3

Het Licht overwint ! Dat is de belijdenis die we hebben gevierd met Pasen. Niet de zonde, het lijden en de dood hebben de macht, maar God! Hij is het die aan het begin en aan het einde staat van alles wat is, zichtbaar en onzichtbaar. Hij is HEER van zijn schepping. De dag van de opstanding van Jezus Christus uit de diepte van het dodenrijk is bij uitstek het teken van Gods macht over leven en dood. Christus die van zichzelf heeft gezegd: Ik ben het Licht voor de wereld, is opgewekt ten leven. Tegelijkertijd roept de erkenning van de macht van God allerlei vragen bij ons op. Want áls God zo machtig is, waarom grijpt Hij dan niet vaker in? Als Hij het goede met ons voor heeft, waarom moeten ook wij dan zoveel lijden? Zelfs als je geen vlieg kwaad doet, dan nog kun je getroffen worden door veel ellende. Wil God dat? Krijgt ieder een „portie‟ toebedeeld, waarbij de een veel meer te verdragen krijgt dan de ander? Dat de een veel meer te verdragen heeft dan de ander, is duidelijk. Ook al moet je je niet verkijken op de buitenkant van het leven van medemensen. Vaak weten we maar een (heel klein) deel van het lijden van de ander. Maar wat we zien en horen van mensen dichtbij en verder weg, is voor mij in ieder geval heftig genoeg om me te realiseren dat ik een rijk gezegend mens ben die veel goeds in mijn leven heb ontvangen. En gelukkig zijn er heel wat mensen die zich ervan bewust zijn dat er naast moeite en zorg in hun leven tegelijkertijd ook mooie en plezierige dingen zijn. Lichtpuntjes in het leven die dankbaar kunnen stemmen. Maar als je dan zwaar te lijden hebt onder kwaad en ellende, door ziekte, tegenslag of geweld, wat is dan de kracht van het Evangelie? Wat helpt het ons om te weten dat God uiteindelijk al het donker zal uitbannen, terwijl we nú zo wanhopig kunnen verlangen naar licht? Het zijn vragen die ook al in het Oude Testament aan God worden gesteld. Let bijvoorbeeld op het begin van het kleine boekje van de profeet Habakuk uit de Bijbel in Gewone Taal: Habakuk zei: [2] „Heer, hoe lang moet ik nog om hulp roepen? U luistert niet! Er is zo veel geweld, ik schreeuw het uit. U helpt niet! [3] Waarom moet ik zo veel ellende meemaken? Uw volk heeft het moeilijk. Er is overal onrecht, ruzie en onderdrukking. Mensen doen verschrikkelijke dingen. En U laat ze maar hun gang gaan! 3 overdenking

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication