82

82 MASTERPLAN MAASDAL NOORD-LIMBURG 5.4.3 De agrarische sector en rivierverruiming De hoogwatertaakstelling met de daaraan inherente rivierverruimingsmaatregelen resulteert hoe dan ook in een ruimteclaim op de uiterwaarden in het Maasdal. Hoe we het ook wenden of keren; het gebied moet stevig op de schop. Het is zaak om de tussen nu en 2100 noodzakelijke ingrepen zodanig te kiezen dat ook andere doelen / belangen worden gediend en het gebied aan kwaliteit kan winnen. Uitgangspunt van het Masterplan is te zoeken naar maatregelen, die dit kwetsbare gebied zoveel mogelijk in zijn kernkwaliteiten intact laten. Die kernkwaliteiten zijn uiterst divers: ze zijn van aardkundige, archeologische, ecologische, natuur- en cultuurhistorische aard en zijn met het oog op de complexe gebiedsontwikkeling van het Maasdal samengebracht in een integraal pakket van ordeningsprincipes. Net zo divers is het gebruik van het Maasdal. Vanuit het perspectief van de diverse gebruikers zijn uitgangspunten geformuleerd. Sommige daarvan lijken, althans in eerste instantie, met elkaar te confl icteren. Vooral de landbouw, de hoofdgebruiker van het Maasdal, zal ruimte moeten inleveren. Vanuit de gangbare bedrijfsvoering hebben de ondernemers en de gebruikers in het Maasdal de voorkeur voor rivierverruimingsmaatregelen die in of direct langs de rivier plaatsvinden, zoals zomerbedverbreding. Ook het wegnemen van dwars op de stroomrichting liggende obstakels, zoals de landhoofden van bruggen, zouden vóór alle andere mogelijke maatregelen moeten worden toegepast. Vanuit het oogpunt van de traditionele landbouw is dat logisch want deze maatregelen hebben strikt genomen het grootste rivierverruimingseff ect en laten alles bij het oude. Maar als met dit type maatregelen veel blijft zoals het was, valt in feite de basis weg onder het Masterplan Maasdal. Immers met het Masterplan zetten regio en Provincie in op integrale gebiedsontwikkeling, waarbij het uiterwaardenlandschap hersteld wordt tot een attractieve en belevenswaardige kwaliteitsomgeving. Een kwaliteitslandschap dus, dat fungeert als dé drager van de regionale ambitie en de zo noodzakelijke nieuwe economie. Voorwaarde is dus dat agrariërs hun bedrijf moeten kunnen blijven uitoefenen. Eff ecten rivierverruimingsmaatregelen op de landbouw Omdat ze de kwetsbare uiterwaarden ontzien en waar mogelijk herstellen, hebben verruimings maatregelen die meebewegen met de geomorfologie van het onderliggende landschap de voorkeur. Onderstaand de gevolgen die de eerder omschreven rivierverruimingsmaatregelen hebben voor landbouw en landschap: • Zomerbedverdieping en –verbreding hebben consequenties, die voor een deel ongewis zijn. Zomerbedverdieping heeft al plaatsgevonden in het kader van Maaswerken. Ook heeft tot tweemaal toe stuwpeilopzet plaatsgevonden. Zomerbedverbreding heeft weliswaar tijdelijk een groot eff ect op de waterstandsverlaging maar heeft een aantal nadelige neveneff ecten. In de eerste plaats vanuit de hydraulica van de rivier: verzandingen, afkalvingen, vaargeul binnenvaart enz. Daarnaast ondermijnt zomerbedverbreding de kernkwaliteiten van het Maasdal, zowel aardkundig (verlies karakteristieke en markante bodemreliëf) als archeologisch (aantasting van het archeologisch erfgoed dat overvloedig aanwezig is in de oeverwallen), maar ook agrarisch (het verlies van vruchtbare historische akkergronden). Op verzoek van de LLTB is beperkte zomerbedverbreding wel voorzien nabij Mook. Aldus wordt ook daar aan de vereiste waterstandsverlaging voldaan. • Vlaksgewijze weerdverlaging , wat neerkomt op vergraving en egalisatie van de hogere gronden, is niet aan de orde vanwege het verlies van vruchtbare akkers en andere kernkwaliteiten. • Het wegnemen van dwars op de stroomrichting liggende obstakels, zoals de landhoofden van bruggen, heeft weliswaar een groot eff ect op de waterstandsverlaging maar de kosten die met een dergelijke maatregel gemoeid zijn, zijn aanzienlijk. Desondanks wordt in het Masterplan voorgesteld om het obstakel van het landhoofd bij Oeff elt weg te nemen en de brug in de uiterwaarden op pijlers te zetten. • De meestromende geul wordt als hoogwatermaatregel in het NoordLimburgse Maasdal alleen kleinschalig en beperkt toegepast om zo min mogelijk gronden te onttrekken aan de landbouw. • Hoogwatergeulen blijken het minst

83 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication