114 3.1.2 Vormen van instructie vooraf 1 2 3 4 Nadoen 5 6 7 8 Accenten aanbrengen 9 10 11 12 Vraag en antwoord 13 14 VOORBEELD 3.5 KIJK, LET HIER OP Juf: ‘Aamer, wil jij mij helpen met het voorbeeld van de koprol? Je gaat staan op de mat, zet je handen op de mat, goed zo en nu kijk je naar je billen en rollen maar. En weet je wat ik nou zou knap vind Aamer, je bent zo klein als een heel klein balletje, helemaal rond. Goed hoor. Mag gelijk de volgende, Thomas, kom maar.’ Ad 2 PAD (plaatje, accenten, doen) De leerkracht biedt op deze manier de kinderen een beeld van wat er moet gebeuren en brengt de accenten aan. Vervolgens gaan de kinderen aan de slag. VOORBEELD 3.4 KIJK EENS WAT IK DOE Juf: ‘Jet, wil jij even laten zien hoe het balanceerweggetje van vandaag loopt? Heel goed, hier begin je, hier mag je springen als je maar landt op twee voeten. Als je klaar bent, sluit je achteraan aan. Dank je wel. Allemaal gezien? Dit gaan we doen.’ Binnen de praktijk van het bewegingsonderwijs aan kleuters is er een aantal vormen van instructie dat werkt bij de uitleg van een les. Deze vormen kunnen apart van elkaar gebruikt worden, dus iedere les een andere vorm. Het is ook mogelijk om in één les meerdere instructievormen tijdens de instructie vooraf te gebruiken. Zeker als er meerdere activiteiten naast elkaar worden aangeboden. De vormen zijn: 1 monkey see is monkey do 2 PAD (plaatje, accenten, doen) 3 vragenderwijs 4 vertel wat wel mag 5 leskaarten Ad 1 Monkey see is monkey do De leerkracht of een kind doet de activiteit voor en de anderen kinderen doen het na. Als instructie wordt alleen het voorbeeld gegeven. De leerkracht geeft hierbij geen of nauwelijks tekst en uitleg. Ad 3 Vragenderwijs De leerkracht richt vragenderwijs de aandacht op belangrijke aspecten van de te leren vaardigheid. Door kinderen te laten antwoorden wordt de kennis die al aanwezig is geactiveerd. Voor kinderen die nieuw zijn of het weer even vergeten zijn, is dit een speelse manier om de belangrijkste informatie over te brengen.
35 Online Touch Home