en belevingswaarde van het vrijetijdslandschap. Het is duidelijk dat het ontwikkelen en in stand houden van een kwaliteitslandschap de collectieve inzet vraagt van geëngageerde personen en organisaties. Een aantrekkelijk en ‘biodivers’ Maasdallandschap kan nooit vanuit individuele bedrijven gebiedsdekkend gerealiseerd worden. Om versnippering te voorkomen en een gelijkgestemde aanpak te bevorderen is behoefte aan een overkoepelende strategie. De LLTB, die niet voor niets de slogan ‘anders durven doen’ voert, wil hierin een centrale rol spelen. Ze hebben zelfs een collectief van natuurboeren opgericht. De boer kan dus een gewaardeerd partner worden in beheer en onderhoud. Als lid van het collectief en zelfstandig ondernemer kan de boer naast zijn primaire activiteit als voedselproducent een belangrijke taak vervullen bij het ‘produceren’ van natuur en landschap. ‘Kwaliteitsmenu’ als fondsengenerator Naast die collectieve inzet vraagt het ontwikkelen en in stand houden van het kwaliteitslandschap geld, veel geld. Het collectief van natuurboeren kan zijn werk niet voor niets doen. De revenuen van zijn natuur- en landschapsgerichte activiteiten moeten een substantieel en toekomstbestendig aandeel vormen van het basisinkomen van de deelnemende natuurboeren. Doel is immers een rendabele natuur- en landschapsgerichte bedrijfsvoering, waardoor zowel bedrijfscontinuïteit als ontwikkeling en beheer duurzaam gegarandeerd zijn. Niet alleen de agrariër moet doordrongen zijn van de meerwaarde van een mooi landschap. Ook de maatschappij moet het belang ervan inzien en zich realiseren dat daar een economische tegenprestatie tegenover moet staan.

82 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication