4

Hoe herkenbaar in onze tijd! We kunnen het Habakuk zo nazeggen. Maar dan is het ook goed om verder te lezen. Want in het vervolg maakt God aan Habakuk duidelijk dat de situatie nog veel erger gaat worden. Er is heel veel voor nodig om de orde en het recht te herstellen. God belooft dat het goed komt, maar tot die tijd moet Habakuk, en met hem het volk Israël, geduldig het ingrijpen van God afwachten. Die tijd van wachten stelt ons - als gelovigen - op de proef. Want het is niet makkelijk om te blijven geloven dat de HEER de teugels van de geschiedenis in handen houdt, als je leven letterlijk wordt bedreigd. In zo‟n situatie zijn er twee mogelijkheden: je zegt het geloof vaarwel, óf je blijft trouw aan de HEER - ook al snap je niks van wat er gebeurt. Aan het slot van zijn profetie reageert Habakuk op de aankondiging die God hem heeft laten horen (= hoofdstuk 3). Hij vraagt God om niet te lang te wachten met het uitvoeren van zijn plan, maar smeekt meteen: Heer, heb medelijden, denk aan ons, ook al bent U kwaad. Zijn angst voor het geweld dat gaat losbarsten is groot. Zo lezen we in de laatste verzen: [16] Toen de Heer mij zijn plannen liet weten, beefde ik, mijn lippen trilden. Ik voelde me slap, ik kon niet meer staan. Nu wacht ik af totdat Hij komt. Hij komt onze vijanden verslaan. [17] Misschien zijn er straks geen vijgen meer, misschien geen olijven of druiven. Misschien mislukt de graanoogst, of gaan de schapen dood, of de koeien. Ondanks dit vreselijke vooruitzicht eindigt Habakuk met een belijdenis. Dat God heeft laten weten dat Hij er is en dat Hij de indringende vragen van Habakuk serieus neemt, maakt dat Habakuk zich kan overgeven en toevertrouwen aan deze HEER. Zo sluit hij af met de woorden: [18] Toch zal ik dan juichen van blijdschap. Want ik weet dat de Heer mij redt! [19] De Heer is God, Hij geeft mij kracht. Hij redt me als er gevaar dreigt, Hij helpt me als ik in nood ben. 4

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication