45

HET LEVEN OP DE SCHOOL (2) leerlingen werden ook aangemoedigd om tot katholieke organisaties toe te treden. Daarnaast was steun aan het missiewerk ook enorm belangrijk, zoals we merken in dit fragment uit een liedje van voor de jaren ’60: ‘Gij, lieve zwarte kinderkens Uit het verre miesieland Gij zijt de beste vrindekens Van de kleuters uit Vlaanderland. Och mochten we met u spelen Dansen, hand in hand, We zouden ons niet vervelen Bij u in Congoland.’ Zuster M. Magdalena, de eerste zuster­zendeling van Sint­Bavo, vertrok naar Congo in 1936. Het grote belang van het missiewerk valt ook af te leiden uit volgende brief (jaartal onbekend, maar ongetwijfeld van voor ‘60): ‘Ik houd zooveel van de negertjes en vind ze zoo mooi met hun kroezel kopjes en witte tandjes en groote bruine zachte oogen. In onze school houden we allen van hen. In mijn klas kocht een miesje (sic) verleden jaar met haar eigen spaarcentjes 2 negertjes vrij en liet ze doopen onder den naam van Pieter en Pauwel. Heusch waar. U weet toch, he, dat men voor 25 fr een kindje kan vrij koopen en het een naam mag geven bij het Doopsel. Voor 5 fr mag men reeds een naam geven aan een heidensch kindje. Is dat niet fijn. Dit jaar breng ik heusch al mijn snoepcentjes naar school voor ‘t Missiebusje. Doet u dat ook? U maakt toch allen deel uit van de H. Kindsheid, niet?’ De tekst zou door een veertienjarige leerlinge geschreven zijn, maar de woordkeuze en stijl maken duidelijk dat dit door een vol wassene is getypt. Hoewel indertijd goed bedoeld, zou een derge lijke paternalistische tekst nu niet meer door de beugel kunnen. Zusters in Congo. Vanaf het einde van de negentiende eeuw trokken zuster­missionarissen naar zowel Congo, Sri Lanka, Indië als Pakistan. 45

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication