45

DE LEER-KRACHT VAN HET KIND VOORBEELD 4.2 SPEELKRIEBELS MET PITTENZAKKEN Tijl kiest vandaag voor de derde keer de activiteit ‘het gooien van pittenzakken in een doos’. Bij de ene poging loopt hij naar de doos toe en laat alle drie de zakjes er tegelijk invallen. Bij een andere poging gooit hij de pittenzakjes van een kleine afstand met wisselende handen richting de doos; er valt er één in. De keer daarop verschuift hij de doos zodat deze tegen de muur staat. Tijl bedenkt steeds een andere speelkriebel met hetzelfde materiaal en past spelenderwijs zelf het arrangement aan. 159 1 2 Bij herhalend handelen gaat het om het steeds opnieuw uitvoeren. Steeds opnieuw omdat het kind geniet van het kunnen of van een specifieke beleving die wordt opgeroepen. Langdurig herhalen kan echter ook een signaal worden dat het kind niet weet hoe verder te gaan. Dit komt dan vaak tot uiting in een verminderde betrokkenheid bij de activiteit (Feldman, 2013). VOORBEELD 4.3 HET PLEZIER VAN DE HERHALING Aan het eind van de les mogen de kinderen nog even zelf kiezen. De meeste kinderen beginnen bij het klimtuintje en als ze daar weer uitgespeeld zijn, kiezen ze iets anders. Iedereen is druk en beweeglijk. Gabriel stapt gelijk op de glijbaan af. Vijf minuten lang blijft hij omhoogklimmen en glijden, omhoogklimmen en glijden. Als iemand even tussendoor wil, mag dat. Hij wacht wel even, maar sluit ook gelijk weer achteraan in de rij. Zo snel mogelijk nog een keer. Herhalend handelen 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication